Tagarchief: mama

Probleem-fixer? Zo kom je er van af!

Ik ben van nature een probleemoplosser. Ik wil niet in cliché’s vervallen, maar ik ben er echt zo eentje: ik denk niet in problemen maar in oplossingen. Ik kijk niet naar wat er niet meer kan, maar liever naar wat wél mogelijk is. Vreselijk optimistisch. Ik weet het. Het kan ook irritant zijn, op het opdringerige af.

Als iemand mij een probleem vertelt, leef ik me zodanig in dat ik het allerliefst direct het probleem wil oplossen. Weet ik geen oplossing uit mijn eigen levens- of werkervaring? Dan grijp ik direct mijn telefoon als een pistool uit mijn holster, ram ik driftig op het toetsenbord en zoek oplossingen. Ik heb nooit geteld hoe veel vragen ik per maand aan Google stel , maar het zijn er ongetwijfeld veel. Te veel.

De oorzaak van problematisch problemen oplossen
Waarom wil ik altijd direct het probleem van de ander oplossen? Hier heb ik een tijdje over nagedacht. Allereerst omdat ik me snel inleef, empathisch ben en graag wil dat het goed gaat met de mensen om me heen. Ik trek me het lot van anderen aan. Soms te veel. Ik wil graag dat iedereen om me heen gelukkig is, want dan ben ik dat ook. Wellicht laat ik mijn eigen geluksgevoel zelfs te veel afhangen van hoe het gaat met de mensen om mij heen. Zij happy, ik happy. Toch? Nee. Zo werkt het niet altijd. Soms moet je de ander de ruimte bieden door gewoon te luisteren. Je hoeft niet altijd ieder probleem direct op te lossen. Voor mij is dat echter heel erg moeilijk, omdat ik soms de oplossing al zie liggen, voor het oprapen. Toch heeft het vaak veel meer waarde om het een ander zelf te laten ontdekken.

Probleemoplossingsstress: Niet nodig!

Het probleem (haha) van problemen direct voor iemand anders willen oplossen is meervoudig:

1. Je wordt probleemoplossings-dealer
Allereerst merken mensen dat jij de ‘problem-fixer’ bent. Als ze een beetje lui aangelegd zijn, hobbelen ze dus direct met ieder nieuw probleem naar… juist, jou! Jij bent toch zo goed in fixen? Nou, hier, dit is mijn probleem, fixen maar!

2. Probleemoplossingsstress
Het tweede probleem is dat je het er erg druk mee kan krijgen. Voor je het weet spreekt het zich rond en komen steeds meer mensen met hun problemen op je af. Sterker nog, als je niet uitkijkt ben je opeens een onbetaalde coach waar mensen op leunen, gewoon omdat het kan. Daardoor kun je een bepaalde druk gaan voelen, waardoor je niet meer toe komt aan rust of ontspanning. En dát is dan weer jouw eigen probleem!

3. Blinde vlek voor je eigen problemen
Het derde probleem als je een probleem-fixer bent zoals ik, is dat je gaat denken dat je ook al je eigen problemen allemaal moet kunnen oplossen. Dus blijf je vaak veeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel te lang doorlopen met een probleem, omdat je het koste wat het kost zelf wil oplossen. Terwijl soms een ander perspectief je op goede ideeën kan brengen, omdat je bij jezelf een blinde hoek hebt. Zo heb ik twee jaar lang met angstklachten rondgelopen, omdat ik dacht en vond dat ik ze zelf moest kunnen oplossen. Dit lukte niet, waardoor ik uiteindelijk letterlijk en figuurlijk aan het eind van mijn Latijn was. Voor mij was het lange tijd moeilijker om toe te geven dat ik mijn eigen probleem niet kon oplossen, dan hulp te zoeken. Put jezelf niet uit: je bent geen psycholoog en je weet niet alles. Je bent ook maar gewoon een mens… en ieder mens heeft gebreken.

Relax! Je hoeft niet ieder probleem op te lossen.

4. Je wordt een makkelijk slachtoffer voor manipulatieve types
Dit heb ik al vaker beschreven in mijn blogs over manipulaties en narcisme: Mensen die manipulatief zijn pikken probleem-fixers er zo uit in een menigte. Ze voelen snel aan dat jij empathisch bent, een positieve en helpende persoonlijkheid. Dit maakt jou tot een lief klein konijntje in de ogen van de roofvogel die narcist heet. Hij cirkelt een tijdje om je heen van verre, waarna hij je bij de strot grijpt. Je verantwoordelijkheidsbesef en neiging tot snelle gevoelens van schuld maken van jou de ideale prooi; jij wil me toch helpen? Jij laat me toch zeker niet in de steek?
(Trouwens: Als je wil weten hoe je narcisme in relaties en vriendschappen kunt herkennen en hoe je met manipulaties om kunt leren gaan, lees dan deze blogs eens)

5. Niet alle problemen hoeven door jou opgelost te worden!
Het klinkt hard, maar don’t flatter yourself. Jij bent niet de enige die problemen kan oplossen. Geef mensen meer credits en laat iemand zelf zijn probleem oplossen! Als je dit moeilijk te geloven vindt, bedenk dan eens hoe veel jij er zelf van leert als je iets zelf bereikt versus wanneer iemand je bij de hand pakt en alles voorkauwt.

6. Soms wíllen mensen helemaal niet dat jij het oplost
Soms willen mensen alleen maar even hun gal spuwen en hun verhaal kwijt. Ze willen dan helemaal niet dat jij hun problemen direct te lijf gaat! Soms kan dit dus averechts werken – waardoor mensen denken: nou, als ik weer een probleem heb, vertel ik het haar zeker niet meer. Je weet zelf vast ook wel dat je het soms gewoon nodig hebt om een tijdje na te denken en eventueel te praten over een probleem, voordat je er klaar voor bent om het (zelf!) op te lossen. Waarom verwacht je dit dan wel van anderen?

Help! Ik ben een probleemfixer! Hoe kom ik hier van af?
Oké, ik kan dit niet voor je oplossen (goed van mij hè), maar ik heb wel wat tips die ik kan delen. Ready? Komt-ie dan hè!

Wachten…. wachten… en zwijgen
Ja, dit is veel lastiger dan het lijkt. Wachten en zwijgen. Vertelt iemand je zijn of haar probleem? Luister, knik, wacht en zwijg. Als het ongemakkelijk stil wordt, zeg dan iets in de trant van een welgemeend “Wat vervelend voor je, zeg.”. En dan wacht en zwijg je verder. Mensen komen dan zelf meestal wel met pogingen die ze gedaan hebben om het probleem op te lossen, gaan hardop nadenken en komen soms ter plekke zelf er achter wat de oplossing is, ook zonder jouw hulp! Soms weten mensen ook al verdomd goed wat de oplossing is, ze willen het alleen nog niet weten of hardop uitspreken.

Mijn moeder zegt altijd dat wanneer je tien problemen hebt – en je doet er helemaal niets mee – gemiddeld acht van de tien problemen zich vanzelf oplossen.

Je kunt je – als controlevragen – ook dit afvragen:

– Is dit mijn probleem? (zo nee, waarom moet jij het dan oplossen?)
– Moet IK hier iets mee?
– Kan degene tegenover mij dit zelf ook oplossen? (zo ja, waarom doet hij of zij dit dan niet?) (spoiler alert: Het antwoord is meestal ja!)
– Moet ik hier NU iets mee? (zo nee, dan is het niet urgent en geef je het wat tijd; grote kans dat diegene het probleem dan al zelf opgelost heeft en al lang vergeten is dat hij of zij jou er mee ‘belast’ heeft!)

Problemen zelf laten oplossen zorgt voor meer zelfvertrouwen bij je kind!

Probleem-fixende ouders: help je je kind daar echt mee?
Ook als ouder is het soms moeilijk om niet alle problemen voor je kind direct op te willen lossen. Toch is dit niet de beste manier om je kind voor te bereiden op de toekomst, zeker niet als je als ‘curling-moeder’ alle problemen weg veegt voor de voeten van je kind. Als kind leerde je het meest van die keren dat je keihard op je bek ging, toch? Laat het kind zijn eigen fouten maken, zijn eigen problemen hebben en oplossen (voor zover dit naar zijn of haar leeftijd haalbaar is uiteraard); daar zal het zelfvertrouwen van groeien. Veel van de sterkste mensen die ik ken hebben in hun jeugd heel wat problemen gehad; hierdoor zijn ze juist zulke sterke volwassenen geworden.

Advertentie

Jumbo avontuur in quarantaine tijden

Ik moest even naar de supermarkt. Ik reed naar de Jan Linders, maar kreeg al een lichte paniekaanval bij aanzien van de parkeerplaats. Dus reed ik door naar de kleine Jumbo in een dorpje vlakbij. Ik parkeerde mijn oldtimer op een bijna lege parkeerplaats. Mijn hart maakte een sprongetje: maar drie auto’s! Heerlijk! Rust!

Vrolijk huppelde ik naar mijn gedesinfecteerde karretje. Ik begroette vriendelijk het personeel, waarbij me langzaam maar vrijwel zeker op begon te vallen dat de enige homo sapiens die ik tegenkwam, een geel anderhalve-meter-kom-niet-in-mijn-aura-hesje droegen. Bazinga, wat een perfect moment had ik gekozen om te shoppen!

Ter hoogte van de hagelslag en afbakbroodjes werd ik vriendelijk begroet door een vulploegmedewerker. Door de afwezigheid van de mij zo bekende paniek durfde ik zowaar even een praatje met hem te maken. “Wat is het hier heerlijk rustig zeg!” zei ik.”Ja fijn hè?” antwoordde hij. Even wachtte hij, alsof hij wachtte tot er iets doordrong. Ik had echter een flatliner van wat heb ik jou daar, overdonderd door de blijdschap van de lege winkel die ik aangetroffen had. “Dat komt waarschijnlijk, omdat de winkel nu sluit.” zei hij vriendelijk. Huh?

“Oh echt? Hoe laat is het dan?” Verschrikt bedacht ik me of het ongemerkt al negen uur was geworden of zo. De tijd neemt wel eens een loopje met me sinds de quarantaine tijd. Ik vroeg me meteen angstvallig af of het nog wel 2020 was en hoe lang ik geslapen had vanmiddag. “Het is zes uur. We sluiten op zondag om zes uur, mevrouw.”

Ik stamelde wat verontschuldigingen en beloofde mijn boodschappen in no time te verzamelen. Dat ging overigens ook bijzonder snel, omdat ik om niemand heen hoefde te slalommen en niemand in mijn aura kwam, behalve nog een andere medewerker die kwam zeggen dat de winkel ging sluiten.

Bij het verlaten van de parkeerplaats slaakte ik een diepe zucht, nadat ik mezelf, mijn handtas en alle grepen van de auto zorgvuldig had gedesinfecteerd met dettol doekjes. Wat zou het toch fijn zijn als deze rare tijd voorbij was. Als doorgaans toch al erg angstig persoon krijg je er in deze periode gratis smetvrees bij kado.

Wat niemand zegt voordat je kinderen krijgt!

Ja, je krijgt er heel veel voor terug: het ouderschap. Mooie momenten, een mini versie van jezelf, liefde, kusjes knuffels. Maar…. ook griep, driehonderd verkoudheden, buikloop en grijze haren. Je moet er immers wel wat voor over hebben.

Dit is wat niemand je zegt voordat je kinderen krijgt:

  • Snot. Snot is overal.
  • Je gaat je veel meer dan ooit tevoren met poep en plas bezighouden.
  • Je gaat merken op precies hoe weinig slaap je toch nog je werk kunt doen.
  • Slaap wordt waardevoller dan ooit.
  • Je gaat uren lang Dora, Bumba, of andere visueel traumatische zaken zien langskomen op televisie, keer op keer.
  • Je toiletbezoek wordt het enige moment van de dag waarop je misschien drie minuten privacy hebt. En met misschien bedoel ik waarschijnlijk niet.
  • Je gaat regelmatig wallen creëren waar men in Amsterdam jaloers op is.
  • Je zult zurige babykots op meestal je allerbeste kleding krijgen.
  • Baby’s hebben perfecte timing: meestal krijgen ze een spuitluier tot achter in de nek twee minuten nádat je ze in hun nieuwste dure pakje hebt gehesen nadat je al te laat was voor een afspraak.
  • Je komt naar alle waarschijnlijkheid nooit meer op tijd op een afspraak.
  • Je komt op plekken die audiovisueel belastend of zelfs traumatiserend zijn, zoals binnenspeeltuinen, ook wel bekend als de broedhaard van vele virale infecties.
  • Je gaat je basisschooltijd herleven door het helpen met huiswerk en het wachten op een schoolplein.
  • Speelafspraken met kinderen uit de klas van je kind lijken in het begin heel leuk, totdat je een vriendje op bezoek krijgt dat non-stop schreeuwt en met een stift op de muren begint te tekenen. Daarna word je selectiever in wie je kind mee op de hut af mag slepen na school.
  • De eerste paar jaar verbruik je ongeveer zeshonderdtwaalf pakjes billendoekjes en snoetenpoetsers.
  • De geur van Zwitsal zal je voor altijd je baby laten missen.
  • Wie verzonnen heeft dat je de pijn van een bevalling zo weer vergeet, heeft waarschijnlijk een schroefje los.
  • Je zult ongeveer 836 zetpillen toedienen, die er tien procent van de tijd direct weer uit gelanceerd worden door een hoestbui van je mini-me.

Lees verder onder de afbeelding

  • Je zult naar pretparken gaan en geen een achtbaan beleven omdat je de grootste deel van de tijd met een kinderwagen in het sprookjesbos op zoek bent naar een toilet met verschoontafel.
  • Je zult ijsjes kopen die binnen een minuut op de grond liggen, waardoor je weer nieuwe ijsjes moet kopen. Je moet hiervoor weer opnieuw in de rij, en je krijgt ook nog eens geen korting op het nieuwe ijsje, tenzij je je kind zelf laat vragen, en dan nog vaak niet.
  • Op vakantie gaan wordt een ander verhaal: je kunt pas veilig naar Spanje rijden als je auto beschikt over minstens twee dvd schermen op de kopsteun, gemiddeld twee tablets en een bereidheid om bij iedere afrit tussen hier en Spanje te stoppen omdat er altijd wel iemand moet plassen.
  • Snot en poep zijn leidend.
  • Zindelijk maken betekent minstens een keer ondergeplast worden.
  • Je krijgt waarschijnlijk heel veel tekeningen en knutselwerkjes mee van de opvang, school en dagverblijf. Je moet hier altijd enthousiast op reageren, ook als je geen idee hebt wat het moet voorstellen of waar je naar toe moet met het voorwerp.
  • Je zult alle mogelijke oplossingen tegen krampjes gaan googlen, uitproberen en kopen. Als die krampjes maar stoppen en het krijsen daarmee ook.
  • Je kunt soms je kind nog horen huilen, zelfs als het twee dorpen verderop bij je moeder logeert. Dit is een teken dat je even rustig aan moet doen.
  • Je gaat geheid een keer je sleutels terugvinden in de koelkast.
  • Je auto wordt een verzamelplaats van snoeppapiertjes, snoetenpoetsers, vergeten knuffels en stukjes happy meal verrassingen.

Maar…. boven alles krijg je er heel veel voor terug! ❤️

Eet je bord leeg! Of niet…

Door Chrisje VIP Blogger Mama-Ri

Slierten spaghetti verlengen haar blonde lokken, gehakt steekt uit haar oren, kleine stukjes groente plakken aan haar wangen en er zit pastasaus in haar wimpers. Voor mensen met smetvrees zal het klinken als een ware nachtmerrie, wij vinden het nogal vermakelijk om onze dochter van anderhalf te zien eten. Nee, niet in een restaurant, nee, en degene die binnen een straal van een meter in haar buurt zit, denkt er waarschijnlijk ook anders over. Zo ook degene die daarna alles rondom de eettafel moet schoonmaken, maar vermakelijk is het wel. En een beetje vermaak in de tropenjaren met een peuter, mag er wat ons betreft wel zijn.
Volgens mij is het een eeuwenoude discussie en tegelijk een gebed zonder eind:

Moet een kind zijn bord leeg eten, of bepaalt een kind zelf hoeveel hij eet? De grote afweging blijft, in mijn ogen, wat jij als ouder belangrijker vindt: het bijbrengen van tafeletiquette, dus je eet gewoon je bord leeg, of het ‘zelf leren eten’ met de gedachte: als je niet meer eet, heb je blijkbaar geen honger.
Met respect voor ieders mening en manier van opvoeden, wij gaan voor het laatste.

Voor ons geen strijd aan tafel, eet je niet, dan eet je niet. We proberen met het hele ouderschap zo creatief mogelijk om te gaan, zo doen we dat dus ook met het eten. Daarom verzinnen we verschillende alternatieven. Na een ‘slechte’ avondmaaltijd krijgt ze geen ijsje, maar bieden we haar fruit aan (eventueel door de yoghurt) en dat wordt gewoon als waardig toetje geaccepteerd. Eet ze haar brood niet op, dan doen we een extra schep pap door de fles.

Wij zijn er van overtuigd dat wanneer ze honger heeft, ze dit zal aangeven. Oké, dat doet ze dan wel op haar peutermanier, door te roepen om ‘Koekè’, maar deze vraag beantwoorden wij dan ook gewoon weer creatief en bieden haar een gezonder alternatief. Van een fruithapje, tot een snackkomkommer, bij haar gaat gelukkig alles er in als ze maar trek heeft.
Er zijn natuurlijk nog meer creatieve oplossingen te bedenken om je kind meer en gezonder te laten eten, waarvan ik uithongeren wil benoemen tot de minst verantwoorde variant.

• Zo ken ik vakjesborden, die zelfs bestaan in bordspelvariant.
• Er bestaan verschillende soorten groente- en fruitspreads voor op brood, of gebruik ik wel eens avocado of humus in plaats van boter.
• Ik noemde al de snackkomkommer, maar er bestaan ook snack paprika’s en tomaatjes.
• Het leuk opmaken van een maaltijd of bord, kan ook wonderen verrichten.
• Fruit smoothies vallen hier prima in de smaak en als je ze invriest met een stokje erin, krijg je lekkere én gezonde ijsjes.
• Wij zijn ook overtuigd van het spreekwoord ‘Zien eten, doet eten’. Samen, aan tafel wordt er aanzienlijk beter gegeten dan met een bord op schoot, kijkend naar de televisie.
• Regelmaat, een goud codewoord. Onze dochter weet dan ook precies dat ze een koekje krijgt als papa uit zijn werk komt. De biologische klok verricht wonderen. En zo werkt dat hier in huis dus ook met het fruitmoment.

En in het alleruiterste geval, mocht ik echt bang zijn dat ze voedingsstoffen te kort komt, dan bestaan er altijd nog duizend-en-een voedingssupplementen. Wij maken er niet zo’n big deal van, zolang ze actief is en netjes groeit. Er zijn zoveel andere wereldproblemen waar we ons druk over kunnen maken…

Wil je meer lezen van Mama-Ri?

Volg dan haar Facebook pagina Mama-Ri:

https://www.facebook.com/blogMamaRi/

Het is onbeschoft om aan een moeder te vragen hoe ze werk en privé gaat combineren!

Zodra een vrouw een kind krijgt komt onherroepelijk uit haar omgeving de vraag: hoe combineer je werk en gezin? Of: en hoe veel uren ga je minder werken?

Dit is waarom dit een onbeschofte vraag is:

Allereerst: Niemand vraagt het aan mannen. Ik heb nooit iemand aan een kersverse vader horen vragen: “En hoe ga je dat nou doen, de zorg voor de baby combineren met je werk?”

Het insinueert dat de vrouw automatisch minder moet gaan werken wanneer zij moeder wordt, terwijl de meeste mannen net zo goed minder uren kunnen gaan werken.

Als je deze lijn doortrekt hoor je er zelfs het vooroordeel in dat een moeder geen goede moeder kan zijn als ze niet minder gaat werken.

Vaders zijn net zo verantwoordelijk voor (en in staat tot) het opvoeden van hun kinderen en alles wat daarbij komt kijken als moeders.

Ten slotte: Niemand heeft er wat mee te maken hoe je als moeder je werk combineert met je gezin. Voor iedere moeder en vader is dit anders, iedere individu heeft zijn eigen behoeftes. Daarbij zijn ouders prima in staat te beoordelen bij welke vorm van opvang hun kind goed gedijt.

En opeens ben je co-ouder

Het overkomt veel ouders die – ondanks de liefde voor hun kinderen – besluiten dat het huwelijk op is: plotseling word je co-ouders. Vader of moeder van je kind blijf je natuurlijk vierentwintig uur per dag, zeven dagen in de week. Maar na de scheiding zul je je kind – indien je samen ervoor blijft zorgen – niet meer honderd procent van de tijd bij je hebben.

Ik ben zelf een kind van gescheiden ouders. Daarbij ben ik zelf een gescheiden moeder. Ik ken best veel gescheiden papa’s en mama’s. De een ‘heeft’ de kinderen de ene week wel en de andere week niet, de ander heeft weer een “ouderwetser” omgangsregeling (om het weekend en op woensdag naar vader). En zo zijn er talloze varianten te bedenken, afhankelijk van hoe je als ouders de zorg het beste kunt verdelen.

Je kunt wel stellen dat het voor het hele gezin aanpassen is, voor de kinderen nog het meest: opeens zijn je ouders niet meer samen, én heb je twee huizen, twee slaapkamers, en alles wat daarbij komt kijken. In de omgangsregeling van het co-ouderschap moet je als kind wennen aan dan hier slapen, dan daar slapen. Natuurlijk zijn er ook leuke kanten: zo krijg je vaak meer cadeaus als je jarig bent, of zelfs twee feestjes. Toch vergt het omschakelen bij kinderen vaak best veel. Bijvoorbeeld:

Waar blijft de lievelingsknuffel? Wat verhuist mee heen en weer en wat blijft op de zelfde plek? Wat moet je doen als je bij mama bent en je mist papa, of andersom?

Lees verder onder de afbeelding

pexels-photo-265702

Ook ouders hebben het tijdens en na hun scheiding zwaar. Er is vaak veel verdriet. Hierdoor wordt helaas (vaak onbewust) niet altijd even goed gelet op hoe veel impact de scheiding en alle veranderingen van dien op de kinderen hebben.

Hoe kun je je kind beschermen? Hoe zorg je er voor dat je kind zo weinig mogelijk pijn heeft van de scheiding?

Ik sprak ooit met een volwassen man wiens ouders gescheiden waren toen hij vrij jong was. Hij had zelf erg weinig last gehad van die scheiding, zo vertelde hij: “De reden waarom ik heel weinig last heb gehad van de scheiding van mijn ouders, was omdat ze ook na de scheiding goed met elkaar bleven communiceren en beslissingen over mij altijd samen namen. Ik vond dat heel prettig, dat mijn ouders toch gewoon normaal met elkaar bleven praten en dat zij één lijn trokken wanneer het op mij aan kwam.”

Co-ouderschap is niet waar je voor kiest wanneer je aan kinderen begint. Je hoopt je kinderen een liefdevol en stabiel gezin te kunnen bieden. Als dit niet lukt en je gaat ondanks alle inspanningen toch uit elkaar, voel je je vaak schuldig. Goed blijven communiceren met je ex-partner is niet altijd het eerste waar je behoefte aan hebt, maar voor je kinderen is het van groot belang: als papa en mama op één lijn blijven, geeft dat een veel veilig(er) gevoel.

Hieronder nog een aantal tips:

  • Stel elkaar direct op de hoogte van belangrijke zaken / urgente situaties zoals bijvoorbeeld een ziekenhuisbezoek.
  • Ga als dit kan samen kijken op belangrijke momenten, zoals bij uitvoeringen op school, wedstrijden etc. Als het je niet lukt om naast elkaar te staan, zorg dan dat je er wel allebei bent, ook al sta je niet naast elkaar te kijken. Je kind weet dan wel dat jullie beiden de moeite hebben genomen.
  • Neem beslissingen samen: bijvoorbeeld over grotere cadeau’s, rijlessen, hobby’s, etc. Communiceer hierover zo veel mogelijk samen richting je kind. Als dit niet gaat, kun je wel in de wij vorm praten: “Je moeder en ik hebben samen besloten dat..”
  • Maak onderling duidelijke afspraken over wat wel en niet mag, in beide huishoudens!
  • Indien het mogelijk is: drink dan een kopje koffie bij de overdracht; als kinderen zien dat hun ouders ondanks de scheiding toch nog steeds vriendelijk en normaal met elkaar omgaan zonder elkaar in de haren te vliegen, kan dit loyaliteitsproblemen voorkomen.
  • Deze kan ik niet vaak genoeg herhalen: Spreek NIET negatief over je ex-partner waar je kinderen bij zijn! En nee, ook niet tegen een vriendin aan de telefoon, als je kinderen bij je in de kamer zitten. Jij denkt misschien dat ze het niet horen: geloof me, niets is minder waar.
  • Een kind houdt van beide ouders even veel en wil niet kiezen: door negatief over de andere ouder te praten geef je je kind een ontzettend verdrietig gevoel dat – indien herhaald – voor psychische problemen kan zorgen op lange termijn.

Heb jij nog co-ouderschapstips? Laat het weten door een reactie achter te laten!

img_1139-1

“Ik verloor mijn wimpers, wenkbrauwen en haren op mijn hoofd.”

Chrisje’s VIP blogger Susan Schuitema heeft Alopecia areata, waardoor zij last heeft van (soms blijvend) haarverlies.

Wat bijna niemand van mij weet, maar ik wel graag wil vertellen: Een tijdje na de geboorte van mijn zoon, viel het mij op dat mijn ene wenkbrauw begon uit te vallen. Vervelend, maar niet zorgelijk. Ik dacht dat het wel weer aan zou groeien. Steeds meer haartjes vielen uit, en voordat ik het wist was ik bijna een hele wenkbrauw kwijt. Via de huisarts kwam ik terecht bij een dermatoloog. Ze bekeek mijn wenkbrauwen en gaf mij de diagnose Alopecia areata. Juist ja, en dat is?

Het komt er dus op neer, dat je eigen lichaam je haartjes niet herkent en daarom zoiets heeft van, rot maar lekker op. Het zou kunnen dat het weer aangroeit, het zou ook kunnen dat het wegblijft. Daar had ik dus drie keer niks aan. Er is dan ook weinig aan te doen, er bestaan een aantal opties en ik begon met de meest makkelijke. Een lotion die ik kon aanbrengen. Dit heb ik enkele maanden geprobeerd, zonder effect. Na een hele lange tijd zag ik dat langzaamaan mijn wenkbrauw terug begon te komen. Het nadeel daarvan, is dat mijn andere wenkbrauw begon uit te vallen. En daarnaast ook nog aan één kant mijn wimpers. Wat een feest!

Hoewel ik het heel vervelend vond, had ik overal wel een oplossing voor. Mijn wenkbrauwen tekende ik bij. Wat nog best een uitdaging is. Ik liep er in het begin dan ook vaak bij als clown. Te dunne wenkbrauwen, te dik, te lang, te donker. Vooral het laatste, veel te donker! 

Mijn wimpers kon ik weinig aan doen, dat accepteerde ik dan maar. Ik durfde alleen geen make-up meer te dragen, ik was veel te bang dat er nog meer uit zou vallen. Wat wel zorgde voor onzekerheid, want ik voelde me vaak heel kaal. Letterlijk en figuurlijk, kaal. 

Beide wenkbrauwen zijn weer op zijn retour. Ze zijn nog niet zo vol en compleet als dat ze waren, jaren geleden, maar goed, ze zijn weer onderweg. Ook mijn wimpers groeien weer aan, maar wel in de totaal verkeerde richting. Hierdoor sta ik dus iedere ochtend voor de spiegel, met een wimpertang, mijn wimpers in de goede richting te dwingen. Allemaal te overzien.

En toen kwam voor mij de zwaarste klap. Tijdens het borstelen van mijn haar, na het douchen, zag ik in de spiegel een kale plek.

Bovenop mijn hoofd, een kleintje nog maar, maar toch. Er zat een kale plek en ik wist hoe snel dat kon veranderen. Mijn haar ging in een staart, niemand die het zag, niet meer over nadenken, klaar. In de hoop dat het bij dit kleine plekje bleef, maar helaas. Het werd groter en groter, en tot op de dag van vandaag groeit het niet terug, maar valt er alleen maar meer uit. De kale plek is niet meer te verbergen met los haar. 

Daar waar ik geen make-up meer durf te dragen, durf ik nu ook mijn haar niet meer los te dragen. Terwijl ik mezelf toch écht mooier vind met losse haren. Mijn krullen, het staat zoveel vrouwelijker dan mijn strakke staart. Een bezoekje aan de kapper, waar ik mij altijd op kon verheugen, is nu een ‘knip de puntjes maar’ en ik doe snel mijn haar weer vast.

En zelfs nu met staart in, als ik het niet op de juiste manier vast doe, zie je de kale plek. De enige optie is dus echt een hele strakke staart. En daar moet ik het voorlopig mee doen.

Na ieder douchebeurt ben ik bang dat er nog meer haar weg is.

Haren verven durf ik niet meer. En iedere keer als ik in de spiegel kijk, word ik niet blij van wat ik zie. Mezelf lelijk noemen, daar ben ik een tijd geleden mee gestopt, want dat ben ik niet. Maar aantrekkelijk? Dat voel ik mij absoluut niet. Ik zie niet de Susan, die ik eigenlijk van binnen wil zijn. Ik zie een saai en leeg persoon, terwijl ik eigenlijk die krullenbol met een beetje make-up wil zijn. 

Tot nu toe kan ik het nog redelijk verbergen, maar ik denk er steeds vaker over na, wat als? Wat als het niet terug groeit? Wat als het nóg groter wordt en het wel te zien is, als ik mijn haren vast draag? Wat als er nog een kale plek bij komt? Ik krijg de neiging om mijn haar dan weg te halen en een pruik te gaan dragen. Dat stel ik uit, tot het echt niet meer anders kan, maar dat idee alleen al, doet mij pijn. Ik wil het niet, maar ik wil me graag weer mooi voelen. 

Dus de volgende keer dat je mij ziet lopen, en je ziet mij met mijn haren vast en mijn make-uploze gezicht. Denk dan niet dat ik zo’n moeder ben die zichzelf niet meer verzorgt. Zie dan alsjeblieft de vrouw die ik ben, onder mijn naturelmaskertje. Besef dan dat ik in gedachten de blije krullenbol ben mét een beetje make-up. Dan blijf ik heel hard duimen, dat mijn lichaam mijn haar weer wil kennen en dat we elkaar binnenkort weer mogen ontmoeten.

Liefs,

Susan

Voor wie twijfels zijn leven laat bepalen

Twijfelen: iedereen doet het wel eens. Zeker bij grote beslissingen. Twijfelen is een gezond mechanisme om voor- en nadelen goed af te wegen voordat je een beslissing neemt. Toch kan te veel twijfelen je ook tegenhouden in het leven leiden dat jij graag wil.

Hoe gezond twijfel ook kan zijn, één van de grootste “killers” van vooruitgang is zonder meer overmatige twijfel. Twijfel slaat vaak toe bij het nemen van levensbeslissingen; hoe groter de beslissing, hoe harder de twijfel toe kan slaan.

Waarom twijfelen we vaak te lang? Wat is het nut van twijfel? En vooral: hoe kom je er van af als het je afremt in het bereiken van je doelen?

Twijfelaar
Een geboren twijfelaar, zo heb ik mezelf wel eens genoemd vroeger. Bij het nemen van een grote beslissing (Ga ik voor die baan? Blijf ik bij mijn partner? Moet ik nu wel of niet verhuizen?) slaat bij veel mensen de twijfel toe: logisch, want het is ook niet zomaar een beslissing die je moet nemen.

Een verhuizing, een andere baan, een relatie verbreken: het zijn allemaal beslissingen die vergrijpende gevolgen kunnen hebben in je verdere leven. Dat is niet per se negatief, maar het kán het wel zijn; Want wat nou als die nieuwe baan toch niet zo leuk is als het lijkt? Wat als je spijt krijgt van je verhuizing? Wat als je je partner toch gaat missen en niet meer terug kunt?

Twijfel slaat de meeste dromen en plannen dood, omdat het gepaard gaat met angst. Angst om de verkeerde beslissing te nemen (“Wat als ik hier verkeerd aan doe?”) kan je verlammen, waardoor je onnodig lang in de twijfel modus blijft. Onzekerheid kan ook een grote rol spelen: het vergt nogal wat zelfvertrouwen om te zeggen: en vanaf nu gaat het anders.

Waar twijfel het hardst toeslaat
Twijfel slaat vaak het hardst toe in situaties waarin weinig urgentie bestaat. Wat ik daarmee bedoel, kan ik het best toelichten aan de hand van een voorbeeld. Stel, je hebt een baan waar je wel tevreden mee bent, maar waar je niet veel uitdaging uit haalt. Het werk is niet verschrikkelijk, maar ook niet heel leuk. Je haalt er weinig vreugde uit, maar je doet het wel goed en krijgt goede beoordelingen. Daarnaast heb je een vast contract en geen hele vervelende collega’s. Met andere woorden: er is weinig uitdaging, maar ook geen echte urgentie om weg te gaan. Dat je wellicht hele andere doelen voor je loopbaan had – en door tien of twintig jaar in deze baan te blijven hangen die doelen niet bereikt – is achteraf bezien natuurlijk zonde. Toch blijven veel mensen vaak lang hangen op een plek waar ze niet tot hun recht komen.

Waarom?
Niet altijd leuk om te horen, maar wel waar: Mensen zijn gewoontedieren. We voelen ons graag veilig en geborgen. Onze comfort zone is ons vaak meer waard dan ons geluk, hoe gek het ook klinkt. We houden van nature nu eenmaal doorgaans niet erg van verandering. Verandering vinden we maar eng.

Zeker als we een vast contract hebben weten te bemachtigen in deze onzekere tijden, geven we dat niet zomaar op. Een vaste relatie ook niet. De gemoedsrust die komt kijken bij het kunnen betalen van de hypotheek of huur wint het dan van het knagende gevoel dat er meer moet bestaan dan deze sleur van werk dat eigenlijk beneden je niveau ligt.

Als er dan een nieuwe baan langskomt, waarbij je met een tijdelijk contract in een geheel nieuw bedrijf moet beginnen waar je nog niemand kent, slaat de twijfel toe. Zo erg heb ik het nu toch niet? Ik heb nu wel vastigheid en ik weet waar ik aan toe ben. Dit soort gedachten zorgen er vaak voor dat je dan toch maar bedankt voor die uitdagender job.

Hetzelfde geldt voor relaties. Als een relatie je al lang niet meer gelukkig maakt, zou je eigenlijk er mee moeten stoppen. Toch blijven veel mensen langer in een uitgebluste relatie zitten dan nodig, uit angst. Angst voor het onbekende, angst om alleen verder te moeten gaan, angst om al het vertrouwde op te moeten geven. Dus worden de dagen weken, de weken maanden, en worden ze op hun zestigste wakker met het besef dat ze jaren lang in een ongelukkige relatie hebben gezeten. De comfort zone kan wat dat betreft een vals soort gevoel van veiligheid geven: achteraf is er dan vaak alleen maar ruimte voor spijt.

Urgentie maakt twijfelen moeilijker

Wat nu als je opeens zonder werk komt te zitten? Dan valt je vangnet weg en je comfort zone verdwijnt zonder dat je daar zelf iets aan kon doen: zou je dan wel solliciteren op die baan die uitdaging biedt? Waarschijnlijk wel. Zou je het droomhuis wel kopen als je plotseling te horen kreeg dat je eigen woning gesloopt gaat worden? Vast wel. Het wegvallen van die comfort zone dwingt je er toe beslissingen te nemen: wat dat betreft is het soms gemakkelijker om beslissingen te nemen vanuit het principe “Ik heb nu toch niets te verliezen.” Urgentie dwingt: en soms is dat niet eens verkeerd.

Eeuwige twijfel

Voor de eeuwige twijfelaar is het goed om je af te vragen wat je bereikt met het ellenlange twijfelen. Geef je jezelf zo een excuus om comfortabel te mogen blijven leven zonder risico’s te nemen? Geef je jezelf hier mee een mooie reden om je angsten niet onder ogen te hoeven komen? Houd je je eigen onzekerheid hiermee in stand?

Iets nieuws proberen, een nieuw avontuur aangaan, betekent vaak dat je een risico moet nemen. Het is een sprong in het diepe waar niet iedereen zich aan waagt. En ja, het kan misgaan, maar het kan ook ontzettend goed gaan. Vraag jezelf eens af: waar heb je straks meer spijt van; als je het nooit hebt gedurfd of als je dat wel hebt gedaan en het niet is gelukt? Wat is het ergste dat er kan gebeuren? En kun je daarmee leven?

Het leven gaat snel voorbij. De sleur van alledag zorgt er voor dat dagen overgaan in weken, maanden, jaren. Wil je terugkijken op een leven vol twijfels, waarin je jezelf mooie kansen hebt ontnomen? Of wil je terugkijken en denken: ach, ik heb risico’s genomen, but I did it my way!

Ik weet waarvoor ik kies. Jij ook?

“Ach, elk kind heeft wel wat!”

Als moeder van een kind met een diagnose zoals autisme krijg je vaak nogal wat voor de kiezen, qua onwetendheid van mensen.

“Ach, elk kind heeft tegenwoordig wel iets!”

“Tegenwoordig delen ze etiketjes uit, niemand is meer normaal!”

“Mensen moeten hun kinderen gewoon weer gaan ópvoeden!”

Deze – en talloze andere – tenenkrommende opmerkingen krijgen we te horen van mensen die werkelijk geen flauw idee hebben van wat onze kinderen – en wij – meemaken in het dagelijks leven.

Ze hebben geen flauw idee. Geen idee van hoe veel energie wij moeten steken in voor anderen heel normale zaken, die vaak al snel vanzelf goed gaan bij kinderen zonder diagnose.

Hoe veel avonden oefenen – met bijbehorend verdriet en boosheid – omdat veters strikken / huiswerk maken / leren voor een toets niet lukt. Hoe veel tijd we kwijt zijn aan het vinden van kleding die niet prikt, geen naadjes of etiketten op de verkeerde plek heeft omdat het kind daardoor niets anders meer voelt dan alleen dat.

Hoe vaak we bezig zijn met het uitleggen van doodnormale sociale situaties die voor onze kinderen nu eenmaal moeilijker in te schatten zijn. Hoe vaak we een uur langer dan het gemiddelde tien minuten gesprek zitten te praten met leraren, logopedisten, ergotherapeuten en andere professionals.

Hoe we in de loop der tijd zelf autisme expert worden omdat we er alles voor over hebben om ook onze kinderen goed voor te bereiden op de buitenwereld met al haar ongeschreven regels en grijze gebieden.

Lees verder onder de afbeelding

Hoe we constant bewust bezig moeten zijn met structuur aanbrengen, een ritme, vaste rituelen. Hoe we moeten anticiperen op onverwachte situaties en hoe we ons kind daarop kunnen voorbereiden. Hoe vaak we onze kinderen moeten helpen in de interactie met andere kinderen, omdat zij hen niet begrijpen – of andersom.

Hoe we bij elke maaltijd die we bereiden, bij elk uitje dat we plannen, elke dag en ieder uur rekening houden met de mogelijkheden en beperkingen van onze kinderen.

En dan zwijg ik nog over hoe lang we aan onszelf getwijfeld hebben, hoe veel bloed, zweet en tranen het kostte op weg naar de diagnose, hoe kritisch we op onszelf zijn en hoe moeilijk we het soms zelf hebben met altijd de rust en kalmte bewaren.

Nee, niet elk kind krijgt een diagnose. Nee, het ligt niet aan de opvoeding. Sterker nog: de opvoeders die ik ken met kinderen met een diagnose zijn stuk voor stuk bikkels die vechten voor hun kinderen.

Dus de volgende keer dat je iemand hoort zeggen dat elk kind wel wat heeft: laat diegene even dit blog lezen of ga er in elk geval niet in mee, want het is onterecht en beledigend voor talloze ouders.

Bestaat dé ware liefde?

Door Chrisje VIP blogger Susan Schuitema

Bestaat er zoiets als ware liefde?

Als je mij tien jaar geleden had gevraagd of ik in de ware liefde geloofde, had ik ja gezegd, net als nu, maar daarbij had ik toen een compleet ander beeld.

Ooit dacht ik bij de ware liefde aan een totaal plaatje, het perfecte plaatje, en wanneer ik alles van mijn lijstje kon afvinken, dan was ‘het’ de ware. Dat wat je ziet in films.

Wanneer ik nu denk aan de ware liefde, dan denk ik er achteraan: is er ook zoiets als onware liefde dan?

Ik denk niet alleen meer aan een liefdesrelatie maar aan pure liefde op zichzelf. Ik geloof niet in ware liefde, want elke manier van liefde is waar. Onware liefde bestaat niet. Gewoon ‘liefde’ is genoeg.  Ja ik geloof in liefde, absoluut. Ik hou van ongelooflijk veel mensen. En van ieder op een ander niveau, een andere  frequentie. Niet meer, of minder, maar anders. 

Mijn kind is mijn allergrootste liefde. Zijn verdriet is mijn verdriet, zijn geluk geeft mij tranen van blijdschap. Zijn emoties zijn zo met die van mij verbonden, hij is een deel van mij. Wat hij ook zal kiezen, doen of zeggen, die liefde zal nooit stoppen en nooit veranderen. Onvoorwaardelijk een deel van mij. Deze manier van houden van zal ook altijd boven alles en iedereen uitsteken. Hij zal altijd mijn nummer één zijn. (samen met eventuele toekomstige kinderen natuurlijk) 

Dan natuurlijk mijn man, waar ik ‘ja’ tegen zei, tegen een leven samen, dag in, dag uit voor de rest van ons leven. Dat doe je niet zomaar. Hij is degene waar ik naast wakker word iedere dag en waar ik naast in slaap val. Waar ik mijn dromen mee deel. Waar ik mijn allereerste hysterische nieuw bedachte ideeën mee bespreek. Degene waar ik mij op af kan reageren als dingen niet gaan zoals ik zou willen. Iemand met wie ik 24/7 samen kan zijn, zonder elkaar de hersens in te slaan. Voor iemand zoals ik, iemand die heel graag alleen is, zonder teveel prikkels en gedoe, is het best een wonder dat ik 24/7 samen kan zijn met twee levende wezens in één huis. We voelen elkaar aan én we vullen elkaar aan waar nodig.  

Ik weet zeker dat onze relatie zo goed werkt doordat we elkaar vrij laten. Twee compleet verschillende mensen, maar toch zo hetzelfde. Mijn man heeft zijn hobby’s waar ik niet aan moet denken om ze uit te voeren, ik heb mijn interesses waar mijn man niks mee heeft, maar toch tonen we interesse in elkaars dingen en laten we elkaar vrij hierin. Hij wordt enthousiast wanneer ik enthousiast ben en ik word blij wanneer hij iets doet waar hij blij van wordt. En daarnaast hebben we onze gezamenlijke dingen. We vinden het heerlijk om te wandelen, we hebben beide een verslaving aan notitieboekjes kopen, zijn allebei creatief maar op een ander vlak, kijken samen series en films, en oh wee als je verder kijkt zonder mij. 

En natuurlijk hebben wij samen een zoon. Één grote peuter vol met liefde, van ons samen, dat verbindt je uiteraard op een hele speciale manier aan iemand. 

Daarnaast houd ik van mijn vriendinnen, hoe ze allemaal hun eigen karakters hebben, hoe ze allemaal van elkaar verschillen. Met de één ga ik shoppen, met de ander deel ik mijn spirituele  levensstijl. Met de één deel ik mijn hele levensgeschiedenis omdat we elkaar al 20 jaar kennen, en met de ander kan ik een heel gesprek voeren alleen door elkaar GIFS te sturen en ja we snappen elkaar ook nog. Met de één praat ik over relaties, seks en alle persoonlijke onderwerpen, van de ander heb ik wijn leren drinken.  Zo zijn ze allemaal zo anders, en zo mooi verschillend. Ook vriendschap is een vorm van liefde, een manier van houden van, niks meer of minder ‘waar’  dan een relatie. Alle liefde is waar.

We delen onze ervaringen en levens met elkaar, niet vanuit het zelfde huis zoals ik met mijn man doe, maar zeker gevoelsmatig dichtbij. 

Waar het op neer komt is dat er in mijn wereld geen ‘onware’ liefde mogelijk is. Ik voel liefde voor iedereen in mijn leven. En ál die liefdes zijn waar.  Dus ja, ware liefde bestaat, op verschillende vlakken, op verschillende manieren en niveaus.

Niet één ware, zoals in de films of zoals ik ooit dacht, 10 jaar geleden. Mijn liefde is voor iedereen, ongeacht geslacht, ongeacht leeftijd, huidskleur of wat voor verschil. Liefde kent geen grens, liefde kent geen eisen of vormen, liefde is gewoon liefde.  En zeker niet ‘onwaar’.


‘Ware liefde’

Als je mij vraagt naar ware liefde,
dan denk ik meteen aan alles en iedereen.
Als je mij vraagt naar ware liefde,
dan kijk ik gelukkig om mij heen.

Ik zie de mensen en de dieren,
de liefde voor natuur.
Ik zie het leven liefde vieren,
iedere seconde, ieder uur.

Overal is liefde, nooit is dit ‘onwaar’,
doe je ogen dicht, en voel het maar.
Overal is liefde, iedere vorm is ‘waar’,
ik voel het zelfs, wanneer ik naar de sterren staar.

Als je mij vraagt naar ware liefde,
dan denk ik aan alles en iedereen,
Als je mij vraagt naar ware liefde,
dan ben ik nooit alleen.

Liefs,

Susan

Borstvoeding: een eigen keuze

Er wordt zo veel over gesproken en geschreven: borstvoeding. De een is van mening dat je een slechte moeder bent als je je kind borstvoeding ontzegt, de ander moet er niet aan denken en begint meteen met flesvoeding.

Niets is zo persoonlijk als deze beslissing die iedere vrouw voor of na haar bevalling moet nemen: ga ik wel of geen borstvoeding geven?

En zelfs al wil een vrouw haar baby graag borstvoeding geven, dan nog is dit geen garantie dat ook lukt. Soms komt de melkproductie simpelweg niet op gang.

Persoonlijk vind ik dat iedere vrouw voor zichzelf moet kunnen beslissen wat zij doet.

Als zij borstvoeding wil geven moet dit mogelijk zijn of gemaakt worden, als zij dit niet wil, hoeft het niet.

De eerste weken na de geboorte van je kind ben je sowieso fysiek al kwetsbaar, zijn er vaak gebroken nachten en kraamtranen: daar hoeft niet ook nog eens de druk bij van het borstvoeding moeten geven.

Waar ik niet zo goed tegen kan, is de sociale druk die moeders opgelegd wordt. Dit begint vaak al in het ziekenhuis. Als je om een fopspeen vraagt wordt dit afgeraden vanwege tepelspeenverwarring, of zoiets. Ik kan het me niet meer precies herinneren, omdat mijn kind er non-stop heel hard doorheen huilde, omdat de borstvoeding niet op gang kwam en ze dus honger had.

Toen ik vroeg om bijvoeding via fles, werd dat ook ten zeerste afgeraden. Daar lig je dan: oververmoeid, met een hongerige en schreeuwende baby, aan te horen dat borstvoeding – die niet op gang komt – toch echt het allerbeste is voor je kind. Eh, bedankt, en nu hier met die fles….

Elke vrouw moet naar mijn mening kunnen beschikken over alle informatie om de voors en tegens tegen elkaar af te wegen. Maar elke vrouw moet ook vrij zijn in haar keuze om over te stappen op flesvoeding, wat haar reden hiervoor dan ook is.

Wel of niet: je kind laten vaccineren

Door Chrisje VIP blogger Susan Schuitema.

Lang heb ik nagedacht over het onderwerp vaccineren en het feit dat ik hierover wilde schrijven. Hoe schrijf je een blog over zo’n beladen onderwerp, zonder je eigen mening te geven? Ik wil een poging wagen. Het sluit namelijk ook aan op mijn eersteblog, de angst voor een tweede kind.

De laatste tijd wordt er gesproken over het verplichten van vaccinaties in Nederland.

Het volledig verplichten van de vaccinaties schijnt nog niet te kunnen, maar er wordt gesproken over een verplichting wanneer je je kind naar de opvang wilt brengen. Dat de kinderopvang jouw kind mag weigeren wanneer deze niet voldoet aan de vaccinatie eis.

Dat zou dus betekenen, dat een ieder die ervoor kiest geen vaccinaties te laten zetten, niet meer terecht kan bij alle kinderopvangen. Wat daarvan eventueel een gevolg kan zijn, is dat er meer gastouders komen waarbij alle kinderen welkom zijn, gevaccineerd of niet gevaccineerd. Er zouden dan twee groepen komen en wat ik lees in de reacties  op andere blogs, staan deze groepen vaak lijnrecht tegenover elkaar. Hard tegen hard. 

Lees verder onder de afbeelding


Al jaren geleden ben ik mij gaan verdiepen in vaccinaties, het effect hiervan en eventuele gevaren.  Niet alleen van het vaccineren zelf, maar ook van de andere kant, wat als je niet vaccineert? Wat zijn de cijfers, de feiten en ervaringen van beide kanten? En wat als ik een kind zou krijgen, wat zou ik dan doen? Inmiddels zijn we hier uit. Tijdens mijn onderzoek kwam ik erachterdat er eigenlijk drie groepen zijn, gelinkt aan dit onderwerp. 

  • Ouders die wel vaccineren
  • Ouders die niet vaccineren
  • Ouders die ontzettend twijfelen/
  • Ouders die een aangepast programma volgen

Er zijn ouders die vaccineren zonder ooit onderzoek gedaan te hebben naar de effecten of gevaren hiervan, zij hebben hier geen enkele twijfel over en vertrouwen op de artsen. Er zijn ouders die vaccineren, juist omdat ze zoveel onderzoek gedaan hebben naar de effecten en gevaren van beide kanten, omdat ze bang zijn dat zonder deze vaccinaties, hun kind ernstig ziek kan worden. 
Daarnaast zijn er ouders, die wel vaccineren maar dit doen doormiddel van een aangepast programma. Zij zoeken per vaccinatie uit of zij deze wel of niet willen geven en geven dus een gedeelte van het vaccinatieprogramma.

Daarnaast zijn er ouders die na veel onderzoek besluiten om niet te vaccineren. De gevaren van het vaccineren wegen voor hen zwaarder, dan de gevaren van één van de ziektes waarvoor ingeënt wordt. Zij besluiten om het volledige programma te weigeren, gaan wel of niet naar het consultatiebureau voor de overige controles maar vaccineren dus niet. 
Uiteraard zijn er ook ouders die vanwege geloofsovertuigingen en gezondsheidsredenen (allergie) niet vaccineren.

Als laatste zijn er de twijfelaars, ouders die niet weten wat ze moeten doen. Aan de ene kant kan je kindje onwijs ziek worden van de vaccinatie en hier schade aan overhouden, aan de andere kant kan je kindje, wanneer je niet ent, één van de ziektes oplopen en hier schade aan overhouden. Vaak zijn deze ouders bang voor de mening van de mensen om hen heen, bang voor een oordeel wanneer ze niet zouden vaccineren, maar ook bang voor een oordeel wanneer ze besluiten wel te vaccineren.
Het is kiezen tussen twee kwaden, voor hun gevoel.



In mijn omgeving ken ik mensen van beide kanten.

Er zijn veel mensen in mijn omgeving overtuigd van het nut van vaccinaties en hierover valt niet te discussieren. Ook zijn er veel mensen in mijn omgeving die ervoor kiezen om niet te vaccineren en zij zijn ook heilig overtuigd van hun standpunt. In mijn geval lastig om uit te komen voor wat wij kiezen want van beide kanten komt hoe dan ook een oordeel.

Ondanks dat wij als ouders een bewuste keuze maken op dit vlak, begrijp ik de angst van een grote groep mensen.
Na alle boeken, artikelen, gesprekken en documentaires over het vaccineren vind ik het nog steeds onwijs moeilijk om 100% achter onze keuze te staan. En heel soms twijfel ik ook nog of we wel de juiste keuze maken. Ik snap daarom echt onwijs goed dat het lastig is te kiezen en vooral wanneer je weet dat wat je ook kiest, er altijd mensen zullen zijn die een oordeel klaar hebben. Angst voor de vaccinaties, angst voor wanneer je niet vaccineert, angst voor de aanwezigheid van kinderen die geen vaccinaties krijgen, angst voor het oordeel van een ander. Angt overheerst bij dit onderwerp, en uit angst zeggen en doen mensen soms gemene dingen.

Over de mensen die niet vaccineren hoor ik zelfs opmerkingen als ‘geef ze maar een markering op hun kleding, dan herkennen we de kinderen waarmee onze kinderen niet mogen spelen.’ Over de mensen die wel vaccineren lees ik dingen als ‘zij maken hun kinderen bewust ziek en jagen ze de dood in.’ En over beide kanten lees ik meerdere malen per week het volgende ‘zij zouden geen kinderen mogen krijgen en wat een slechte ouders!’

Wat ik heel graag mee wil geven in mijn blog is: probeer open te staan voor de keuzes van een ander.
Probeer vanuit hun oogpunt te kijken, waarom zij bepaalde keuzes maken of je het hier nou mee eens bent of niet. Ik ben er van overtuigd dat alle ouders, hoe moeilijk ook, vanuit hun hart kiezen voor het beste voor hun kinderen. Uit liefde voor hun kinderen dat kiezen, wat hen het beste lijkt. 

En ik zou heel graag zien dat er meer liefde kwam en minder haat. Meer begrip en minder oordeel. Meer openheid en minder woede. 

Of wij als ouders nu wel of niet vaccineren, dat doet er niet toe, het enige waar ik op hoop is dat iedere ouder die voor deze keuze staat, dat mag kiezen wat het beste voelt voor hen. Dat een ieder de vrijheid krijgt om zelf te belissen. Want nog een kind op deze wereld zetten, waarin zoveel haat leeft? Ik vind het eng. Op dit moment heb ik zelf de keuze om wel of niet te vaccineren, maar wat als ik dat straks niet meer heb? Wil ik dat die keuze voor mij gemaakt wordt? Wil ik dat mijn kind straks buitengesloten wordt omdat hij/zij vaccinaties heeft gehad of juist omdat wij ervoor gekozen hebben dit niet te doen? Nee, ik wil dat mijn kind geaccepteerd wordt, in welke situatie dan ook. En alle haat die naar boven komt wat betreft dit onderwerp, dat maakt het voor mij extra lastig om te kiezen. Niet of ik wel of niet vaccineer, maar over een tweede kind en het beperken van mijn vrijheid op dit gebied. Ik wil kunnen kiezen, ik wil kunnen twijfelen, ik wil op ieder moment kunnen besluiten het toch wel, of toch niet te doen. Moeten, dat maakt mij angstig. 

Laten we alsjeblieft wat meer beseffen, dat iedere ouder uit liefde handelt en dat er geen goed of fout bestaat.

Susan Schuitema

Chrisje VIP Blogger

Nieuwe opvoedingsmethode of oud nieuws? Slow Parenting..

Er is een nieuwe opvoedmethode die helemaal trending is: Slow Parenting.

Jaag jij van afspraak naar afspraak of van school naar sportclub en weer terug met je kind? En kun je door dit drukke schema niet gewoon lekker genieten van je kind? Dan is Slow Parenting misschien wel wat voor jou.

Hier vind je een uitgebreide (Engelstalige) uitleg, maar voor de gehaaste lezer houdt de methode kort samengevat in, dat je met deze nieuwe opvoedingsaanpak meer in het moment leeft, minder met technologie bezig bent en minder met vooruit plannen.

Je overlaadt je kinderen niet langer met activiteiten maar geeft ze de vrijheid om te genieten van wat ze (thuis) kunnen doen. Hiermee verlaag je zowel de druk op je kind als op jezelf. Mindful opvoeden dus.

Nu wil ik niet vervelend doen, en ik juich deze methode absoluut toe, maar volgens mij deden ouders dat in de jaren tachtig al massaal.

Als wij vroeger weekend hadden, mochten we buiten spelen, of binnen. Dat was het wel zo’n beetje. Wij gingen niet elke zondag naar een binnenspeeltuin, pretpark of bioscoop. Hooguit af en toe naar opa en oma of een familieverjaardag. En als je je verveelde, tja, dan verbeelde je je maar. “Daar word je creatief van,” zei mijn moeder dan. En dat was zo.

Ik ben zelf overigens onbewust voor een groot deel al heel lang een slow parent, trouwens. Op zondag houd ik heel vaak “pyjamadag” met mijn dochter, die het heerlijk vindt om de eerste uren in haar pyjama en ochtendjas te zitten knutselen. Soms verveelt ze zich wel eens op pyjamadag, maar dan gaat ze vanzelf buiten kijken of haar vrienden er zijn of spelen we een potje badminton in de achtertuin.

Dus… Ja, ik sta absoluut achter de nieuwste trend van Slow Parenting. Ik zou het zelfs iedereen aanraden. Het is alleen naar mijn mening helemaal niet nieuw.

Gratis weekmenu en gastblog Babette: zelf aan de slag met je voeding!

Deze week vind je het voorlopige laatste weekmenu voor Chrisje. Ik denk dat ze de afgelopen weken behoorlijk inzicht heeft gekregen aan wat er nu gegeten mag worden aan kcal en producten. Het is altijd goed om op een gegeven moment er zelf verder mee te gaan. En uiteraard stopt de begeleiding nu niet, we zullen korte lijntjes houden en ik zal haar zeker blijven helpen.
MAAR IK GA NIET STOPPEN MET BLOGGEN HOOR!

Ik vind het zo ontzettend leuk om te doen, dus daar ga ik mee door. Als jij dat ook leuk vind 😉

In deze blog geef ik je een aantal tips voor handige apps welke je kunt gebruiken om te zien of je genoeg eet en de goede voedingsstoffen binnen krijgt. Er zijn er uiteraard nog meer, maar deze vind ik persoonlijk erg fijn.

Mijn Eetmeter App;

hier kun je precies invullen wat je gegeten hebt en geeft een overzicht of dit gezonde keuzes zijn en wat eventueel alternatieven zijn.

KiesIkGezond App; heel handig om in de winkel producten te scannen en te zien of dit een gezonde keus is. Ook geeft deze gelijk een gezond alternatief.

SlimKoken App; heb je restjes over of wil je een bepaald ingrediënt eten, deze app laat je de meest heerlijke gerechten zien, waarbij ook nog eens vermeld staat hoe je het moet bereiden en wat de voedingswaarde is.

De weekmenu’s voor Chrisje waren gebaseerd op een aantal aanbevolen producten die zij nodig heeft. Eigenlijk is het voor iedereen gezond om dit te eten. De hoeveelheid van wat je moet eten van die producten varieert per leeftijd, geslacht en activiteit. Maar wat zijn nou die gezonde aanbevolen producten:

Minimaal 250 gram groente

2 stuks fruit

Volkoren brood

Aardappelen of volkoren graanproducten

Noten of 100% pindakaas of notenpasta

1 portie vlees/vis/peulvruchten, ik verdeel het meestal zo over de week (nogmaals het is maatwerk, dus altijd in overleg)

1 x vis

1 x peulvruchten

1 x vegetarisch

1 x ei

2 x kip

1 x vlees

Zuivel

Kaas

Smeer- en bereidingsvetten

1,5 – 2 liter vocht (water, thee of koffie zonder suiker)

Als je deze producten eet in de juiste hoeveelheden krijg je ook voldoende mineralen, vitamines, eiwitten, koolhydraten, vetten en vezels binnen.
Daarnaast is het belangrijk om zoveel mogelijk onbewerkte en pure producten te eten. Op de site van het Voedingscentrum vindt je per productgroep een overzicht van wat de meest verantwoorde keuzes zijn.

Ik hoop je zo een beetje inzicht te hebben gegeven in welke voedingsstoffen je nodig hebt en welke Apps handig zijn om te gebruiken. Zoals gezegd is het altijd maatwerk. Heb je hier vragen over dan mag je me natuurlijk altijd een berichtje sturen.

En dan heb ik nog wel een vraag aan jou; HEB JIJ NOG HANDIGE TIPS WELKE APPS JIJ GEBRUIKT?

Ook deze week is er weer een weekmenu voor Chrisje, het menu van de vorige week hebben we besproken en het menu is naar wens van Chrisje aangepast voor haar. Naast hetgeen wat aan drinken hier genoemd wordt, zorgt Chrisje er voor dat ze voldoende drinkt (water, koffie zonder suiker en melk, thee)

Lieve groet,

Babette

Je kunt me ook vinden op Facebook: www.facebook.com/FriendsofFood of op mijn website www.friendsoffood.nl

Heb je nog ideeën voor een volgende blog? Laat het even weten!

GRATIS WEEKMENU:

Gratis weekmenu 3 + Gastblog “Help, hoe kom ik de vakantie door zonder kilo’s aan te komen?” door Gastblogger Babette

Help! Hoe voorkom ik dat ik kilo’s aan kom in de vakantie?  

De meesten zullen het vast wel herkennen…………..VAKANTIE!! En nu gaan ALLE REMMEN LOS! Maar waarom?

Jaren geleden gebeurde dat bij mij ook hoor. Lekker op vakantie, ontspannen, gezellig sfeertje en nergens op letten. Mezelf gewoon overeten, te veel lekkere dingen eten, zelfs zoveel dat ik gewoon last van mijn buik kreeg. Maar ja, het was allemaal zo lekker, dus ik had het er wel voor over. Maar eigenlijk voelde ik me er gewoon helemaal niet lekker bij.

Tegenwoordig gebeurd me dat echt niet meer. Gewoon omdat ik het niet wil. Geniet ik dan niet op vakantie, zeker wel, net zoveel als toen, het grote verschil is dat ik nu geen last meer van mijn buik heb. Hoe doe ik dat dan?

Ik zorg dat ik ook op vakantie voldoende beweging krijg. En dat doe ik door soms de hardloopschoenen aan te trekken, maar is het te warm dan doe ik het niet. Dan pak ik mijn wandelschoenen. Heerlijk een stuk wandelen en genieten van de omgeving. Je hoeft geen uren te lopen, maar loop eens een half uurtje lekker stevig door, elke dag. Wat is nu een half uurtje op een dag? Je verbrand energie en je zult merken dat je je er echt beter van gaat voelen. Je komt op mooie plekjes en geniet daardoor heerlijk van de omgeving.

Ik zorg dat ik goed ontbijt, een goed begin van de dag; ‘s ochtends verbrandt je de meeste energie, dus zorg ook dat je die binnenkrijgt. Daarnaast is het ook zo, als je zorg dat je goed gevuld bent, heb je ook niet zo snel de neiging om te gaan snaaien.

Ga lekker naar de markt in de omgeving. Koop daar het fruit van de omgeving en maak een lekkere fruitsalade, zet deze lekker in de koelkast, zodat je daar 2 x per dag een lekker schaaltje van kan eten. Doe er desnoods een beetje magere yoghurt of kwark doorheen en je hebt ook gelijk weer wat melkproducten binnen. Je zou zelfs als lunch een heerlijke fruitsalade met kwark kunnen eten.

Heb je ‘s avonds met het warme weer geen zin om te koken? Een salade is zo gemaakt. Lekker allerlei soorten rauwkost door elkaar doen en doe er een blikje peulvruchten (kikkererwten, kidneybonen) door. Je kan de peulvruchten ook afwisselen met gerookte of een hard gekookt ei of een blikje tonijn of stukjes kaas. Serveer het met een stuk brood of doe er een andere dag afgekoelde volkoren pasta doorheen of kook wat krieltjes en laat deze afkoelen tot ze lauwwarm zijn. Wissel de groente ook af, waardoor het toch gevarieerd is en je elke dag toch kunt genieten van het eten. De afgelopen weken stonden in het menu ook diverse salades, misschien kun je hier ook nog inspiratie uit halen.

Drink veel water, voeg eventueel wat fruit er aan toe of wat citroensap. Ook dat is heerlijk.

En heb je zin in wat lekkers ongezonds, ook dat moet uiteraard kunnen en daar kom je echt niet gelijk kilo’s van aan. Als je de basis goed hebt, dan kan dit prima.

Weet dat je ook van gezond eten echt kunt genieten en dat dit heerlijk is!

En vooral ook: LUISTER NAAR JE LIJF! Genoeg is genoeg, meer hoeft niet. Geniet van hetgeen je wel eet.

Heb je nog leuke tips of aanvullingen? Ik lees ze graag, reageer dan graag hieronder.

Ik wens jullie allemaal een hele fijne vakantie! Geniet er van.

Lieve groet

Babette

Je kunt me ook vinden op Facebook: www.facebook.com/FriendsofFood of op mijn website www.friendsoffood.nl

Heb je nog ideeën voor een volgende blog? Wat wil je weten? Ook dat hoor ik graag.

Ook deze week is er weer een weekmenu voor Chrisje, je ziet dat eigenlijk vooral de wijzigingen zitten in het avondeten. De rest van de dag is eigenlijk hetzelfde gebleven. Als je dat bevalt is het prima om dit hetzelfde te houden. Er zit genoeg variatie in de week. Wat werkt, hoef je niet te veranderen 🙂

Naast hetgeen wat aan drinken hier genoemd wordt, zorgt Chrisje er voor dat ze voldoende drinkt (water, koffie zonder suiker en melk, thee).

GRATIS WEEKMENU #3

Gastblog Ellen deel 2: de Vrouwelijke Pubervariant

De vrouwelijke variant wordt nooit vervelend, dwars of puberaal. Dat zijn haar eigen woorden. Ik heb ze direct vastgelegd, schriftelijk, ondertekend en in drievoud.

Het is wel waar, ze is heel gemakkelijk in de omgang. Ze snapt dat het leven een stuk prettiger is wanneer ze meewerkt. Ze gaat mee boodschappen doen, dekt zonder commentaar de tafel, en eet wat de pot schaft.

Daar zit dus een klein probleem. De mannelijke puber leeft voornamelijk van de P’s. Patat, Pizza, Pasta, Pannenkoek, en, toegegeven, Paksoistamppot. Maar de vrouwelijke variant. Zij lust dat dus allemaal niet. Ook geen appelmoes, mayonaise, alles wat nagenoeg alle kinderen lusten, dat hoeft ze niet. Zij zat als tweejarig hummeltje naar mijn asperges te kijken en vroeg: “Mama, wat zijn dat voor een stengels?” Weg asperges. Inclusief biefstuk, aardappeltjes, ham en ei.

Het is dus nooit goed, qua eten. Maar dat ligt niet aan de vrouwelijke puber.

Ze is ook inderdaad nooit heel erg vervelend. Soms dan, als je haar wakker maakt vóór 12 uur ‘s middags. Ze heeft een masterclass uitslapen gedaan. Misschien maakt dat het zo makkelijk, ze is er gewoon niet, want ze ligt tot minstens 12 uur in bed.

Ze kan ook heel goed haar broer opvoeden. Dat leidt tot discussies. Ik vraag me dan af waarom ze niet allebei perfect zijn, aangezien ze het beiden heel goed blijken te weten. Maar zelfreflectie is nog een brug te ver. Logisch ook, het zijn pas pubers. Ze beginnen wel steeds meer op echte mensen te lijken, dat wel.

Min dochter stapte vorig jaar al met een vriendin in de trein om te gaan shoppen in Venlo. Of in Maastricht. Of in Den Bosch. En natuurlijk vind ik dat stoer, maar kom op zeg. Ze is nu pas 13. Ik wil haar vervoeren in een kinderzitje achter op mijn fiets, niet zelfstandig in de trein. Ze krijgen beiden kleedgeld. Dus dan komt ze thuis, met lamme armen van alle tassen, die ze ook allemaal meesleept in de trein. Ze heeft haar eerste piercing. Dat mag vanaf 12. Ze ontdekte dat toen ze nog 11 was. Met 12 jaar en twee dagen zaten we in de tattoo shop, om een gat in haar oorschelp te laten schieten. Wanneer je mij nu een onverantwoordelijke moeder vindt, dat mogen ze vanaf 12 jaar zelf regelen, zonder toestemming van ouders. Het leek me dus verstandig met haar mee te gaan en een gedegen shop uit te zoeken, om te voorkomen dat ze zelf een breinaald in haar oor zou steken.

De vrouwelijke puber gaat wel een weekje naar lenteschool, in de meivakantie. Om wat vakken bij te spijkeren. Ze heeft namelijk nooit huiswerk. Ook nooit proefwerken. Zelfs niet in de proefwerkweek. Nooit hoeft ze iets te doen. Ze weet alles al. Ze wilt medicijnen gaan studeren, en ik zie al heel veel geld verdwijnen in een studentendispuut. Want het is een feestbeest. Ze mist geen enkel uitje, geen enkel feestje, ze is overal bij, en wanneer ze er niet bij kan zijn, dan zorgt ze wel dat het verzet wordt. Het lijkt wel een voorbeeldige puber, maar ik houd mijn hart vast voor de toekomst.

Kortom, pubers. En kleinkinderen. Niet vermoorden dus, die pubers, denk eraan. Dat is momenteel mijn mantra.

Ellen Boonstra

Wil jij ook als Gastblogger jouw blog delen met 30.000 volgers? Stuur dan je leukste blog via e-mail naar de redactie!

Mijn puber is een gamer: Gastblog door Ellen!

Er is een spreuk, die gaat als volgt: “Het krijgen van kleinkinderen is de beloning voor het niet vermoorden van je pubers”. Ik ben benieuwd of ik ooit oma word.

Want die pubers, die puberen wat af. Ik heb er twee. Een mannelijke, en een vrouwelijke variant. De mannelijke variant is een gamer.

De meest gehoorde uitspraak van hem is: “Wacht effe”. “Kom je eten?” “Wacht effe.” “Ben je klaar?” “Wacht effe.” “Ga je douchen?” “Wacht effe.” “Ruim je dat even op?” “Wacht effe”. Als er iets is waar ik een hekel aan heb, dan is het wel wachten. Dit leidt dus tot behoorlijk wat ergernissen hier in huis. Ik snap het ook niet. Ik kondig het avondeten aan, vanaf een kwartier van te voren. Ik kondig het inmiddels al drie keer aan. En dan nog volgt steevast het antwoord….wacht effe. Want die games, die zijn van levensbelang. Fortnite speelt hij. Inclusief dansjes, tenminste, moves. Hij ging het me uitleggen, want moeders snappen niks van de jeugd van tegenwoordig. Daar zijn mijn mannelijke puber en ik het dan wèl over eens.Een online game kun je dus niet zomaar afsluiten. Want je speelt in een team. En als je offline gaat, laat je dat team in de steek, of je wordt vermoord. Uuuuh wat?? “Nee mahaaam,” (met dikke oogrol en een zucht vanuit zijn tenen), “…jouw karakter in de game wordt dan vermoord.” Ooooh… dat klinkt al minder ernstig. De uitspraak die met stip op nummer twee komt: “Ik moet hier ook alles doen”. En nee, dat zeg ik niet, maar hij! Ik ben een gescheiden moeder, de pubers zijn om de week bij mij. Ze krijgen hun natje en hun droogje op een presenteerblaadje aangeboden. Toegegeven, hier zit een stukje schuldgevoel in. Maar dat hoeven de modelpubers niet te weten. Ik werk, ik doe het huishouden, de boodschappen.. enfin, dat hoef ik jullie allemaal niet te vertellen. Doen jullie ook allemaal. Dan is de chips er niet die meneer blieft. Mag hij zelf met mijn geld naar de winkel, om de goede chips te kopen. Moet hij alles doen. Daar krijg je toch moordneigingen van? En dan de elastiekjes. Die vind ik o-ver-al. Op zijn kamer, op de badkamer, in de keuken. Overal, behalve in de prullenbak. Gelukkig is de hoeveelheid elastiekjes gehalveerd, want de vrouwelijke puber is inmiddels beugelvrij. Daarnaast moet ik elke avond vragen of hij ze in heeft, wat nooit het geval is. En deze gek brengt meneer de puber dan zijn elastiekjes… Maar toegegeven, als hij daar dan zo lekker in zijn bed ligt, met zijn pyjamaatje aan, en ik toch nog een stevige knuffel krijg, realiseer ik me dat het ondanks alles best een leuke puber is.

Ellen Boonstra

Wil jij ook eens een column schrijven als Gastblogger voor Chrisje? Stuur dan jouw leukste column naar redactiechrisje@gmail.com en wie weet, misschien verschijnt jouw gastblog wel op Chrisje.info!

 

Een kinderverjaardag organiseren met ADHD – door gastblogger Karina

Chrisje´s Gastblogger, Karina Dorresteijn, is ADHD-moeder. Zij schrijft graag over haar avonturen. Haar eerste gastblog voor Chrisje gaat over het organiseren van een kinderfeest met ADHD – en alles wat
daarbij komt kijken.

Lang zal ze leven… en iets met slingers en een partytent
Verjaardagen en ik: twee dingen die niet matchen. Of dit specifiek ADHD-gerelateerd is weet ik niet, maar het zal er in ieder geval niet aan bijdragen om een relaxte fuif te organiseren. Mijn eigen verjaardag sla ik dan ook al jaren over. Maar voor de kinderen kan ik dat niet maken, dus ben ik minimaal drie keer per jaar overgeleverd aan die killing stressdagen van hapjes, drankjes, taarten, kadootjes, het slepen met stoelen en statafels, binnen of toch buiten en last but not least..de soms uiterst ingewikkelde relaties tussen bepaalde familieleden en vrienden.

pexels-photo-796605Stuiterend op en neer naar de supermarkt
Het familiediner van Bert van Leeuwen is er niks bij. Mijn wederhelft zegt dan altijd doodleuk: joh, daar hoef jij je toch niet druk om te maken? Eh, niet druk maken? Dat zeg je tegen mij?? Ik stuiter al dagen van te voren met welke culinaire hoogstandjes ik dit jaar de familie ga verblijden, ik heb ooit een avond een taartenworkshop gevolgd dus hé die taart voor veertig man kan ik best zelf bakken en decoreren. Vijf keer rijden om alles te halen bij de supermarkt, die lollige caissière die bij de vijfde keer weer dezelfde grap maakt (of ik soms een hongerwinter verwacht..) Ik voel dan een ontzettend *HJB tje aankomen, maar slik de lelijke woorden die opborrelen in en kan nog net op tijd redelijk neutraal de tent verlaten.

Bloedvaart voor de partytenten
pexels-photo-296878Een avond van te voren zie ik per ongeluk een weerbericht langskomen en dat stemt mij verre van vrolijk. Ik geef wederhelft de opdracht om met een bloedvaart naar mijn ouders te rijden om de partytenten op te halen. Ze wonen hier zo’n honderd kilometer vandaan, dus dat is al gauw een avondvullend programma. Gelukkig kent hij deze buien van mij en hij weet niet hoe snel hij achter het stuur moet kruipen om dat ding op te halen. Twee van de drie kinderen zijn hoogzomer jarig, dus in gedachten zie ik dan altijd een zonnig tuinfeest voor me. Maar als de grote dag dan is aangebroken, regent het vaak pijpenstelen en spoelt mijn laatste beetje goede humeur met de regenbuien mee de put in. Donderwolken pakken zich samen boven mijn hoofd en huis, ik wil voor mijn jarige kind een vrolijke zonnige dag met bijbehorende blije olijke moeder uit de Bona-boter reclames die de boel op rolletjes laat lopen. Ik wil de opgeruimde moeder zijn die dartelend met koffie en bitterballen langs de visite gaat. Zonder vlekken op haar nieuwe jurk, de hond in de slagroomtaart of smoezelige glazen omdat de vaatwasser of ikzelf die toch waren vergeten te wassen.

Vergeten hapjes
Wat ook zo leuk is: als je aan het eind van de feestdag je koelkast opentrekt en er nog hapjes voor een heel weeshuis staan te wachten. Oeps, vergeten. Sorry kinderen, jullie hebben geen olijke Bona boter-moeder getroffen. Hoe lief ik ze ook vind en hoe ik ook mijn stinkende best doe, ik heb op de dag des onheils altijd heel erg de behoefte om de eerste de beste trein naar Fucking Nowhere te nemen. Als iemand mij die ochtend een enkele reis Siberië zou aanbieden zou ik meteen gaan, terwijl ik kou haat en ook nog eens heimwee heb.

Waarom voelt het of dat mijn leven er van afhangt als een verjaardagspartijtje niet perfect verloopt? En heeft mijn kind een minder leuke dag als de tent weg waait of de statafels niet helemaal in VT Wonen stijl zijn versierd? Nooit tevreden met 80% maar altijd 200% van mijzelf eisen, dat is wel een typische ADHD-eigenschap.

pexels-photo-587741

Georganiseerd plan….
Mijn psychologe gaf mij ooit de tip om een overzichtelijk plan te maken en alles af te vinken om rust te creëren in mijn chaotische warhoofd. Op zich geen verkeerd idee, dus bij de eerstvolgende verjaardag maar in de praktijk gebracht…. Maar… waar heb ik dat verrekte ding gelaten? Hele dag dat plan aan het zoeken geweest .. Zucht, schat haal jij toch maar even snel die partytenten op, Piet Paulusma voorspelt regen morgen.

(*betekenis van HJB tje: een iets vriendelijkere afkorting voor; hou je bek)

Meer van Karina lezen? -> Kaatsbarn.wordpress.com/

karina dorresteijn profielfoto

Interview met Aisha Scheuer van DIWMOTZ: “Ik kan heel goed loslaten.”

diwmotz
Ze is bedenker en oprichter van de populaire Facebook pagina DIWMOTZ (Dit Is Waarom Mensen Op Twitter Zitten, 116.000 volgers): Aisha Scheuer, een vrouw met een modern gezin, een neus voor grappige tweets, zakenvrouw met twee bedrijven, een achtergrond in de kinderopvang en een – tot voor kort verborgen – talent voor (slaap)coachen. Toch mag ik haar geen powervrouw noemen, tenzij ik succesvolle mannen ook powerman ga noemen. 

Hoe is het idee ontstaan voor DIWMOTZ?
DIWMOTZ is oorspronkelijk ontstaan als een grap. Ik werkte in die tijd nog in de kinderopvang. Ik ontdekte Facebook en op een gegeven moment ook hoe je een Facebook pagina kan starten. Voor de grap verzamelde ik grappige tweets en plaatste deze op mijn pagina. In het begin had de pagina maar 50 likes, voornamelijk van vrienden en familie. Maar opeens ging één van die tweets viraal, en kreeg de pagina in een paar dagen tijd 20.000 volgers.

Opvallend: op Facebook hebben jullie meer volgers dan op Twitter. Moet er dan niet ook een DIWMOFZ komen?
Het is wel eens door mijn hoofd gegaan. Mensen zeggen ook wel eens: “Moet je nu niet ook een pagina maken met Dit Is Waarom Mensen op Instgram of Facebook Zitten?”. Maar ik heb de pagina nooit zo willen uitbreiden. Daarbij vind ik dat ik dan van het begin af aan de pagina “Dit Is Waarom Mensen Op Internet Zitten” had moeten noemen.

Beheer je je pagina en website (www.diwmotz.nl) in je eentje?
In het eerste jaar deed ik alles alleen. Dat was op een gegeven moment niet meer te doen. Inmiddels werk ik met drie freelancers samen, waarvan één mijn vriendin Marleen is. Zij schrijven ook veel van de webcontent. Ik heb geen journalistieke achtergrond, het echte schrijfwerk moet je niet aan me overlaten: ik beleef daar ook niet echt plezier aan.

Werk je nog in de kinderopvang?
Nee. Sinds 31 december 2016 ben ik gestopt met mijn werk in de kinderopvang. Toen ben ik me gaan richten op de website en Facebook pagina. Daarnaast ben ik sinds kort aan de slag gegaan als slaapcoach. Een vrouw op Twitter vertelde dat haar zoontje zo slecht sliep. Ik had hier persoonlijk veel ervaring mee, vanuit mijn werk in de kinderopvang maar ook doordat mijn eigen zoon als baby ook erg slecht sliep. Hiervoor heb ik toen een slaapplan opgesteld, wat direct werkte. Voor de vrouw op Twitter heb ik een slaapplan opgesteld;  dit werkte ontzettend goed. Daarna ben ik steeds meer ouders gaan coachen. Het coachen is waar mijn talent ligt. Ik coach ouders overigens op afstand, telefonisch of via e-mail. Dit is de meest effectieve methode: ouders zitten er meestal niet op te wachten dat ik mee kom kijken. Bovendien werkt de aanpak erg goed. Ik ben me gaandeweg steeds meer in slapen en coaching gaan verdiepen, startte met een opleiding tot coach. Overige inkomsten genereer ik uit de website.Voor mij is het een combinatie die goed werkt. Af en toe geef ik social media trainingen, waarbij ik mensen inspireer met mijn levensverhaal.

080372ef-1f4d-4b7f-8085-02e30a96c5cfOp je website staat dat je ook in te huren bent om zalen leeg te laten lopen, haha.
Ja, haha, dat klopt. Dit is ook nog eens serieus zo overgenomen door een grote website: Aisha is in te huren voor feesten en partijen, haha. Ik werd ook eens genomineerd voor de VIVA400 award, als powerwoman. Ik las het laatst al op Twitter, waar iemand zei: zodra een vrouw iets bijzonders presteert is het opeens een powervrouw. Terwijl je nooit iets hoort over een powerman: succesvolle mannen noemen ze gewoon man.  Daar kan ik me ook echt over verbazen.

Je bent ook columnist voor KEK mama en LindaNIEUWS.
Klopt. Voor LindaNIEUWS schrijf ik geen columns, ik maak er overzichten voor van de leukste tweets. Voor KEKmama schrijf ik columns over mijn privéleven en ervaringen als moeder. Dit gaat bijvoorbeeld ook over de manier waarop Shai verwekt is: via een bekende donorvader. Mensen zijn vaak wel heel nieuwsgierig hoe dit dan in zijn werk gaat, maar durven het niet te vragen. Ik heb daar geen moeite mee: ik heb er nooit geheimzinnig over gedaan, ook naar Shai toe niet. Uiteraard bepaalt ieder koppel dit voor zichzelf.

Hoe ziet een gemiddelde doordeweekse dag er voor jou uit?
Sinds kort heb ik een kantoor. Daarvoor werkte ik vanuit thuis. Ik vind het prettig om een eigen kantoor te hebben: daar zit ik elke dag van negen tot vijf. De freelancers werken op afstand mee. Mijn kantoor is echt mijn eigen domein: door daar te werken creëer ik rust en afstand, een duidelijker afscheiding tussen werk en privé. Het coachen gebeurt ook vanuit mijn kantoor.

Doe je met jouw kanaal ook dingen voor de LGBT community?
Nee. Ik zie dit los van elkaar. Toen de pagina zo groot werd, heb ik nagedacht over welk standpunt ik ging innemen. Het enige waar ik nog wel eens een standpunt over kan hebben is bijvoorbeeld over Trump. Ik zal niet snel een politieke mening geven. Mijn site gaat over humor, over luchtige zaken. Politieke standpunten horen daar zo min mogelijk thuis, wat mij betreft.

Als je vanaf morgen nog maar één van je werkzaamheden mocht verrichten, welke zou dat dan zijn?
Het coachen. Oh, dat kwam er wel heel snel uit hè? Ja, het coachen is echt mijn talent. Mijn vriendin zei laatst trouwens, dat ik altijd heel kort en bondig antwoord kan geven en snel kan beslissen. Ik durf inderdaad duidelijk te zijn. Ik heb een burn-out gehad ten tijde van de geboorte van mijn zoontje. Misschien heeft dat er ook mee te maken: Ik heb geen geduld meer om lang te twijfelen. Je wordt ook nooit meer de oude volgens mij, na een burn-out.

Moet je dat willen dan?
Nee, ik denk van niet. Je bent immers niet voor niets in een burn-out terecht gekomen. Als je het niet nog eens wilt krijgen, zul je dingen moeten veranderen. Ik hak nu veel gemakkelijker knopen door.

Wat heeft de burn-out gedaan met jou als moeder?
Mensen doen soms zo hysterisch over hun kind. Ik vraag me dan altijd af:  hoe kun je die energie opbrengen? Ik heb niet de energie om alles zo perfect te doen. Ik ben ook heel open tegenover mijn zoon. Ik maak het leven niet mooier dan het is. Als ik druk in mijn hoofd ben, vertel ik hem dat. Dat hoort ook bij het leven. Ouders doen vaak richting hun kinderen alsof ze alles aankunnen: daarmee geef je zo´n vertekend beeld van het leven aan je kind. Hierdoor creëer je een generatie die denkt dat iedereen alleen maar altijd gelukkig moet zijn en dat alles altijd perfect hoort te zijn. Als je naar social media kijkt, zie je vaak ook alleen de mooie buitenkant. Maar schijn bedriegt: de realiteit is nu eenmaal vaak hard.

IMG-4932Daar heb je helemaal gelijk in! Om nog even terug te komen op je website en pagina. Om welke tweet moest jij zelf het hardst lachen?
De tweet van Arjen Lubach, over een uitje fruiten. En het gedichtje over pijnboompitten. Ik zal ze je doorsturen, wacht, ik app ze je nu direct even door. Daarnaast vind ik tweets over kinderen erg leuk. Op Twitter lijken mensen (goddank) veel eerlijker te zijn over opvoeden. Ik vind dat verfrissend en vaak hilarisch.

Je hebt een vriendin, Marleen. Samen met je ex heb je een zoon, Shai. Jullie zijn dus een echte ‘modern family’. Loop je tegen veel vooroordelen aan, of valt dat wel mee?

05bf4404-33a5-4f19-b187-8ad582eaf5fa
Aisha met haar vriendin, Marleen

Iedereen in onze omgeving weet hoe het zit, dus dat valt gelukkig erg mee. Toen ik nog in de kinderopvang werkte kreeg ik af en toe nieuwe collega’s; dan was het soms wel grappig om te zien hoe men reageerde als ze vroegen of ik een vriend had, en ik daarop antwoordde dat ik een vriendin had. Dan kwam ook ter sprake dat ik een zoontje heb: op dat punt werd het soms wat ingewikkeld. Toen ik een keer zei dat mijn vrouw zwanger was, kreeg ik wel eens een reactie van een heel gelovige collega,die zei dat ze daar vanuit haar geloof niets mee kon. Dat vond ik wel erg lomp: dan zeg je eigenlijk dat je vindt dat wij geen ouders zouden mogen zijn. Shai is het beste wat me overkomen is, dus daar raak je me dan wel mee, ja.

gaykrant-vlag-sloganZou je ook eens een gastblog willen schrijven voor de Gaykrant?
Oh, dat lijkt me heel leuk!

 


Waar loop jij trouwens als vrouw zijnde tegenaan in het zaken doen?
Ik heb twee bedrijven en waar ik tegenaan loop, is dat ik vind dat ik eigenlijk nog te soft ben. Ik heb geen zin om bijvoorbeeld mensen rond te commanderen. Dat zit niet in mijn aard. Ook onderhandelingen vind ik moeilijk. Vrouwen durven vaak niet te onderhandelen, heb ik gemerkt. Maar weet je wat het ook is: vrouwen die zichzelf ondergewaardeerd voelen gaan vaak zodanig uit hun plaat dat mannen daar van slag raken van raken en daar niets meer mee kunnen. Emotioneel gezien ben ik echt een vrouw, ik ben heel sensitief. Maar op het moment dat ik bij Marleen voel dat er wat gaande is en als ik dan vraag of er iets is en ze zegt nee, dan ga ik ook gerust slapen. Dat is dan misschien weer heel mannelijk van me, haha. Vrouwen wisselen vaker in hun emoties dan mannen. Als je qua emoties vijf lijnen hebt, zitten mannen meestal mooi op de middelste lijn. Vrouwen schommelen heel veel tussen de bovenste en de onderste lijn. Op het moment dat je helemaal onderin die lijn schiet heb je veel meer last van zaken zoals schaamte en schuldgevoel.

Hoe ga jij om met je eigen emoties?
Ik kan heel goed loslaten. Ik kon het altijd al best aardig, maar toen ik bewust werd van de stappen die je daarvoor moet zetten, werd ik er steeds beter in. Stel, je zit in een relatie en je wil loslaten maar je krijgt de boel niet veranderd, dan stop je met de relatie omdat je niet verder kan. De kunst is dan om dit te blijven volhouden, niet terug te krabbelen en diegene los te laten.  Veel mensen blijven veel te lang denken: ja, maar als dit nu verandert, dan zou het misschien toch kunnen werken.. terwijl dat meestal niet kan.

39a40fe8-f1cf-41f6-bd10-969553d72c3eTen slotte: als je het stokje moest doorgeven, wie zou je aanraden om als volgende te interviewen? Waarom?
Ik was al aan het hopen dat je dat zou vragen! Zjos Dekker, zij is zo ontzettend leuk. Ze is autistisch, lesbisch, depressief: over het laatste wil ze graag vertellen. Zjos wil namelijk dat er meer ruimte komt voor mensen die depressief zijn en het is haar missie om zich er hard voor te maken dat mensen op een goede manier worden geholpen. Ze schrijft heel open over haar depressie. Ze is bovendien ook echt een leuk mens. Ik ga met haar midgetgolfen in het donker binnenkort.

Meer over Aisha of DIWMOTZ? Ga naar www.diwmotz.nl of naar de gelijknamige Facebookpagina.

Sorry, lief kind. (Een brief voor alle onderwijzers, ouders en begeleiders van Nederland)

Deze brief heb ik geschreven aan het kind in mij, maar deel ik voor alle ouders, begeleiders en onderwijzers, zodat er meer begrip en begeleiding komt voor het anders lerende kind in het onderwijs van vandaag.

Lief innerlijk kind,

Ik zie je wel hoor. Je zit dan wel opgesloten en soms zorgvuldig weggestopt in een volwassen lijf met een volwassen brein, maar je bent er nog steeds. 

Ik zie je. 

Ik maak dan wel soms grapjes over je, als ik te hard lach of te enthousiast begon te dansen op een feestje; dan gaf ik jou de schuld. “Mijn innerlijke kind komt naar boven hoor!”. Maar dat ik grapjes over je maak betekent niet dat ik je uitlach, lief innerlijk kind. Ik maak namelijk meestal grapjes over mensen waar ik van hou.  

Wat heb je het soms zwaar gehad.

Je gebrek aan concentratie werd zo vaak verkeerd opgevat; men noemde dat vaak “geen zin”, “dromerig” of “met haar hoofd in de wolken”.

Men vond dat je “eerst moest denken, dan doen.” Maar wat begrepen ze jou verkeerd; door te doen dacht jij. Je kon niet slecht leren, je leerde anders. Eerst de praktijk, dan de theorie.

Verkeerd om! zei de wereld.
Andersom! zeg ik je nu.
Jij kende geen andere volgorde; toch werd jou verteld dat jouw volgorde verkeerd was en die van de wereld goed.

Je kon niet goed studeren, zei men, wegens dat gebrek aan concentratie. Je werd een dromer genoemd, een zwever, te druk, te beweeglijk, je moest eens met beide voeten op de grond belanden. Dat jij tijdens het dromen de informatie verwerkte die je daarvoor al snel had gelezen of gehoord, wisten ze niet. Jij zelf wist dat ook niet, want daar was je te jong voor. Je wist alleen dat je wel je best had gedaan.

En dat was ook zo.

Wat had je het soms moeilijk, als je uit het raam staarde en daarop betrapt werd, terwijl je niet eens wist dat dat verkeerd was, of waarom. Dat je uit het raam staarde maar in gedachten rekensommen maakte of geschiedenisverhalen voor je ogen zag gebeuren, wist men niet. Of dat je uit het raam staarde omdat je hoorde dat een ander kind gepest werd en jij een oplossing daarvoor zocht. Ook dat zag men niet.
Het naar buiten staren was alleen een andere manier van informatie verwerken, die voor jou goed werkte.

Wat was het fijn geweest als meer onderwijzers of begeleiders jou hadden begrepen. Als iemand had gezien dat jouw manier van leren gewoon anders was, niet meer en ook zeker niet minder. Wat had het je veel ellende gescheeld als men jouw “afwezigheid” tijdens uitleg in de klas niet ten onrechte had geïnterpreteerd als desinteresse. Want dat je niet de goede kant uit keek, betekende lang niet altijd dat je niet luisterde.

Lief kind, wat heb je het moeilijk gehad. Je werd door al deze dingen naar een vervolgopleiding gestuurd die op een lager niveau lag dan wat jij aankon, dus zette de verveling door. Je bladerde door de boeken en dacht; waarom is dit zo saai? Je motivatie zakte tot een dieptepunt, dus ging je je afzetten, door bijvoorbeeld helemaal niet meer te leren, want waar bleef toch die uitdaging?

Je motivatie ging langzaam verloren ergens tussen verbale, theoretische uitleg en mensen die jou hun beperkende overtuigingen opdrongen. Helaas net zo lang totdat jij ze zelf ging geloven.

Je was geen kind dat braaf uren studeerde: Je klom in bomen, bouwde dingen, schreef verhalen of maakte muziek. Je vormde melodieën in je hoofd, schreef liedjes, teksten, gedichten, of bedacht hele nieuwe dingen met je handen. Men noemde dat afkeurend dromerig, zelfs dom of in elk geval ongeïnteresseerd, terwijl je in werkelijkheid creatief was.

De wereld gaat uit van leren op basis van theorie: pas als je die beheerst mag je in de praktijk gaan uitproberen, voelen, zien, aanraken. Jij leerde juist door eerst uit te proberen, voelen, zien en aanraken; daarna werd de theorie vanzelf behapbaar. Dat maakte je niet minder slim (wat ze ook zeiden!); je was gewoon een beelddenker, heel visueel ingesteld. Laat het me zien, dan begrijp ik het. 

Lief kind, wat heb je moeten worstelen om je te bewijzen, omdat je wel wou maar niet mee kon met de meute. Wat was je jaloers op die kinderen die blijkbaar heel gemakkelijk de theorie tot zich namen. Wat benijdde je die kinderen, die uren lang met hun neus in de boeken konden zitten. Je voelde je heel vaak onbegrepen.

De onmacht die ontstaat omdat mensen er van uitgaan dat je niet wilt, is groot. Zo groot, dat je hem mee zult nemen in je volwassenheid, als er geen begeleider komt die begrijpt hoe jouw brein werkt.

Nu ben ik volwassen, lief kind. Ik ben nu een vrouw van 37 jaar en ik zeg namens alle volwassenen sorry tegen jou, lief kind. Je was gewoon een hartstikke leuk Pipi Langkous kind: “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.”.

Je was een doener, een maker, een oplosser, een bedenker. Je nam niet alles zomaar aan, je verzette je er zelfs tegen als je iets niet logisch of rechtvaardig vond, of dacht dat het beter kon. Nog zoiets waar niet alle begeleiders van kinderen goed tegen kunnen: kritiek van een kleiner mens.

Sorry lief kind, namens alle volwassenen, die jou niet geloofden, niet vertrouwden, niet begrepen of je standjes gaven. Je was anders dan de rest, je paste niet in het keurslijf van de meute, dus propte men net zo lang aan je tot je er in paste, alhoewel dat was alsof je een vierkant in een cirkel propt; het kan er wel in, maar het past nog steeds niet.

Je deed alles andersom, ondersteboven, vroeger of later; maar dat maakte het allemaal nog steeds niet verkeerd.

P.S.: Wat was het fijn hè, die ene leraar die niet op je foeterde als je uit het raam keek, maar jou juist een “creatief kind” noemde.
Of die leerkracht die jouw talent zag en je stimuleerde om er meer mee te doen. Die mensen die wél zagen wat je kon, en je op jouw manier lieten leren. Waren er daar maar meer van geweest.

Liefs,

Chrisje

Ontplofte kinderkamer 

Mijn telefoon roept dat ik een whatsapp heb. Ik open het scherm.

“Zeg!!”

Het is vriendin Kim die aan de andere kant van het land woont. 

“Zeg het eens?”

“Had je me niet even kunnen waarschuwen?”

Ik vraag me snel af waarvoor: dat het woensdag is? Dat de wintertijd in is gegaan? Dat Trump niet aan de macht had moeten komen?

“Eh, waarvoor?” antwoord ik voorzichtig. 

“Nou, jouw kind is vier jaar ouder dan mijn kind. En ik wist dus niet dat dit zou gebeuren als kinderen alleen boven spelen!”

Prompt volgde er een foto:


“Aha, je hebt ze alleen boven laten spelen!” stuur ik terug, nadat ik een beetje tot bedaren ben gekomen van het lachen.

“Ja! Ik dacht ik kan wel even buurten met die moeder beneden!”

Oh, die onschuld. 

“En kijk!” 


“En er ligt een halve zandbak in het bed van onder hun schoenen! FML!”

“Oké, listen up.” stuurde ik terug. “Drie basis regels bij speel afspraakjes: 1. Schoenen uit beneden aan de trap, 2. Kwartier voor einde speeltijd samen opruimen en 3. Kostbare spullen vooraf weg zetten.” 

“Oké, Thanks. Maar eh, kun je geen handboek maken ter voorkoming van toekomstige rampen?”

“Dat zou ik kunnen doen, maar dit is toch veel leuker?” 

Ze heeft me daarna niet meer terug geappt. Vast omdat ze bezig is met opruimen. 

Hoe weet je of je een goede moeder bent?

Elke moeder vraagt het zich wel eens af; ben ik een goede moeder? Zeker op de dagen waarop je wallen je knieën bereiken, je geduld nog maar minimaal aanwezig is en je het gevoel hebt op je tandvlees te lopen.

Een goede moeder zijn heeft niets te maken met alles kunnen kopen voor je kind. Ook niet met een perfect gepoetst huis. Merkkleding (leuk hoor) zijn ook geen garantie. Een goede moeder zijn heeft ook niks te maken met het perfecte plaatje. Dat perfecte plaatje bestaat namelijk helemaal niet. Want nergens is het perfect. Zelfs niet bij die ene moeder, die alles altijd zo onder controle lijkt te hebben.

Een goede moeder ben je, als je je af en toe afvraagt waar je in godsnaam mee bezig bent. Als je af en toe denkt: ben ik wel een goede moeder?
Want juist dat bewijst dat je het als moeder graag zo goed mogelijk wil doen voor je kind.

Een goede moeder heeft ook wel eens een slechte dag, een slechte week of een rot humeur. Een goede moeder verliest ook wel eens haar engelengeduld. En een goede moeder zegt ook sorry als ze iets verkeerd heeft gedaan.

Want guess what: juist daarvan leren kinderen. Kijk, mama is ook niet perfect, mama heeft ook wel eens angst of een rotdag of verdriet. Dus als mama dat kan, mag ik dat ook. Mama zegt sorry als ze een fout maakt, en dat maakt haar juist menselijk.

Laatst was ik in een speeltuin met dochter. Er doemde een super hoge glijbaan met matjes voor ons op. “Toe, ga je mee mama?”
Maar deze mama heeft een ietsepietsie klein beetje heul veul last van hoogtevrees.
“Uhhh…”
“Kom op mama, je kunt het wel hoor!” moedigde haar stemmetje me aan. “Het lijkt nu misschien eng, maar het is echt heel leuk!”
Zeg daar maar eens nee tegen.

Dus daar ging ik, van de hoge glijbaan met mijn matje. Zij ging voorop. “Ik kom er aan!”  zei ik met bevende stem.
En daar ging ik.
Wat ik niet wist, was dat zo’n pokke-hoge glijbaan echt pokkesnel gaat. Dus ik gilde. En ik gilde hárd.
Als een gillende keukenmeid kwam ik met een rotvaart ter aarde.

“Mama, je moest er van gillen hè!” zei dochter verrukt.
“Ja, ik vond het best spannend.” probeerde ik nog cool.
“Ik ben trots op je hoor, mama. Maar jij zegt ook altijd; van proberen kun je leren en dat heb je nu ook gedaan!”

Samen liepen we verder. Ik was zelf ook best trots. Imperfecties maken de moeder.

De andere kant van moederdag

Ah, moederdag. Je kunt er niet om heen; niet in de winkels, niet op de radio, niet op social media. Voor veel moeders is het dan ook een geweldige dag, met blote voetjes op de vloer die aan komen sluipen, met zelfgemaakte knutselwerken. downloadfile-1.jpeg

Maar voor veel mensen lijkt het me vervelend dat je er niet om heen kunt. Lijkt het me een moeilijke, pijnlijke dag; bijvoorbeeld voor de mensen die hun moeder niet meer bij zich hebben. Behalve in hun hart en hun herinneringen.

Ook voor de moeders die hun kindje verloren, lijkt het me een loodzware dag. Moeders die hun hart openstelden voor een kindje. Een kindje
dat zo gewenst werd, maar dat nooit kwam. Waar zij al hun hoop op gericht hadden. De teleurstelling, de pijn en het verdriet zal op moederdag voelbaar aanwezig zijn, misschien nog meer dan op andere dagen.

Op moederdag laat ik mezelf verrassen met een ontbijt op bed en een knutselwerk. Met extra knuffels en kusjes. En besef ik meer nog dan op andere dagen hoe veel geluk ik heb, dat mij dit gegund is. Dat ik dit mag meemaken, deze titel mag dragen. En denk ik aan al die moeders die er niet meer zijn, die gemist worden, die moeder zijn zonder kind.

Als ik dan al die plaatjes en reclames hoor langs komen, dat je op moederdag niets hoeft te doen, niet hoeft te zorgen (hoe lief dat ook bedoeld is), dan denk ik: vandaag vier ik juist dat ik dat wel mag doen. Dat ik er nog ben om te zorgen. Dat ik niet naar het toilet kan gaan zonder gestoord te worden met vragen. Dat ik die blote voetjes op de vloer hoor aan komen sluipen. Ik ben er dankbaar voor.

Waarom je je kind zo vaak mogelijk op schoot moet pakken

Op schoot bij mama of papa. Er is geen veiligere of gezelligere plek.

Je kunt het niet vaak genoeg doen, vind ik. Hoe gehaast je bestaan ook is en hoe veel je ook moet.
Ik weet het, je hebt het druk. Het leven is druk. De wereld is druk. Haast, haast, haast. Maar op schoot staat de tijd stil. Je kunt elkaar aankijken. Je kunt kijken naar de details van hun wimpers en wenkbrauwen. Je kunt kietelen, knuffelen en gewoon lekker tegen elkaar aan hangen.

Kinderen moeten zo vaak mogelijk op schoot. Niet omdat het moet, maar omdat het kan. Nu nog wel. Want in al die haast ontgroeien ze – zomaar, in wat een oogwenk lijkt – je schoot.
Zijn ze opeens boven je uit gegroeid, of willen ze niet meer.

En dan opeens komt de dag dat ze het ouderlijk nest verlaten. Daar gaan ze, met hun koffers, hun leven als volwassene tegemoet.

Dan wens je dat ze nog even zo klein waren dat ze op je schoot pasten. Dat je nog even kon ruiken, knuffelen en kijken. Dat die handen nog handjes waren, of knuistjes met kuiltjes er in.

Dus laat alles vallen waar je mee bezig bent, schuif je iPad of laptop van je schoot af en roep je kind bij je.

Nu kan het nog.
De rest komt later wel.

Asociaal gedrag bij Kinderen (en de blinde vlek van ouders)

Ik schreef eens een quote over Pietertje. Pietertje rende door de speeltuin en maaide met zijn armpjes onschuldige voorbijgangertjes neer. “Dat komt door zijn koemelkintolerantie.” zuchtte zijn moeder tegen me.
Totdat Pietertje een kindje tegenkwam met Pietertje intolerantie.

Die quote werd me toch een triljoen keer gedeeld, zeg. En ik snap ook wel waarom. Het lijkt alsof sommige kinderen tegenwoordig alleen nog gekleed en gevoed worden, maar niet meer opgevoed. En hoewel mijn eigen kind absoluut niet perfect is (en dat ook niet hoeft te zijn), kan ik het niet helpen dat de volgende gedachte zich aan mij opdringt:

Als ouders toe zitten te kijken terwijl hun kind gigantisch over alle fatsoensnormen heen dendert, fysiek of verbaal faliekant meermaals de mist in gaat en asociaal gedrag vertoont, dan wordt dat al voor een groot deel verklaard door exact dat: de toekijkende ouder die niet ingrijpt.

Je kunt kinderen niet met honden vergelijken. Want foei, dat is niet hetzelfde. Maar toch. Stel dat ik dat toch stiekem een keer zou doen. Dan zou je die ouders die niet ingrijpen kunnen vergelijken met hondeneigenaren die bij een bijtincident er naast staan en verbouwereerd zeggen: “Dat doet ie anders nooit.”

Toch is het bijtincident meestal een gevolg van een hele reeks gebeurtenissen waarin de hond zijn grenzen niet duidelijk gemaakt krijgt, waardoor hij nerveus en angstig wordt (want een hond houdt van duidelijkheid… kinderen ook. Tot zo ver mag je gaan.) uiteindelijk een bijtincident kan plaatsvinden.

Het kan natuurlijk zo zijn dat dat agressieve gedrag van je kind een (veel) dieper liggende oorzaak heeft dan enkel het opzoeken van grenzen. Maar  dan nog; dan ga je als ouder op zoek naar die dieper liggende oorzaak, en laat je dit soort incidenten niet zomaar voorbij gaan zonder enige reactie te geven richting je kind, toch? Ik begrijp oprecht niet waarom mensen niet ingrijpen als hun kind zo asociaal of agressief is naar andere kinderen. Is het de blinde vlek, die ouders hebben voor hun kind? Zien ze het niet zoals wij het zien? Zie ik dingen bij mijn eigen kind dan misschien ook niet? Het zou best kunnen. Toch weet ik zeker dat wanneer mijn kind op zo’n bewuste, gemene manier een ander kind pijn zou (proberen te) doen, ik er binnen twee tellen bij zou zijn, met bijbehorende consequenties.

Dat zeg ik niet uit de hoogte, maar omdat ik fatsoen wil overbrengen op mijn kind en omdat ik me verantwoordelijk voel. Als je ziet hoe veel zinloos geweld er is tegenwoordig, bekruipt me toch de gedachte, dat meer mensen dit zouden moeten proberen.

Haat jij Dora ook? There it is! 😂 #herkennenisdelen

image
Dora.

Ah, Dora. Welke moeder kent haar niet? Het vrolijke poppetje met haar vriendjes op televisie, dat half Nederlands half English speaks to her little viewers.

Naast dat dit al incredibly annoying is, is dat natuurlijk pedagogisch super verantwoord en spreken de helft van onze kinderen dankzij Dora al Engels nog voordat ze zindelijk zijn. We waren een keer in een binnenspeeltuin met onze dochter toen ze drie was. Opeens zag ik haar niet meer. Totdat ik een klein stemmetje uit een hoekje van het klimrek hoorde komen: “Please, rescue me, I’m stuck!”
Ja, dat moet je Dora toch nageven.

But all madness on a little stick, ik zou er als kind echt ho-ren-dol van worden, die vragen de hele tijd. ZIE JIJ DE WALVIS? vragen ze dan, terwijl rechtsboven in beeld overduidelijk een walvis komt opdoemen, terwijl voor de zekerheid links en rechts nog twee gigantische neon pijlen staan te knipperen. THERE IT IS!!

Mijn kind heeft overigens nooit meegedaan met die interactie. “Als je even wacht, zegt Dora het zelf al, dus je hoeft niks te zeggen.” was haar droge conclusie. Gelijk heeft ze.

Maar wat ik Dora wel moet nageven; ze was zo ideaal om even bij weg te dromen. Althans, voor het kind. Waardoor de moeder dan even tijd heeft voor een wasje, een dutje of een ongestoorde number two kan doen. Daarom – en daarom alleen! – tolereerde ik Dora.

Swieber ook, met zijn eeuwige gejat, die kon ik wel wurgen op het laatst. “Met Christmas mag je niet stelen Swieber!” riep Dora de huiskamer in.
Ah, mooi.
Alleen met kerst mag je niet stelen. 
De rest van het jaar, ach, als je het met kerst maar niet doet.
“Zie jij de hypocrisie in Dora?” mompelde ik interactief en al tegen het televisie scherm.
“There it is! You did it!”

Sinterhaast 😨

“Ik ben blij als hij het land uit is.”
Dat fluisterde ik gisteren middag tegen mezelf, terwijl ik mijn wallen bekeek in de spiegel. Wat ik voor ontaarde moeder ben, vraag je je misschien af?

Ik vind het echt wel leuk hoor, allemaal. Zeker als ik dat opgewonden blije snoetje zie, met die rode wangetjes, vol verwachting. Dat heilige geloof.

Iets minder blij werd ik van dat zelfde opgewonden blije snoetje, elk weekend om kwart over vijf ’s ochtends, dat naast mijn bed stond: “Is het al dag? Ja toch? Wat zou er in mijn schoen zitten? Ga je mee naar beneden?”

Sommige kinderen hebben helemaal geen last van spanningen rondom sinterklaas, hoorde ik op het schoolplein. Dat zijn echt relaxte kinderen. Ons kind slaapt er al weken onrustig van. En ze is niet de enige, hoorde ik ook op het schoolplein, van de moeders met net zulke grijze wallen als ik.

En voor die kinderen die iets sneller last hebben van spanningen: Je kunt er ook niet meer omheen, hè. Elke dag sinterklaas journaal, sinterklaas op school, sinterklaas intocht, sinterklaas vieringen bij de werkgevers, sinterklaas bij het lokale winkelcentrum, papieren schoentjes zetten bij de supermarkt…

Ik denk steeds vaker aan vroeger. Wij mochten hooguit een paar keer onze schoen zetten; dan was er pakjes avond waarbij onze buurman piet op het raam klopte, en stond er een wasmand die verdacht veel op de onze leek cadeau mand voor de deur, vol met mooie cadeaus.

Nu is er weken lang gekte, zijn er nachtmerries over witte wieven, moeten we mee zoeken naar hunebed stenen, en worden er knuffels in de schoen gepropt voor rommel piet.

Vanavond dan eindelijk waar het allemaal om draait: pakjesavond. Héérlijk avondje. Héérlijk genieten. En morgen hopelijk eindelijk weer een heerlijk uitgerust en relaxt kind.

Fijne Sinterhaast!

Sinterhaast 😨

Ik ben blij als hij het land uit is.
Dat fluisterde ik vanmiddag tegen mezelf, terwijl ik mijn wallen bekeek in de spiegel. Wat ik voor ontaarde moeder ben, vraag je je misschien af?

Ik vind het echt wel leuk hoor, allemaal. Zeker als ik dat opgewonden blije snoetje zie, met die rode wangetjes, vol verwachting. Dat heilige geloof.

Iets minder blij werd ik van dat zelfde opgewonden blije snoetje, elk weekend om kwart over vijf ’s ochtends, dat naast mijn bed stond: “Is het al dag? Ja toch? Wat zou er in mijn schoen zitten? Ga je mee naar beneden?”

Sommige kinderen hebben helemaal geen last van spanningen rondom sinterklaas, hoorde ik op het schoolplein. Dat zijn echt relaxte kinderen. Ons kind slaapt er al weken onrustig van. En ze is niet de enige, hoorde ik ook op het schoolplein, van de moeders met net zulke grijze wallen als ik.

En voor die kinderen die iets sneller last hebben van spanningen: Je kunt er ook niet meer omheen, hè. Elke dag sinterklaas journaal, sinterklaas op school, sinterklaas intocht, sinterklaas vieringen bij de werkgevers, sinterklaas bij het lokale winkelcentrum, papieren schoentjes zetten bij de supermarkt…

Ik denk steeds vaker aan vroeger. Wij mochten hooguit een paar keer onze schoen zetten; dan was er pakjes avond waarbij onze buurman piet op het raam klopte, en stond er een wasmand die verdacht veel op de onze leek cadeau mand voor de deur, vol met mooie cadeaus.

Nu is er weken lang gekte, zijn er nachtmerries over witte wieven, moeten we mee zoeken naar hunebed stenen, en worden er knuffels in de schoen gepropt voor rommel piet.

Vanavond dan eindelijk waar het allemaal om draait: pakjesavond. Héérlijk avondje. Héérlijk genieten. En morgen hopelijk eindelijk weer een heerlijk uitgerust en relaxt kind.

Fijne Sinterhaast!

Anti super food moeders, verzamelt u!

Nee, nee, nee, nee, nee!
Ik word er niet goed van, al die artikelen en vingerwijzende betweters, over hun gojibessen en andere super foods. Ik bedoel: kom op man! Ik zocht me laatst helemaal het apezuur naar een pak gewone ordinaire cruesli, omdat ik eerst honderdduizend dozen speciale super food cruesli met bessen, super zaad en godweetwat er in aan de kant moest mikken.

Kunnen we even met zijn allen normaal gaan doen, ja? Welke moeder heeft nu in vredesnaam tijd om elke dag een lunch box met drie honderd compartimenten vol haver, spelt, speciale super bessen en raw food in elkaar te mikken, zonder zich na verloop van tijd (lees: twee dagen) de haren uit het hoofd te trekken van ellende?

Dus, nee, nee, nee! Ik doe er niet aan mee. Gewoon, volkoren boterhammen met gezond en oei, ja, soms ook zoet beleg. En meestal krijgt ze een flesje water mee, maar soms ook gewoon ordinair appelsap, in plaats van biologisch geconcentreerd extract van welopgevoede, genetisch verantwoorde appels, die uit zichzelf vrijwillig uit een boom zijn gevallen.

Ik bedoel, kom op, die kinderen maken tegenwoordig al genoeg mee: het is al erg genoeg dat ze al als peuter de cito toets moeten afnemen. Met al die druk kunnen ze best dat beetje extra suiker gebruiken. Joe!

Lieve mama!

Lieve mama,

Deze brief is voor jou. Ja, voor jou!

Als ik om me heen kijk naar de moeders in mijn omgeving, word ik zo trots.
Ze werken, zorgen, regelen, organiseren, troosten, doen alles voor het welzijn van hun kind(eren).

Vaak zet je jezelf op de laatste plek: dat is begrijpelijk, maar ook zonde. Want mama’s verdienen een standbeeld!

Al die moeders, die zo veel doorstaan om zwanger te raken.
Al die moeders, die zware bevallingen doorstaan om hun kind veilig op de wereld te zetten.
Al die mama’s die hun eigen angsten overwinnen om hun kind lessen te leren.

Toch zijn mama’s vaak veel te streng voor zichzelf. Doe ik het wel goed, ben ik niet te streng / te inconsequent? Help ik genoeg met huiswerk, zorg ik fysiek goed voor mijn kind? En zo gaat de lijst met twijfels aan het eigen kunnen eindeloos verder.

Relax, mama. Je doet het goed. Je geeft je liefde, tijd, zorg, je onbetaalbare aanwezigheid. Je bent trots, streng als dat nodig is, de rots in de branding.

Laat het maar eens gaan, lieve mama: goed genoeg ís goed genoeg. We zijn allemaal niet perfect. Eén geluk: dat hoeft ook helemaal niet.

Een kind leert ook er van als je een fout maakt, en daarna durft toe te geven dat je het mis had. Een kind leert ook van tegengas; daar gaan ze niet dood van. Een kind leert ook er van, als jij eens moet huilen: mama heeft ook gevoelens; dus mogen die van mij er ook zijn.

Je hoeft helemaal niet perfect te zijn. Jezelf zijn is meer dan genoeg.

Liefs,

een andere niet perfecte mama

Bloedlijn (gastblog door Dagmar)

Soms kom ik als schrijfster stukken tekst en verhalen tegen van mensen, en dan denk ik: daar moet je iets mee doen! Zo ook met het verhaal van Dagmar. Haar eerlijke verhaal zal ongetwijfeld herkenbaar zijn voor veel moeders. Wat een talent!

Gastblog door: Dagmar

image
Gastblogger Dagmar

Bloedlijn

‘Ik walg van je.’  De woorden dreunen nog door als nieuwe alweer mijn oren laten suizen.  ‘Ik had veel eerder bij jullie weg moeten gaan……’  Alles in mijn lichaam schreeuwt dat ik moet ophangen, maar ik kan het niet. Iets houdt mijn stem rustig en laat mijn adem circuleren als ik rustig aangeef dat je geen band met je kinderen krijgt door een keer in de week je gezicht een uurtje te laten zien.

Het heeft allemaal geen zin, aan de andere kant van de lijn blijft de onredelijkheid doorklinken. Het verleden heeft zijn sporen getrokken en ik zou willen dat de toekomst ze niet meer tegenkwam. Als hij dat stukje van mijn toekomst erbij haalt dat sinds kort tot mijn verleden hoort, is de maat vol en flikker ik de hoorn erop.  De zelfingenomenheid van hem die belangrijk wil zijn in plaats van iets belangrijk te vinden, namelijk zijn kinderen, is niet meer belangrijk voor mij. Zo klaar ben ik ermee!

Als de dag om 6 uur aan mijn nacht trekt, zoek ik op de tast naar mijn gsm en snooze. Het moest verboden worden, denk ik. Mijn lichaam voelt alsof ze net pas is gevallen in het duister van de nacht. Ik krul mezelf nog even in wit als ik me voor de zoveelste keer voorneem om vanavond echt vroeg naar bed te gaan. Al weet ik nu al dat ik dat vanavond alweer vergeten ben. Om half zeven ruil ik mijn warme bed voor warme druppels die mijn lichaam langzaam wakker maken. Als de klok bijna zeven slaat, ga ik op de rand van haar bed zitten en laat mijn vingers door haar blonde krullen gaan als ik haar zachtjes wakker kus. ‘Schatje, wordt eens wakker.’ Ik kriebel haar door de zon gebruinde lichaam en voel mijn hart warm worden als een slaperige lach om haar lippen danst. ‘Hej slaapkopje, is daar iemand?’ Als ze haar ogen opent, weet ik waarom ik de vroege ochtenden stiekem toch fijn vind.

Ik zie haar zo graag wakker worden en over 20 minuutjes beleef ik hetzelfde ritueel op de andere kamer. ‘Kom opstaan jij!’  Ik maak hun tasjes klaar en smeer ons brood als 5 voor de tv haar broodje eet en ik 3 wakker ga maken. Hij slaapt vaster en heeft zijn tijd nodig. ‘Liefje, wordt eens wakker.’ Hij is nog veel te ver weg om dichtbij te komen dus kriebel ik zijn blote buik. Ik zie een lach op zijn gezicht verschijnen, maar zijn oogjes blijven dicht. ‘Word je een beetje wakker, gaat mama zich even opmaken in de badkamer?’ Hij knikt als óók hij zich nog even in wit krult en driftig op zijn duim zuigt. Een paar minuten later loopt hij slaapdronken de badkamer op, trekt zijn luier uit en gaat op het potje zitten. ‘Morgen lieverd.’ ‘Morgen lieve mama.’ Om twintig voor acht trek ik de deur achter ons dicht om de kinderen naar de opvang te brengen en zelf te gaan werken. ‘Kom je ons weer halen mama?’ ‘Tuurlijk lieffie.’ ‘Echt?’ ‘Ja, echt gekkie.’ Ik vang zijn knuffel en lief zijn hals als ik zie dat zijn lip gaat trillen. ‘Tot straks schatje.’ ‘Doei lieve mama tot de wereld.’ Ik loop naar buiten als hij wordt opgetild door Lisa, zij samen zwaaien, ik een handkusje blaas en nog even omhoog kijk, naar haar boven aan het raam om nog een kusje op mijn hand te laten dansen voor ik het naar boven blaas.

Zij was ruim twee jaar en hij was amper vier maanden, toen hij ging, zomaar omdat het leven hem te zwaar viel. Hij pakte zijn koffer naast zíjn wiegje, liep langs háár kamer door en bleef hangen in de woonkamer waar hij de woorden niet kon vinden en de oplossing zocht in zijn vlucht. Zijn vlucht die begon toen ik zijn koffer buiten zetten en zijn jas er achteraan liet vliegen want die laatste stap nam hij niet. Geen idee wat hem tegenhield, mijn woorden niet in ieder geval want die lagen als ongelezen letters verspreid door de huiskamer en mijn tranen bevroren op zijn hart. Maar hij was niet mans genoeg om daadwerkelijk te gaan. ‘Als je over de drempel stapt hoeft je nooit meer terug te komen,’ zei ik uiteindelijk met een tong vol gif. Je had hem moeten zien, als een klein kind sprong hij over de drempel van zijn leven terwijl hij vrolijk zei: ’Kijk.’ En weg was hij. Vertrokken in het duister van de nacht.

De nacht die mijn kinderen nu nog veilig hield, waar hun dromen onschuldig speelden met de sterren, om straks wakker te worden in de dag die hun leven voorgoed veranderde. Haar tranen druppelen op mijn hart als zout in een open wond. ‘Mama, wanneer gaan we nu het vaderdagkado geven?’ Ze vraagt er zelden naar, de eerste twee jaar heeft ze er zelfs helemaal niet naar gevraagd, maar voor vaderdag heeft ook zij driftig zitten knutselen en natuurlijk moet dit kunstwerk worden uitgepakt. Ik weet werkelijk niet wat te antwoorden. Welke stap te nemen, maar het zien van haar verdrietige gezichtje is een klap in de mijne. Hoe leg je een kind uit dat papa haar liefde niet verdient, haar liefde niet waard is.

Hoe vertel je een kind dat je niet weet wanneer papa weer langskomt. Dat papa de confrontatie gewoon niet aan kan, liever zijn kop in het zand steekt. Hoe vertel je een kind dat je haar wilt beschermen tegen het verdriet dat hij haar steeds doet door langs te komen, maar sneller dan de wijzers van de klok draaien weer te gaan. Ik neem haar op mijn schoot en veeg haar traantjes weg als mijn liefde een afdruk op haar wang achterlaat. ‘Weet je nog dat Alex niet zo lief was voor mama en mama verdrietig was?’ Ik zie de uitdrukking op haar gezicht veranderen als ze zelf haar laatste traantje wegveegt. ‘Ja,’ zegt ze als ze dichter tegen me aankruipt. ‘Hij moet uit zichzelf komen lieverd. Hoe graag ik het ook anders voor je zou willen zien, hij moet het zelf doen.’ Ze weet heel goed wat ik bedoel want ze noemt hem niet voor niks Alex, maar de drang naar haar vader, gaat dwars door mijn moederhart. Op weg naar huis voel ik de drukte van de werkdag in mijn lichaam hangen, maar als ik op de opvang aankom en hij me in de armen valt, lijkt alle drukte verdwenen, al weet ik dat er snel een andere drukte voor in de plaats komt.

We lopen samen naar boven om haar achter de voetbaltafel uit te halen. ’Nog een goal mama.’ ’Nee schatje, mama wil naar huis, ik moet koken.’ In de auto vertellen ze over hun dag en benadrukt hij dat hij lief is geweest en niet in de hoek heeft gestaan, de boef. Terwijl het eten suddert, spelen zij en laat ook de drukte van de dag zijn sporen na in hun lichaam. Ze zijn lastig en druk en het valt niet mee ze aan tafel te houden. ‘Mama je moet me helpen.’ ‘Mij ook mama.’ Ik zucht als ik ze moedeloos aankijk. ‘Lieverds, mama moet zelf ook eten en hoe oud zijn jullie? Kom eten nu.’ ‘Nee, jij moet helpen,’ zeggen ze in koor. Ik geef me over want ik ben te moe voor een lange zit daar waar de avond met hen al zo kort is en het badje roept.  Ik wikkel haar in een handdoek als hij op zijn billen rondjes in bad draait op de laatste schuimkraagjes. ‘Kiki lieverd, blijf nu even staan zo kan ik je toch niet afdrogen! Ze dollen samen, niet in de gaten hebbende dat ik er dol van word. ‘Kiki! Blijf nu even staan! Dank u!’ 

Daar waar ik hem vanmorgen als laatste wakker maakte, stop ik hem nu als eerste in. ‘Ga je lekker slapen liefje,’ zeg ik als mijn handen door zijn haren gaan en ik zijn dag weg kus. ‘Slaap lekker lieve Kaja.’ ‘Slaap lekker lieve mama tot de wereld,’ fluistert hij liefjes als ik zijn kamer verlaat.  ‘En jij dame, ga jij ook lekker slapen,’ zeg ik als ik op de rand van haar bed ga zitten. ’Nog heel even vertellen mama en kriebel je dan op mijn buik? Vind ik zo lekker,’ zegt ze als ze haar pyjama omhoog trekt. ’Heel even dan.’ De glimlach op haar gezicht en de twinkeling in haar ogen laten even iets langer worden. ‘Kom kletsmajoor, slapen nu.’ Ik kus ook haar dag weg en fluister haar mooie dromen toe. ‘Tot morgen lieverd.’

Een bloedlijn, hij zit er voor het leven en met een reden. Je kiest er samen voor je bloedlijn te delen en vanaf dat moment zal je het bloed moeten laten stromen, onvoorwaardelijk. Ik weet dat het belangrijk is dat mijn kinderen zich niet afgewezen voelen, dat ik de lijn naar hun vader openhoud ook al is hij degene die hem steeds afsnijdt. Ik wil niks liever dan hun moeder én vader zijn, maar er is er maar een die, die laatste rol kan vervullen en dat is hij, al is het maar in de wetenschap dat hij er is en dat ze hem kunnen bereiken als ze dat zouden willen. En ook al rept mijn jongste er nooit met een woord over, ik weet dat ook hij de behoefte heeft.  Ik kom zelf uit een warm en liefdevol gezin en had niks liever gewild dan mijn kinderen te omringen met dezelfde onvoorwaardelijke liefde, geborgenheid, en warmte van een thuis, van een gezin, van een papa en een mama, maar het liep anders, het liep zoals het leven soms loopt en ik kon er niks aan doen toen het uit elkaar viel in ontelbaar kleine stukjes.

Toen ik nog niet zag hoeveel stukjes het waren, heb ik nog geprobeerd ze te lijmen, maar ze waren te scherp, ik bleef mijn vingers er aan snijden en de stukjes zonder scherpe randjes bleven gewoon niet meer plakken.  Ik weet, zie en voel dat mijn kinderen gelukkig zijn en dat ik in mijn eentje een heel eind gekomen ben om ze wél een gezin te bieden, een warm thuis waar ze zich geborgen voelen en waar de liefde dagelijks onvoorwaardelijk stroomt.

Nu rest me nog het stukje om de band naar hun vader open te houden. En God weet hoe moeilijk dat soms is, maar voor hen zet ik alles opzij, laat ik het bloed stromen ook daar waar het klontert. Dus daar waar ik vond dat het bij hem lag, leg ik het weer terug bij mezelf en zal ik haar laten bellen als ze weer naar hem vraagt ook al is het inmiddels 6 maanden geleden dat híj naar zijn kinderen vroeg….

Dagmar

Droomkind.

Daar sta ik dan. In de supermarkt, oververhit, met achter en voor me twee perfecte mama’s met perfect luisterende kinderen. Mijn kind daarentegen hangt vast met haar voet achter een railing langs de kassa, omdat ze niet stil kon staan. Wat ze overigens nooit lijkt te kunnen: stil staan.

Hoe doen andere moeders dat, hun kind vooraf drogeren of zo? Nah, dat zal wel niet. Terwijl ik de zweetdruppels van mijn voorhoofd veeg, probeer ik met mijn andere hand Kindmens te bevrijden uit benarde positie nummer 36. Benarde positie nummer 36 van vandaag, ja.

Maar als ik dan weer eens struikel over mijn eigen voeten op een verder recht oppervlak, dan weet ik het. Of als ik weer eens tegelijkertijd aan het stofzuigen en afwassen ben. Of als ik mijn telefoon weer eens tegenkom in de koelkast. Als ik me hardop afvraag waarom ze de hele dag door aan een stuk door praat, antwoordt echtgenoot met een sarcastisch “Ja, hoe zou dát nou kunnen hè?”

Dan dringt het tot me door. Ze lijkt gewoon op mij, het arm schaap. Ze wil alles mee krijgen, alles tegelijk doen. Een rij voor de kassa is voor haar geen rij voor de kassa. Die gang is voor haar een speel paradijs met dingen waar ze op kan klimmen. Ze praat de hele dag, om de wereld om zich heen te begrijpen. Zo doet ze dat.

Natuurlijk leg ik haar grenzen op. En natuurlijk moet ze op sommige momenten gewoon bij de les blijven. Maar een dromer is ze al van baby af aan. Dat zal ze ook altijd blijven. Gelukkig maar.

Hoe een Bugaboo advertentie zich de woede van moeders wereldwijd op de hals haalt

De bugaboo reclame foto die tot een hoop verontwaardiging leidde bij moeders wereldwijd.  Bron foto: adweek.com
De bugaboo reclame foto die tot een hoop verontwaardiging leidde bij moeders wereldwijd.
Bron foto: adweek.com

Bugaboo dacht haar potentiële klanten aan te spreken door het top fitte, strak uitziende model Ymre Stiekema te laten rennen achter hun kinderwagen in het Nederlandse Vogue Magazine. 

Ze konden er niet verder naast zitten.

Het internet stroomde vol met verontwaardigde moeders. Naar mijn mening is dat wel terecht, want laten we eerlijk zijn: zo strak ziet de gemiddelde kersverse moeder er echt niet uit. Daarbij ziet het kindje in de kinderwagen er een beetje uit alsof het door alle G-krachten achterover gedrukt zit in de kinderwagen; lijkt me nou niet bepaald genieten van de uitzichten om je heen, als mama zo hard rent dat je niks in je op kunt nemen. Maar goed, ik kan niet oordelen over de moeder-kwaliteiten van het model, dus dat laatste is enkel een aanname.

Maar, Bugaboo, kom op. Jullie weten toch hopelijk ook wel, dat de gemiddelde moeder er niet zo strak en gespierd bij loopt? Misschien zouden we dat wel willen, he, maar we zitten met een paar minuscule obstakeltjes, zoals genetische aanleg, chronisch slaapgebrek, en dat soort dingen. Daarbij; al zouden we zo’n figuur hebben, dan zouden we nog niet snel in zo’n inimini bikini gaan rond rennen achter de kinderwagen.

Want, A) zo’n bikini lijkt me niet comfortabel (plus, waar laat je de spuugdoekjes, je huissleutel en je los hangend vel?) Ze heeft ook nog eens geen babytas bij zich. Nu weet ik niet of haar kind over dezelfde geweldige genen beschikt als moeder, maar mijn kind heeft altijd te pas en te onpas haar luier vol gemaakt op de meest ongemakkelijke momenten. Er dus van uit gaande dat ze in die bikini allerlei magische vakjes heeft zitten voor haar telefoon en haar sleutels, snap ik dan nog steeds niet waar ze haar luierdoekjes, luiers, snoetenpoetsers en reserve fles heeft gelaten.

Daarbij zie ik ook geen reserve parka; en iedereen weet dat het in Nederland nooit slim is om zonder je regenlaarzen en parka de deur uit te gaan. Ook niet in juli.
En dan nog iets; als ze gaat zwemmen, want daar ga ik wel van uit gezien de bikini, dan had ze nog veel meer bij zich moeten hebben. Zwembandjes, zonnebrand crème voor baby’s en volwassenen, handdoeken en crocs voor in het zwembad. Waar heeft ze die dan gelaten? Nee, ik vind dit geen logische reclame foto. Maar ja, het is dan ook een reclame foto, schijnbaar hoeft daar geen logica aan ten grondslag te liggen.

Nee, Bugaboo, de meeste moeders worden niet blij van zo’n reclame foto. Want A) het is niet realistisch of haalbaar voor de meeste vrouwen en B) het ziet er niet comfortabel uit en C) ons kind vereist dat wij een heleboel meenemen voor onderweg. Als jullie volgende keer een iets meer gemiddeld model zoeken, met kleding aan en maat 40 en zo, inclusief hier en daar wat los hangend vel, een uitpuilende luiertas en de voor moeders herkenbare wallen, dan mag u mij een bericht sturen.

Bron foto: dailymail.co.uk

Waarom ALLE moeders bazen zijn

Moeders zijn echte bazen. En nee, niet alleen de moeders die zonder pijnstilling zijn bevallen, via de natuurlijke weg, die vervolgens drie jaar borstvoeding gegeven hebben.

ALLE MOEDERS ZIJN BAZEN.
En hieronder staan ze voor je neer gezet; alle moeders die baas zijn, omdat ze alles voor hun kinderen over hebben, op welke manier dan ook.

De moeders die met een keizersnede bevallen zijn.
De moeders die pijnstilling nodig hadden tijdens hun bevalling.
De moeders waarbij borstvoeding niet lukte.
De moeders waarbij borstvoeding wel lukte ook.
De moeders die via IVF zwanger raakten zijn al helemaal bazen, want zij hebben niet alleen een pijnlijke bevalling er voor over, maar ook een vaak pijnlijk voor traject richting zwangerschap.
De moeders die niet (meer) zwanger kunnen raken.
De moeders die hun kindje veel te vroeg moesten loslaten en moesten afstaan aan het hiernamaals, om welke oneerlijke reden dan ook.
De moeders die miskramen te verwerken krijgen zijn bazen.
Moeders die ziek zijn, en zichzelf ondanks hun ziekte toch blijven inzetten voor hun kinderen, zijn megabazen.
De moeders die oververmoeid zijn, zijn bazen.
De moeders die een kind adopteren zijn super bazen.
De pleegmoeders die de kinderen van andere moeders opvangen in tijden van crisis, zijn bazen.
De moeders die het niet meer weten, zijn bazen.
De moeders die een postnatale depressie krijgen zijn bazen.
De moeders die oma worden, zijn opperbazen.
De moeders die fulltime werken zijn bazen, maar moeders die parttime werken of thuis blijven zijn dat net zo goed.
Oh, en moeders die hun kind(eren) alleen opvoeden, zijn net zo’n bazen als de moeders die het met partner doen.

Zo veel moeders, zo veel omstandigheden. En geen een moeder is meer of minder waard dan de andere.

Leuk filmpje om te delen met je moeder voor moederdag…

Dit filmpje is leuk om te delen met je moeder, om haar eens extra in het zonnetje te zetten!

Fout
Deze video bestaat niet

KIPPENVEL: “Thank You Mom” – Inspirerend én ontroerend voor alle moeders!

Een ontzettend mooi, inspirerend en ontroerend filmpje: hoe moeders hun kinderen, mét vallen en opstaan, leren om te gaan met het leven:

Super leuk filmpje: dit is waarom moeders niks gedaan krijgen!

What Mothers Want

Als ik in de bladen kijk, dan lijkt het alsof moeders alleen maar een nog grotere buggy willen. Of een betere verzorgingstas. Of een betere buikcrème. De bladen hebben het mis.
Als je de reclames moet geloven, willen moeders alleen wasmiddelen die alle vlekken van hun kroost doen verdwijnen als sneeuw voor de zon, althans, zo krampachtig geforceerd lachen ze er wel bij.
De reclames hebben het mis.

Ook willen we geen braadzak, geen stoommaaltijden en geen afwasmiddel dat drie eeuwen langer mee gaat dan andere afwasmiddelen. We worden ook al niet gelukkiger van een betere tandenborstel met Sponge Bob er op. Zelfs de stofzuiger die zichzelf door ons huis rijdt om stofjes te vangen, laat ons niet jubelen van geluk.

Nee. Het echte, onvervalste geluk van een moeder (naast gezonde, gelukkige kinderen hebben die elkaar – of anderen – niet afmaken),  ligt in iets wat zeer delicaat is, uiterst zeldzaam en behoorlijk ongrijpbaar. Wie een moeder gelukkig wil maken, zorgt voor het ondenkbare: stilte.

En nee, niet de onheilspellende soort stilte, die klinkt wanneer kinderen iets gevaarlijks uithalen. Niet de stilte voor de storm, vlak voordat het gegil begint. Niet de boze stilte aan tafel, voordat de verwijten samen met het peper en zout vaatje over tafel vliegen.

Nee: pure, ongerepte stilte. Tijd om in stilte een half uur in bad te liggen. Tijd om in stilte naar het toilet te gaan, zonder open vliegende deuren en onmogelijk vanaf het toilet beantwoordbare vragen.

Stilte dus. Om even na te denken. Om te ademen. Om die lieve stemmetjes te kunnen missen. Om te voelen hoe het ook alweer was, om heel even alleen te zijn met je gedachten.
Wie dat regelmatig voor een moeder geregeld krijgt, mag zich klaar maken voor een zee van liefde.

Brief aan alle vaders van Nederland

Beste vaders van Nederland,

Er wordt zo ontzettend veel gezegd over het moederschap, zo veel geschreven, zo veel geroepen, dat jullie misschien bijna zouden vergeten hoe belangrijk jullie zijn. Maar vergis jullie niet: vaders zijn net zo belangrijk voor hun kinderen als moeders. Natuurlijk, lichamelijk heeft de vrouw een paar dingen die jullie nu eenmaal van de natuur niet hebben gekregen, zoals de mogelijkheid om te baren of borstvoeding te geven. Maar laat jullie daar niet door ontmoedigen: jullie zijn essentieel voor jullie kinderen.

Vaders zijn vaak net zo hard in shock als dat kleine wonder zich aan doet; leven mee met de echo’s en de bevalling, kijken net zo hard mee uit naar de komst van de kleine als moeder. Ze veren mee met hormonale schommelingen die hen totaal onbekend zijn. De goede exemplaren staan net zo vaak mee op in het holst van de nacht om te troosten, te sussen of te voeden. Vaders troosten moeders als zij het niet meer zien zitten, maken zich net zo veel zorgen. Al lijkt dat misschien niet altijd zo, omdat ze er niet altijd even veel over praten als moeders. Vaders nemen ook ouderschapsverlof en papadagen, ze ondernemen veel met hun kinderen.

Maar los van alle praktische zaken kan ik jullie vertellen, hoe belangrijk een vader is in emotioneel opzicht. Een vader is iemand tegen wie je opkijkt, die je trots wil maken, waar je naar toe gaat als je het niet meer weet. Mijn vader is geen man van heel veel woorden, maar ik weet dat hij trots op mij is en van me houdt. De wetenschap, dat je vader er altijd voor je is, is onbetaalbaar. En ook al zijn vaders niet altijd de grootste praters, toch zie je steeds meer dat zij een grotere rol vervullen in het leven van hun kind. En dat is iets om toe te juichen. Jullie worden steeds meer “de man die elke dag het vlees snijdt”, in plaats van alleen op zondag.

Helaas staan jullie er ook wel eens alleen voor. Zo krijgen jullie weinig verlof als een kind geboren is, is een papadag in sommige bedrijven nog taboe en staan jullie soms machteloos toe te kijken wanneer er een echtscheiding plaats vindt en de omgangsregeling beperkt wordt tot de weekenden. Alsof de vader minder belangrijk is dan de moeder. Zonde, want de invloed van vaders is zo groot en belangrijk.

Deze brief is dan ook speciaal voor jullie: jullie zijn nodig. Jullie kleine prinsen en prinsessen kunnen niet zonder jullie. Ook niet als ze al ouder zijn. Ook niet als ze jullie te streng vinden. Jullie zoons en dochters leren van jullie, hoe een man met een vrouw hoort om te gaan: ze zullen precies dat ook verwachten in hun relatie. Jullie tellen mee en maken een verschil. Jullie worden geliefd en aanbeden.

En ook al wordt van jullie misschien niet verwacht dat jullie dingen over gevoelens en emoties delen: misschien is het juist een goed idee om deze blog toch met andere vaders te delen. Helpen jullie weer een vooroordeel de wereld uit.

Baas in eigen Borst

kinderkamer-2Vandaag was het weer zo ver. De discussie over borstvoeding laaide weer op, naar aanleiding van een nieuws item over het st. Antoniusziekenhuis in Nieuwegein, waar een rel was ontstaan na een voorlichtingsavond. In dat ziekenhuis zou tijdens die voorlichtingsavond onder andere gezegd zijn, dat je kind niet de nodige liefde krijgt als het geen borstvoeding krijgt, en dat het een plat hoofd kan ontwikkelen. Het ziekenhuis distantieert zich van de uitspraken en gaat onderzoek doen naar deze uitspraken. Maar als dit inderdaad waar blijkt te zijn, dan vraag ik me af waar het naar toe moet met de moeders van Nederland. Als dit de informatie is die we in ziekenhuizen krijgen voorgeschoteld, waar eindigt het dan? Het is natuurlijk klinkklare onzin, dat je je kind niet de nodige liefde kunt geven, als je het met de fles voedt. Dit soort uitspraken (als ze echt zo gezegd zijn) strijken in tegen de haren van alle moeders, die geen borstvoeding hebben gegeven, om welke reden dan ook.

Wordt er dan geen rekening gehouden met vrouwen waarbij borstvoeding geven medisch gezien niet mogelijk is? Of met vrouwen waarbij de borstvoeding niet op gang komt? Of met vrouwen, die wegens oververmoeidheid en uitputting de borstvoeding staken? Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen: Mijn eigen ervaring met de zogeheten `borstvoedingsmaffia´ was ook niet al te positief. Dat begon al in mijn eigen ziekenhuis, waar ik te horen kreeg dat ik beter geen bijvoeding kon geven aan mijn hongerig brullende baby, vanwege tepel/speen verwarring. Daar sta je dan: postnataal, hormonaal, zwak, al drie dagen aan een stuk door wakker, uitgeput, doodmoe, met een baby die niets binnen krijgt omdat je simpelweg niets produceert, te luisteren naar een vrouw die je vertelt dat het niet goed is voor de baby.

Het moet wat mij betreft nu maar eens snel afgelopen zijn met die pro borstvoeding propaganda. Natuurlijk is het mooi, als je je kind op natuurlijke wijze kunt voeden. Prachtig! Als het lukt, is het een hele mooie manier om je kind te voorzien van voedingsstoffen, en zo verder. Maar laat het aan de individuele vrouw zelf over om te beslissen hier over, zonder daar een waardeoordeel aan te verbinden. Sommige vrouwen vinden het heel verdrietig als borstvoeding geven niet lukt; die zitten echt niet er op te wachten dat iemand hen vertelt hoe veel liefde hun kindje tekort zou komen door het staken van poging vierhonderdzevenendertig. Sommige vrouwen kunnen geen borstvoeding geven: die vinden dat misschien ook al jammer genoeg. En dan zijn er ook talloze vrouwen die geen borstvoeding willen geven, en ook dat moet mogen.

Want gelukkig zijn we al heel lang baas over eigen lichaam. Toch? Als je dit soort uitspraken hoort, zou je denken van niet. Als er zo wordt ingehamerd op het schuldgevoel van de nieuwe moeder, is dat op zijn zachtst gezegd zeer kwalijk. Ik hoop dat het bericht niet waar blijkt te zijn. Maar als het wel waar blijkt te zijn: Hoe veel vrouwen zijn dan al op die manier voorgelicht? Hoe veel vrouwen zouden die voorlichtingsbijeenkomst uitgelopen zijn, met een gevoel tekort te zullen schieten, als borstvoeding niet lukt?

Gelukkig zijn er ook aan de pro-borstvoedingskant genoeg geluiden van verontwaardiging te horen, naar aanleiding van deze “rel”. Gelukkig ook van moeders die pro borstvoeding zijn, maar vooral ook pro eigen keuze. Zo zou het moeten zijn: iedere vrouw doet wat voor haar goed voelt, laat zich op neutrale wijze informeren over de voors en tegens van borst- én flesvoeding, en maakt dan op basis van haar eigen ervaringen en omstandigheden een keuze. Vrij van enig schuldgevoel dat haar aangepraat wordt, als ze nietsvermoedend naar een voorlichtingsavond gaat.

Baas in eigen borst!

Bron: http://www.gooieneemlander.nl/regionaal/gooivechtstreek/article27302547.ece/Borstvoedingsmaffia?lref=SL_1

Mamantwoorden

image

Moeder zijn is super leuk. Er is niets mooier dan je kind te begeleiden en te zien opgroeien.

Maar… als moeder krijg je vaak honderden vragen per dag. Zeker in de waarom fase vliegen de vragen je om de oren! In deze quote een samenvatting van de gemiddelde antwoorden die je zoal geeft aan je kind op een dag.

Welke vragen vind jij het moeilijkst te beantwoorden? Wat is de grappigste vraag die jij ooit van je kind gekregen hebt?

De Kolfoorlog: Moeders, ga van Verloedering naar Verzustering!

Zo gemakkelijk hebben vrouwen het niet, wanneer ze plotseling hun maatje 38 in moeten ruilen voor een extra flexibele zwangerschapsbroek. Met het verlies van hun taille worden ze plotseling onderworpen aan een heel aantal uitdagingen, om precies te zijn vanaf het moment dat het tweede streepje op de zwangerschapstest kleur bekent. Tussen dat moment en het ontvangen van de Blije Doos (wat ik overigens een behoorlijk sadistische naam vind, want zo blij is een doos doorgaans niet, na een bevalling), komen vrouwen voor een fiks aantal keuzes te staan. Zoals: wat gaat ze met haar werk doen? Gaat ze fulltime, parttime of helemaal niet meer buitenshuis werken? Voor kinderopvang moet ze haar nog niet bestaande embryo in sommige steden al inschrijven nog voordat ze overweegt te stoppen met de pil, dus er moet een heleboel nagedacht worden. Al aan het kraambed in het ziekenhuis staat de – duidelijk door de borstvoedingsmaffia geïndoctrineerde – verpleegster te pleiten voor borstvoeding, als antwoord op haar simpele verzoek voor een flesje bijvoeding, bij gebrek aan toeschietende tepels, of omdat haar baby van de honger de ramen bijna doet barsten.

Moeders kunnen het in feite nooit goed doen. Met het uitbreiden van de rechten van de vrouw zijn ook een aantal obstakels tevoorschijn gekomen. Want: Als ze thuis blijft nadat het kind gebaard is, zoals vroeger zo normaal was, is ze plots de paria van de maatschappij, denkt men dat ze de hele dag op hun achterwerk zit te oefenen voor beroepsmatig neuspeuteraar. Als ze weer fulltime gaat werken, zegt men dat je er geen kind ‘bij neemt’, dat ze het zelf moet opvoeden, krijgt ze te horen dat haar kind verpest zal zijn voordat het zijn eerste woordjes kan zeggen, en vertrekt ze ’s ochtends met een luiertas vol schuldgevoel naar haar werk. Als ze parttime gaat werken, krijgt ze van sommige werkgevers duidelijke signalen dat ze niet echt meer mee telt, want ja, op donderdag en vrijdag gebeurt ‘alles’ en tja, toen was je er niet!
Maar de moederverloedering gaat verder dan dat. Degenen die nog het hardste oordelen, zijn – heel verrassend – de moeders zelf. Ze bekijken elkaar uitgebreid, uiteraard via hun smartphones, met social media apps. Dat doen ze zodanig, omdat ze geen tijd meer hebben voor ouderwetse bakjes koffie met elkaar, dus bespieden ze elkaar publiekelijk op Facebook, Twitter en zo verder, om te zien hoe die ander het doet. Goh, zij heeft al kind nummer drie gekregen, die komt tot haar tachtigste niet meer toe aan zichzelf, fluisteren ze dan.

Op enig moment bezwijkt de moeder onder de groepsdruk. Al tijdens haar zwangerschap krijgt ze het zwaar te verduren, met ongevraagde opmerkingen over haar figuur, vragen over wanneer ze moet ´werpen´, afkeurende blikken op het wel of niet thuis bevallen. Vrouwen vinden het vooral leuk om de nieuwe aanstaande moeder bang te maken voor haar bevalling, door de meest gruwelijke horrorverhalen aan haar op te dringen. Wanneer ze zien hoe de aangeslagen zwangere zich staat te bedenken over een keizersnede, sussen ze haar met het feit dat moeder natuur er voor gezorgd heeft, dat je het daarna zó vergeten bent. Het kiezen van een matras voor de baby kan ook al tot een zenuwinzinking leiden, want al leek die commerciële, luchtdoorlatende matras heel veilig in verband met de wiegendood, wanneer de kraamhulp haar intrede doet krijgt de matras al gauw een enkele reis richting grof vuil. Wanneer er een kruik gaat lekken verbrandt het kind levend. Dat had de verkoper er niet bij vermeld tijdens het verkooppraatje.

Maar ook na de bevalling maken vrouwen het elkaar niet gemakkelijk. Ze plaatsen enkel en alleen de aller liefste foto’s van hun kleuters, peuters en baby’s op Facebook en Twitter, voorzien van hartjes en smiley´s en kijk-ons-toch-eens-perfect-zijn foto’s. Vrouwen die binnen drie weken na de lancering van Kind 2.0 hun oude figuur weer terug hebben, worden acuut ontvriend op Facebook. Trouwens, voordat ze die foto nemen van hun baby, die ondertussen al bijna lasogen krijgt van al die flitsen, schuiven ze alle troep en zooi even met één voet aan de kant, zodat de kamer op de achtergrond ook al netjes opgeruimd lijkt. Het sliertje Nutrilon spuug in het haar is dankzij Photoshop ook geen obstakel meer, dat poetsen ze zo weg. Wat overigens wel zo handig is voor moeders met licht hypochondrische neigingen zoals ondergetekende; op Facebook razen de griepgolven `live´ door je tijdlijn, dus kun je precies bijhouden welke kinderen ziek zijn en dus tijdens de besmettelijke periode gemeden moeten worden.
“Slaapt die van jou nog niet door?” vragen sommige etterbaksters al na drie weken aan de kersverse moeder, waar na deze zich door de (hor)monstrueuze kraamtranen heen worstelt om zich daarbij ook nog eens af te vragen of haar kind al zou horen door te slapen dan, en zo ja, wat zij in godsnaam mis doet, waardoor haar baby zes keer per nacht om een voeding jammert.

We pochen wat af op de social media: Uiteraard kleden we ons wonderkind in dure merkkleding van Gaastra, Hilfiger en weet ik wat nog, puur voor de foto, daarna mag hij zich weer lekker vuil en vadsig maken in de modder met een Zeeman jeans. (Die Zeeman en Wibra broeken zijn overigens de meest degelijke, goedkope en leuke broeken die ik ken voor kinderen. Niet kapot te krijgen.) Uiteraard kan onze baby van 4 maanden al zelf hardop zijn Nijntje boekjes lezen, want bijna al onze kinderen zijn tegenwoordig Hoogbegaafd, of erger nog, Hoogsensitief, want hij keek zo lang naar die hoek van de kamer, dat moet wel de geest van overleden tante Marie zijn geweest.

De binnenspeeltuinen schieten als paddenstoelen uit de grond, want waar onze ouders het vroeger volkomen normaal vonden om gewoon absoluut helemaal nergens naar toe te gaan in het weekend, gaan werkende moeders gebukt onder zo’n schuldgevoel, dat ze dit in het weekend menen te moeten compenseren. Waardoor onze kinderen natuurlijk weer pedagogisch onverantwoord compleet overprikkeld worden met een overdaad aan krijsende kinderen, kleuren, kabaal en onhygiënische ballenbakken.
Dan worden daar van natuurlijk meteen foto’s van op Facebook geplant, wordt online ingecheckt bij de desbetreffende speeltuin, gevolgd door een voldaan gevoel; het kind heeft plezier, de hele wereld weet er van. Andere moeders reageren dan weer op die foto’s, “Wat leuk, dat bloesje had Noah vorig jaar ook!” (met andere woorden, je kleedt je kind in de mode van vorig jaar) of “Oh, daar zijn wij ook al heel vaak geweest!” (Vertaling: Ontdek je die speeltuin echt nu pas?) en meer van dat soort opmerkingen, waarmee de andere ouder zichzelf weer even beter wil voelen door aan te geven hoe actief zij zijn met hun kleintje.
Hoewel ik als werkende moeder, met een vorm van social media verslaving (ik krijg sms’jes van vriendinnen als ik een dag geen status op Facebook heb gezet; of ik ziek ben?), eerlijk toe geef volop mee te doen met de moederverloedering, vind ik toch dat deze tot een einde moet komen. Of er moet in elk geval ook een tegengeluid komen. Meer eerlijkheid en openheid. Moeders (inclusief ondergetekende, overigens) moeten voor eens en voor altijd stoppen met dat (ver)oordelen van andere moeders, en dan ook meteen maar kappen met dat knagende schuldgevoel, of ze nu thuis werken of buitenshuis. We maken het onszelf veel te moeilijk, met ons perfectionisme, ons openlijke gluurgedrag en ons kijk-mij-nou-gedoe.

Al tijdens de zwangerschap worden we bedolven onder goedbedoelde, ongevraagde adviezen, waar we ons meestal alleen nog slechter door voelen. Als we dan gaan werken zitten we in de auto met de fopspeen in de mond en de laptop op de bijrijderstoel, als een idioot gassend door de woonwijk. Maar dat mag dan zogenaamd, want we hebben natuurlijk de allerduurste, aller veiligste autostoel inclusief mini airbags voor onze junior gekocht. Hem zal niets gebeuren.

Die verloedering moet omslaan in verbroedering, of in het geval van moeders, Verzustering. Het Kind mag zich ook heus wel eens een dagje vervelen in het weekend; juist dan spelen ze het hardst met hun bergen speelgoed, de kat, de hond of hun tenen. Kinderen hebben helemaal niet zo veel nodig. Onze dochter kan zichzelf een uur amuseren met een Tupperware bakje, wat water en een lepel. Doet ze alsof ze de kater te eten geeft. En de kater blijft trouw zitten, wachtend tot er misschien eens wel iets interessants zijn kant op komt. Kinderen zijn gewoon al blij dat ze in je buurt vertoeven. Zeker als hun ouders eens niet zo gestrest zijn.

De afgelopen maanden heb ik geëxperimenteerd met wat ik het ´nieuwe delen´ noem. Het werkt vrij simpel. Je doet het tegenovergestelde van wat de meesten doen (`Hele huis gepoetst, met ukkie naar speeltuin geweest, geweldige kleren gekocht´); Je deelt niet langer alleen de positieve kanten van je leven in je digitale vriendenkring, maar gooit er ook eens een minder florissante status tussen. ´Vandaag kom ik serieus behang tekort hier thuis.´ bijvoorbeeld. Of: ´Ik heb besloten vandaag helemaal niets te doen en op mijn luie reet te zitten. Dan maar een goed genoeg moeder.´ De reacties die daarop binnen stromen zijn verfrissend, eerlijk, een zucht van verademing lijkt door je digitale tijdlijn te gaan. Als het startschot is gegeven, komt er geen eind aan de ontboezemingen, zo lijkt het wel. Eindelijk, eindelijk hoeven we niet meer te doen alsof alles perfect is. Andere moeders reageren met ´Die van mij was een draak deze week!´ of met ´Ik ben zo blij dat ik de enige niet ben. Heb geen behang meer over.´
Over vaders hoor je trouwens wat minder na de gezinsuitbreiding; voor hen verandert er schijnbaar verrassend weinig met de komst van een kleintje. Weinig vaders die tegen mij klagen, dat ze zich moeten verantwoorden voor hun fulltime baan. Niemand die fronst als een vader fulltime blijft werken na het ouder worden. Maar er zijn (gelukkig!) steeds meer moderne kerels om me heen die een papadag hebben in de week; hoe meer hoe beter! Om de druk van de moderne vrouw af te halen, heb je vooral ook meer moderne mannen nodig. Hoe meer moderne vaders, des te meer keuze vrijheid voor hun vrouwen. Zeker nu de kinderopvang steeds duurder wordt. Moderne moeders kunnen alleen goed gedijen bij moderne vaders (of een andere moderne moeder als partner, dat is mij om het even).

Ik hoop dan ook dat er over vijf jaar steeds meer vaders op de Facebook tijdlijn actief zullen zijn. “Gebadderd met Stijn Junior, zo naar kinderboerderij, daarna een potje voetballen.” En dan een hoop andere vaders die dat vind-ik-leuken, en daarop informeren of Stijn al hersteld is van zijn griepje, want dan komen zij ook even langs. Potje bier doen.

Wat niemand zegt over bevallen

Alle vrouwen die bevallen zijn, dragen een collectief geheim met zich mee. Het geheim, dat kennen mannen niet. Ze zullen het ook nooit kennen. Misschien weten ze het wel, of proberen ze het te begrijpen, maar als ze het echt zouden kennen zouden ze massaal naar hun moeder gaan om haar te bedanken.
Er zijn veel verhalen over bevallen. De meeste gaan over het lichamelijke aspect, want laten we wel wezen: het is ook nog al wat. Je laat een mens in je buik groeien, en als het af is, laat je het er uit. Het klinkt als een soort sciencefiction filmscript, als je er over na gaat denken. Puur feitelijk gezien is het ook een bizar gegeven, ook al is het de reden van ieders bestaan.

Waar minder op in wordt gegaan is de andere kant van bevallen. En dan bedoel ik niet het “ik lag met dolfijnengeboortemuziek in bad en nam zelf mijn kind aan” gedoe.
Je zult, behalve op je laatste levensdag, nooit dichter komen bij de dood, dan bij een geboorte. Wat er met je gebeurt wanneer je gaat bevallen, is dat je in een soort isolement terecht komt, wat veel vrouwen “je eigen wereld” noemen. Je isoleert je totaal van de buitenwereld, omdat je al je kracht nodig hebt voor de wereld die in je lijf leeft. Je lichaam gaat iets ongekends doen en zowel je lichaam als je geest moeten zich samen spannen, als een vuist, om de allerzwaarste inspanning te leveren. Ik merkte het zelf ook tijdens mijn bevalling. Ik sloot me af, sloot me op in mijn eigen lijf.

Je bent nooit kwetsbaarder dan wanneer je aan het bevallen bent. Je lichaam neemt het van je over en begint met bevallen, of je er nu klaar voor bent of niet. Vergelijk het met een python achtbaan die begint te rijden terwijl je nog niet zeker weet of je beveiliging goed vast zit. Om te bevallen moet je alle controle loslaten. Alle besef van tijd ook. Je moet alles laten gaan en je concentreren op je taak; want iets anders is er niet. Je hebt amper controle over je eigen stem, over je hartslag, ademhaling. En of je nu wil of niet, je lichaam gaat verder. Het blijft een wonder. Op het moment dat je als vrouw voor de eerste (of enige) keer moeder wordt, staat de tijd stil. Je neemt daar ter plekke afscheid van de vrouw die je daarvoor was. Misschien niet bewust, op dat moment. Want vaak weet je nog niet welke gevoelens, zorgen en blijdschap je te wachten staat. Dat kindje dat op je buik wordt gelegd na het bevallen, dat is je nieuwe leven. Vanaf dat moment ben je moeder, en ziet je prioriteiten pakket er voor altijd anders uit. Zoals mijn vriendin een keer zei: “Het zorgeloze leven is voorbij op het moment dat je moeder wordt.” En niets is minder waar dan dat.

De stille seconden waarin ik besefte dat mijn kind geboren was, die paar seconden voor haar eerste geluidje, ging de wereld weer open. Waar ben ik? dacht ik even. Alsof ik uit een diepe slaap wakker werd. Hoe laat het was wist ik niet, hoe lang ik er over gedaan had ook niet. Wat mijn lichaam had gedaan, ook daar van had ik geen idee. Ik werd alleen overmeesterd door een – nooit eerder zo gevoeld – gevoel van respect voor mijn lijf. Dat het zulk natuurgeweld had aangekund.

En op het moment dat je kind op je buik wordt gelegd, wordt alles duidelijk. Dan ben je moeder. Onwennig wel nog. Onzeker ook. Als moeder word je constant met je eigen kwetsbaarheid en onzekerheid geconfronteerd. Maar ook dat zal wennen. De gordijnen gaan open, je bent niet meer alleen, het isolement ebt weg uit je lijf, via je benen. Je hoort weer stemmen, je voelt eens voorzichtig aan de vingertjes van je kind, en daar begint dan langzaam de tocht die de verdere rest van je leven zal duren: het leren kennen van je kind, het leren leven met de zorgen en het ervaren van een onvoorwaardelijke liefde, die dieper gaat dan welk ander gevoel dan ook.