Tagarchief: leren

Liever een gebroken been: wat je in corona tijden kunt doen voor mensen met een depressie of burn-out

Eerder schreef ik in mijn (vaak gedeelde!) blog over wat je kunt doen voor mensen met een depressie, burnout of andere klachten.

Echter, nu in deze bijzondere, vreemde en vaak moeilijke tijd is het nog moeilijker om er voor mensen met een depressie of andere mentale klachten te zijn, vanwege de afstand die bewaard moet worden.

Wat kun je in quarantaine tijd dan wél doen voor geliefden die worstelen met een depressie, angst klachten, burn-out? Hieronder een aantal tips waar ik ook zelf veel aan gehad heb (en nog):

Laat weten dat je er bent. Bel (regelmatig!), app, video bel, stuur een kaartje, een bosje bloemen, of een brief. Ga op raamvisite of nodig uit voor een leuk online spelletje, als diegene daar zin in heeft tenminste. Laat weten dat je aan die persoon blijft denken, ook al is het op afstand.

Lees verder onder de afbeelding

Stimuleer het zoeken naar hulp.

Stimuleer het inschakelen van hulp. Heeft je geliefde nog geen hulp gekregen met zijn of haar problemen? Adviseer dan een telefonisch consult met de huisarts. Deze kan doorverwijzen, ook in deze tijd, naar professionele hulp. Veel hulpverleningsinstanties werken met telefonische en video gesprekken. Natuurlijk is een live gesprek meestal beter, maar iets is zeker beter dan niets!

Ga wandelen op afstand. Als er een geschikte omgeving voor is, ga dan wandelen op afstand. In rustige dorpen of omgevingen is het prima mogelijk om – op veilige afstand – met elkaar te wandelen. Zo haal je iemand even zijn huis (isolement) uit en kun je rustig praten zonder elkaar constant aan te hoeven kijken. Dit praat vaak gemakkelijker. Wandelen is voor iedereen goed: je komt even op andere gedachten en beweging is sowieso goed tegen depressieve gedachten.

Wees begripvol. Bied een luisterend oor. Geef geen goedbedoelde adviezen en kom niet met standaard cliché antwoorden zoals “het komt wel goed” of “kop op, niet bij de pakken neer gaan zitten”. Luister geduldig, toon inlevingsvermogen en vraag of je iets kunt doen. Vaak is luisteren al genoeg. Ook even praten over je eigen leven is vaak fijn voor de ander: het leidt even af.

Heb jij nog andere tips? Laat ze achter in een reactie!

Advertentie

Ben jij een people pleaser en medeafhankelijk?

Ben jij een notoire people pleaser? Spring jij altijd als eerste op om anderen te helpen? Komen mensen als eerste naar jou toe met hun problemen? Vind je het moeilijk om je grenzen te bewaken en kom je vaak in (liefdes)relaties terecht die niet gezond voor jou zijn, met mensen die jou manipuleren of gebruiken? Grote kans dat jij last hebt van codependency, oftewel medeafhankelijkheid.

Mensen die codependent zijn, hebben vaak een laag zelfbeeld en passen zichzelf helemaal aan aan de ander. Eigen behoeften worden volledig weg gecijferd om de ander tevreden te stellen. Vaak schuilt daarachter een diepe angst om verlaten te worden en alleen te zijn.

Dit gedrag ontstaat meestal bij mensen waarvan in hun jeugd niet aan hun emotionele behoeften werd voldaan: Codependency ontstaat immers meestal door een onveilige hechting in je (moeilijke) jeugd, waardoor je niet geleerd hebt hoe een gezonde relatie er uit ziet. Je hebt wellicht geleerd dat houden van hetzelfde is als zorgen voor en geeft daarmee al je energie aan de ander. Je stelt je veel te afhankelijk op van de ander, waarmee je die persoon alle macht en controle over jou geeft.

Een relatieverslaving kan hier een gevolg van zijn: je hecht je aan emotioneel beschadigde mensen waar je voor denkt te kunnen of moeten zorgen. Dat jij hierdoor vaak gekwetst wordt neem je voor lief: dit ben je immers gewend. Het ongezonde patroon is onveilig, maar doordat je dit herkent uit je jeugd voelt het onterecht veilig. Rationeel weet je wel dat dit niet goed is, maar emotioneel lukt het je niet om hier afstand van te nemen.

Hoe doorbreek je nu de spiraal van codependency? Hoe zorg je er voor dat ook jouw behoeften worden bevredigd en niet al je energie gaat naar het helpen van anderen? Hoe zorg je er voor dat je van jezelf mag kiezen voor gezonde relaties waarin geen misbruik van jou wordt gemaakt?

Erkennen in welke patronen je vast zit is een eerste stap; begrijpen hoe dit heeft kunnen gebeuren. Hyponose therapie kan ook een stap zijn: onder begeleiding van een professional kun je “terug gaan” naar je jeugd en de behoeften die je had uitspreken. Leren van jezelf te houden is de belangrijkste stap: als je van jezelf leert te houden, pik je het niet wanneer een ander over jouw grenzen heen gaat of misbruik van jou maakt. Bovendien ben je niet langer bang om alleen te zijn, omdat je genoeg van jezelf houdt.

Wanneer je genoeg om jezelf geeft, maak je gezondere keuzes voor jezelf. Met het beëindigen van destructieve en ongezonde relaties maak je ruimte voor gezonde relaties waarin geven en nemen in balans zijn en jij jezelf niet meer kwijt raakt.

 

Leestips:

Als hij maar gelukkig is

door Robin Norwood

 

Leef je eigen leven

door Melodie Beattie

Ik voel ik voel wat jij niet ziet: onzichtbaar ziek

Fibromyalgie, andere vormen van reuma, migraine, burn-out, depressie, et cetera: Er zijn veel ziektes die niet zichtbaar zijn aan de buitenkant.

Waar iemand met een gebroken been vanzelf begrip en medewerking krijgt van mensen vanwege bijvoorbeeld het dragen van gips of lopen met krukken, moeten mensen met een onzichtbare ziekte of aandoening vaak twee gevechten leveren: één gevecht tegen hun aandoening en het andere gevecht tegen onbegrip en vooroordelen van de omgeving.

lees verder onder de afbeelding

Veel mensen denken dat alles goed met je gaat omdat er niets aan jou te zien is. Hoe lang je er over gedaan hebt om uit bed te komen (psychisch of fysiek) ziet men niet. Hoe vermoeid je bent (mentaal of lichamelijk) na een activiteit ziet men evenmin.

Het hebben van een onzichtbare aandoening blijft een dubbele strijd. Goede vrienden, professionele begeleiding en “insiders” die echt weten en begrijpen wat je doormaakt zijn daarbij onmisbaar.

Soms is het ziektebeeld ook grillig: de ene dag kun je bijvoorbeeld meer aan dan de andere dag, grenzen verschuiven, zowel op het psychische vlak als lichamelijk. Het is dan soms verwarrend voor de omgeving, want: waarom kun je vandaag niet mee doen als je gisteren wel nog op de been was?

Dit telkens maar uitleggen en er begrip voor vragen is moeilijk: vaak is het nodig dat je zelf erg stevig in je schoenen staat en er voor waakt dat je niet over je grenzen heen gaat. Onder voorbehoud afspraken plannen kan een optie zijn: je houdt een slag om de arm en geeft dat vooraf duidelijk aan: “Als ik me goed voel die dag ga ik heel graag mee.”. Zo voorkom je teleurstellingen voor je omgeving en bewaak je je eigen grenzen, door op de dag zelf te beoordelen of iets al dan niet mogelijk is.

Het is en blijft een strijd om te luisteren naar je lijf en naar je grenzen. Je zult jezelf zeker blijven tegenkomen, totdat je leert jezelf te beschermen en je grenzen te bewaken.

Soms zul je hiermee ook vrienden verliezen, als ze niet kunnen omgaan met de veranderde jij, die niet meer alles kan.

De vraag is dan uiteraard wel of dat in de eerste plaats echte vrienden waren…

Grote mensen die niet vragen, worden overgeslagen!

“Kinderen die vragen, worden overgeslagen!”

Hoe vaak heb jij dit gehoord als kind?

Wellicht was het wel eens terecht: als je voor de derde keer zeurde om een koekje bijvoorbeeld.

Toch lijken volwassenen gaandeweg af te leren te vragen om wat ze willen. Vrouwen lijken daar het meest last van te hebben. Bescheiden zijn, netjes zijn, niet brutaal doen… we krijgen het allemaal af- en aangeleerd.

Als volwassene kun je dan te maken krijgen met een probleem: je leeft niet het leven dat je graag zou willen leven, bijvoorbeeld. Je wil veranderingen aanbrengen, maar je weet niet goed hoe. Je wil heel veel, maar hebt het jezelf afgeleerd er om te vragen. Toch is hier helemaal niets mis mee: vragen mag altijd en daarbij: het is prettig om te weten én uit te spreken wat je wil.

Als niemand weet wat jij wil, is dat waarschijnlijk omdat je het niemand vertelt. En als je het niemand vertelt, kun je dat je omgeving ook niet kwalijk nemen!

Lees verder onder de afbeelding

Gelukkig is het nooit te laat om afgeleerd gedrag weer aan te leren. Je kunt vandaag nog beginnen met oefenen! Start met kleine dingen: schrijf op een lijstje welke dingen jij graag zou willen, en kies de meest laagdrempelige daarvan uit om als eerste mee te beginnen. Of het nu gaat om iets dat je heel graag wil krijgen voor kerst, of een cursus die je graag wil volgen op je werk: het maakt niet uit: als jij het maar vraagt!

Hoe vaker jij hardop kenbaar maakt wat je graag wil, hoe vaker je het ook zult krijgen. Let maar op!

Voor wie twijfels zijn leven laat bepalen

Twijfelen: iedereen doet het wel eens. Zeker bij grote beslissingen. Twijfelen is een gezond mechanisme om voor- en nadelen goed af te wegen voordat je een beslissing neemt. Toch kan te veel twijfelen je ook tegenhouden in het leven leiden dat jij graag wil.

Hoe gezond twijfel ook kan zijn, één van de grootste “killers” van vooruitgang is zonder meer overmatige twijfel. Twijfel slaat vaak toe bij het nemen van levensbeslissingen; hoe groter de beslissing, hoe harder de twijfel toe kan slaan.

Waarom twijfelen we vaak te lang? Wat is het nut van twijfel? En vooral: hoe kom je er van af als het je afremt in het bereiken van je doelen?

Twijfelaar
Een geboren twijfelaar, zo heb ik mezelf wel eens genoemd vroeger. Bij het nemen van een grote beslissing (Ga ik voor die baan? Blijf ik bij mijn partner? Moet ik nu wel of niet verhuizen?) slaat bij veel mensen de twijfel toe: logisch, want het is ook niet zomaar een beslissing die je moet nemen.

Een verhuizing, een andere baan, een relatie verbreken: het zijn allemaal beslissingen die vergrijpende gevolgen kunnen hebben in je verdere leven. Dat is niet per se negatief, maar het kán het wel zijn; Want wat nou als die nieuwe baan toch niet zo leuk is als het lijkt? Wat als je spijt krijgt van je verhuizing? Wat als je je partner toch gaat missen en niet meer terug kunt?

Twijfel slaat de meeste dromen en plannen dood, omdat het gepaard gaat met angst. Angst om de verkeerde beslissing te nemen (“Wat als ik hier verkeerd aan doe?”) kan je verlammen, waardoor je onnodig lang in de twijfel modus blijft. Onzekerheid kan ook een grote rol spelen: het vergt nogal wat zelfvertrouwen om te zeggen: en vanaf nu gaat het anders.

Waar twijfel het hardst toeslaat
Twijfel slaat vaak het hardst toe in situaties waarin weinig urgentie bestaat. Wat ik daarmee bedoel, kan ik het best toelichten aan de hand van een voorbeeld. Stel, je hebt een baan waar je wel tevreden mee bent, maar waar je niet veel uitdaging uit haalt. Het werk is niet verschrikkelijk, maar ook niet heel leuk. Je haalt er weinig vreugde uit, maar je doet het wel goed en krijgt goede beoordelingen. Daarnaast heb je een vast contract en geen hele vervelende collega’s. Met andere woorden: er is weinig uitdaging, maar ook geen echte urgentie om weg te gaan. Dat je wellicht hele andere doelen voor je loopbaan had – en door tien of twintig jaar in deze baan te blijven hangen die doelen niet bereikt – is achteraf bezien natuurlijk zonde. Toch blijven veel mensen vaak lang hangen op een plek waar ze niet tot hun recht komen.

Waarom?
Niet altijd leuk om te horen, maar wel waar: Mensen zijn gewoontedieren. We voelen ons graag veilig en geborgen. Onze comfort zone is ons vaak meer waard dan ons geluk, hoe gek het ook klinkt. We houden van nature nu eenmaal doorgaans niet erg van verandering. Verandering vinden we maar eng.

Zeker als we een vast contract hebben weten te bemachtigen in deze onzekere tijden, geven we dat niet zomaar op. Een vaste relatie ook niet. De gemoedsrust die komt kijken bij het kunnen betalen van de hypotheek of huur wint het dan van het knagende gevoel dat er meer moet bestaan dan deze sleur van werk dat eigenlijk beneden je niveau ligt.

Als er dan een nieuwe baan langskomt, waarbij je met een tijdelijk contract in een geheel nieuw bedrijf moet beginnen waar je nog niemand kent, slaat de twijfel toe. Zo erg heb ik het nu toch niet? Ik heb nu wel vastigheid en ik weet waar ik aan toe ben. Dit soort gedachten zorgen er vaak voor dat je dan toch maar bedankt voor die uitdagender job.

Hetzelfde geldt voor relaties. Als een relatie je al lang niet meer gelukkig maakt, zou je eigenlijk er mee moeten stoppen. Toch blijven veel mensen langer in een uitgebluste relatie zitten dan nodig, uit angst. Angst voor het onbekende, angst om alleen verder te moeten gaan, angst om al het vertrouwde op te moeten geven. Dus worden de dagen weken, de weken maanden, en worden ze op hun zestigste wakker met het besef dat ze jaren lang in een ongelukkige relatie hebben gezeten. De comfort zone kan wat dat betreft een vals soort gevoel van veiligheid geven: achteraf is er dan vaak alleen maar ruimte voor spijt.

Urgentie maakt twijfelen moeilijker

Wat nu als je opeens zonder werk komt te zitten? Dan valt je vangnet weg en je comfort zone verdwijnt zonder dat je daar zelf iets aan kon doen: zou je dan wel solliciteren op die baan die uitdaging biedt? Waarschijnlijk wel. Zou je het droomhuis wel kopen als je plotseling te horen kreeg dat je eigen woning gesloopt gaat worden? Vast wel. Het wegvallen van die comfort zone dwingt je er toe beslissingen te nemen: wat dat betreft is het soms gemakkelijker om beslissingen te nemen vanuit het principe “Ik heb nu toch niets te verliezen.” Urgentie dwingt: en soms is dat niet eens verkeerd.

Eeuwige twijfel

Voor de eeuwige twijfelaar is het goed om je af te vragen wat je bereikt met het ellenlange twijfelen. Geef je jezelf zo een excuus om comfortabel te mogen blijven leven zonder risico’s te nemen? Geef je jezelf hier mee een mooie reden om je angsten niet onder ogen te hoeven komen? Houd je je eigen onzekerheid hiermee in stand?

Iets nieuws proberen, een nieuw avontuur aangaan, betekent vaak dat je een risico moet nemen. Het is een sprong in het diepe waar niet iedereen zich aan waagt. En ja, het kan misgaan, maar het kan ook ontzettend goed gaan. Vraag jezelf eens af: waar heb je straks meer spijt van; als je het nooit hebt gedurfd of als je dat wel hebt gedaan en het niet is gelukt? Wat is het ergste dat er kan gebeuren? En kun je daarmee leven?

Het leven gaat snel voorbij. De sleur van alledag zorgt er voor dat dagen overgaan in weken, maanden, jaren. Wil je terugkijken op een leven vol twijfels, waarin je jezelf mooie kansen hebt ontnomen? Of wil je terugkijken en denken: ach, ik heb risico’s genomen, but I did it my way!

Ik weet waarvoor ik kies. Jij ook?

Kun jij omgaan met een compliment?

door VIP blogger Susan Schuitema

Enkele weken geleden kreeg ik via app een compliment. Ik merkte direct dat ik me ongemakkelijk begon te voelen. Wat moet ik ermee? Ergens voel ik mij dankbaar voor het compliment en zou ik dus gewoon ‘dankjewel’ moeten sturen. Aan de andere kant heb ik allerlei excuses in mijn hoofd en begin ik grapjes te maken om het compliment weg te wuiven.

Dit bracht mij op het idee om te schrijven over het geven en ontvangen van complimenten: ik ging op onderzoek uit.

Hoe reageren mensen over het algemeen op een compliment? Is er verschil tussen mannen en vrouwen? Tussen jong en ‘oud’? En heeft het misschien te maken met hoe zeker jij je voelt over jezelf? Mijn onderzoek gaf mij het volgende beeld.

Vrouwen
Met hier en daar een enkele uitzondering reageren vrouwen over het algemeen hetzelfde op complimenten. Echter zit er wel verschil tussen het soort compliment en de reactie hierop. Een compliment over het uiterlijk wordt vaak gewaardeerd, maar de meeste vrouwen weten niet goed hoe ze hierop moeten reageren. Wanneer het compliment gaat over een kledingstuk wordt er vaak gereageerd met ‘oh, die kostte maar vijf euro bij die ene winkel.’ Aan de andere kant wordt er op een compliment over kleding ook gereageerd met een logische reactie ‘dankje, vind ik ook, anders had ik het niet gedragen.’

Vaak wordt het een ‘dankjewel, ik vind jouw ogen mooier’ of ‘oh joh, jij bent veel knapper.’ Er wordt dus snel vergeleken met de ander. Een aantal vrouwen geven wel aan gewoon ‘dankjewel’ te zeggen en blij te worden van het compliment.

Wat erg naar voren komt is dat het vooral te maken heeft met jouw beeld van jezelf. Ben jij zeker van jezelf? Dan zeg je sneller gewoon ‘dankjewel’ zonder het compliment weg te lachen of weg te praten met een excuus. 
Er wordt over het algemeen door de vrouwen gedacht dat de manier van ontvangen te maken heeft met dat wat je in jouw opvoeding geleerd hebt. Goed (of slecht) voorbeeld doet volgen, zeggen ze dan. De vrouwen die ik sprak gaven aan dat ze zelf snel complimenten geven en dat ze absoluut anders worden ontvangen door een man. Waar de vrouwen onzeker reageren, zijn de mannen vaak nuchter en zeggen ze écht gewoon ‘dankjewel’ en gaan weer verder met hun dag. Terwijl ik als vrouw toch wel een hele dag kan teren op een gemeend compliment.

En daar ga ik alweer he?  ‘Gemeend compliment’ want tja, is een compliment gemeend of wil iemand er iets mee bereiken? 

Mannen
Wat mij erg op viel uit de antwoorden die ik kreeg van mannen, is dat de complimenten vanuit een man snel anders opgevangen worden door de vrouw. Enkele mannen geven aan, soms geen compliment te durven geven omdat vrouwen dan zouden kunnen denken dat er iets achter zit. Dit wordt dan geassocieerd met seks. Een man zou dus niet ‘zomaar’ een compliment kunnen geven zonder dat hier iets achter gezocht wordt. Bijzonder toch? 


Ook enkele mannen geven aan dat zij vroeger (meer onzeker) aankwamen met excuses als antwoord op een compliment. Een compliment over een behaalde opdracht of goed resultaat werd dan weggewuifd met ‘oh joh zo moeilijk was het niet hoor, het stelde niks voor.’ Nu, ouder en zekerder van zichzelf zeggen zij over het algemeen gewoon ‘bedankt.’

Onzekerheid
Vrouwen lijken over het algemeen onzekerder te zijn dan de mannen. Of dit echt zo is, of dat mannen niet voor hun onzekerheid uit durven komen? Dat blijft natuurlijk altijd de vraag. Wat mij opgevallen is door met mensen in gesprek te gaan, is dat het wegwuiven van complimenten vooral te maken heeft met hoe je over jezelf denkt. Ben jij onzeker? Dan ben je sneller geneigd om een compliment voor jezelf om te denken naar iets negatiefs. Wat wil iemand van mij? Waarom zouden ze dit zeggen? Menen ze het echt? 

Ik ben erg geneigd om mezelf naar beneden te halen zodra iemand bijvoorbeeld zegt: ‘wat zie je er leuk uit!’  Vaak denk ik dan: ‘Joh, ik ben 15 kilo aangekomen, doen je ogen het wel?’. Mijn reactie is eigenlijk altijd eerlijk. Ik ontvang het compliment door te bedanken maar vervolg dit wel met hoe ik er zelf over denk. Waarom? Dat is een goede om over na te denken aankomende tijd!

Vanaf nu ga ik er eens bewust op letten, hoe reageer ik, waarom reageer ik zo en kan/wil ik dit ook veranderen? Complimenten zijn eigenlijk cadeautjes. Je krijgt ze, je mag ze ontvangen, open maken en gebruiken. Ergens is het voor de gever, niet leuk om het cadeautje verfrommeld weer terug te krijgen omdat jij er niks mee kunt. Best wel iets om over na te denken!

Wat het meest uit mijn onderzoek naar voren kwam is dat je met complimenten iemand kunt helpen. Zie jij iets goeds, iets moois, iets leuks? Zie je dat iemand onwijs zijn best doet voor iets? Geef een compliment en laat mensen stralen. Het kan je dag maken, je net even dat laatste zetje geven om door te gaan of je leren anders naar jezelf te kijken.

Hoe reageer jij op complimenten? Voel jij je ongemakkelijk of vind je het alleen maar leuk om te horen?

Vanaf nu neem ik mezelf voor om minimaal één compliment op een dag te geven, uiteraard wel oprecht! En ik neem mezelf voor, om het compliment van een ander ‘gewoon’ te ontvangen en ‘dankjewel’ te zeggen en dit ook uiteindelijk te gaan voelen.

Liefs,

Susan


Bestaat dé ware liefde?

Door Chrisje VIP blogger Susan Schuitema

Bestaat er zoiets als ware liefde?

Als je mij tien jaar geleden had gevraagd of ik in de ware liefde geloofde, had ik ja gezegd, net als nu, maar daarbij had ik toen een compleet ander beeld.

Ooit dacht ik bij de ware liefde aan een totaal plaatje, het perfecte plaatje, en wanneer ik alles van mijn lijstje kon afvinken, dan was ‘het’ de ware. Dat wat je ziet in films.

Wanneer ik nu denk aan de ware liefde, dan denk ik er achteraan: is er ook zoiets als onware liefde dan?

Ik denk niet alleen meer aan een liefdesrelatie maar aan pure liefde op zichzelf. Ik geloof niet in ware liefde, want elke manier van liefde is waar. Onware liefde bestaat niet. Gewoon ‘liefde’ is genoeg.  Ja ik geloof in liefde, absoluut. Ik hou van ongelooflijk veel mensen. En van ieder op een ander niveau, een andere  frequentie. Niet meer, of minder, maar anders. 

Mijn kind is mijn allergrootste liefde. Zijn verdriet is mijn verdriet, zijn geluk geeft mij tranen van blijdschap. Zijn emoties zijn zo met die van mij verbonden, hij is een deel van mij. Wat hij ook zal kiezen, doen of zeggen, die liefde zal nooit stoppen en nooit veranderen. Onvoorwaardelijk een deel van mij. Deze manier van houden van zal ook altijd boven alles en iedereen uitsteken. Hij zal altijd mijn nummer één zijn. (samen met eventuele toekomstige kinderen natuurlijk) 

Dan natuurlijk mijn man, waar ik ‘ja’ tegen zei, tegen een leven samen, dag in, dag uit voor de rest van ons leven. Dat doe je niet zomaar. Hij is degene waar ik naast wakker word iedere dag en waar ik naast in slaap val. Waar ik mijn dromen mee deel. Waar ik mijn allereerste hysterische nieuw bedachte ideeën mee bespreek. Degene waar ik mij op af kan reageren als dingen niet gaan zoals ik zou willen. Iemand met wie ik 24/7 samen kan zijn, zonder elkaar de hersens in te slaan. Voor iemand zoals ik, iemand die heel graag alleen is, zonder teveel prikkels en gedoe, is het best een wonder dat ik 24/7 samen kan zijn met twee levende wezens in één huis. We voelen elkaar aan én we vullen elkaar aan waar nodig.  

Ik weet zeker dat onze relatie zo goed werkt doordat we elkaar vrij laten. Twee compleet verschillende mensen, maar toch zo hetzelfde. Mijn man heeft zijn hobby’s waar ik niet aan moet denken om ze uit te voeren, ik heb mijn interesses waar mijn man niks mee heeft, maar toch tonen we interesse in elkaars dingen en laten we elkaar vrij hierin. Hij wordt enthousiast wanneer ik enthousiast ben en ik word blij wanneer hij iets doet waar hij blij van wordt. En daarnaast hebben we onze gezamenlijke dingen. We vinden het heerlijk om te wandelen, we hebben beide een verslaving aan notitieboekjes kopen, zijn allebei creatief maar op een ander vlak, kijken samen series en films, en oh wee als je verder kijkt zonder mij. 

En natuurlijk hebben wij samen een zoon. Één grote peuter vol met liefde, van ons samen, dat verbindt je uiteraard op een hele speciale manier aan iemand. 

Daarnaast houd ik van mijn vriendinnen, hoe ze allemaal hun eigen karakters hebben, hoe ze allemaal van elkaar verschillen. Met de één ga ik shoppen, met de ander deel ik mijn spirituele  levensstijl. Met de één deel ik mijn hele levensgeschiedenis omdat we elkaar al 20 jaar kennen, en met de ander kan ik een heel gesprek voeren alleen door elkaar GIFS te sturen en ja we snappen elkaar ook nog. Met de één praat ik over relaties, seks en alle persoonlijke onderwerpen, van de ander heb ik wijn leren drinken.  Zo zijn ze allemaal zo anders, en zo mooi verschillend. Ook vriendschap is een vorm van liefde, een manier van houden van, niks meer of minder ‘waar’  dan een relatie. Alle liefde is waar.

We delen onze ervaringen en levens met elkaar, niet vanuit het zelfde huis zoals ik met mijn man doe, maar zeker gevoelsmatig dichtbij. 

Waar het op neer komt is dat er in mijn wereld geen ‘onware’ liefde mogelijk is. Ik voel liefde voor iedereen in mijn leven. En ál die liefdes zijn waar.  Dus ja, ware liefde bestaat, op verschillende vlakken, op verschillende manieren en niveaus.

Niet één ware, zoals in de films of zoals ik ooit dacht, 10 jaar geleden. Mijn liefde is voor iedereen, ongeacht geslacht, ongeacht leeftijd, huidskleur of wat voor verschil. Liefde kent geen grens, liefde kent geen eisen of vormen, liefde is gewoon liefde.  En zeker niet ‘onwaar’.


‘Ware liefde’

Als je mij vraagt naar ware liefde,
dan denk ik meteen aan alles en iedereen.
Als je mij vraagt naar ware liefde,
dan kijk ik gelukkig om mij heen.

Ik zie de mensen en de dieren,
de liefde voor natuur.
Ik zie het leven liefde vieren,
iedere seconde, ieder uur.

Overal is liefde, nooit is dit ‘onwaar’,
doe je ogen dicht, en voel het maar.
Overal is liefde, iedere vorm is ‘waar’,
ik voel het zelfs, wanneer ik naar de sterren staar.

Als je mij vraagt naar ware liefde,
dan denk ik aan alles en iedereen,
Als je mij vraagt naar ware liefde,
dan ben ik nooit alleen.

Liefs,

Susan

Interview met Trendwatcher Lieke Lamb

27751709_1996612403688422_2558537857180198047_n
Trendwatcher Lieke Lamb voor RTL nieuws

Ik sprak met Nederlands bekendste Trendwatcher: Lieke Lamb. Een veelzijdige vrouw: spreker, trendwatcher, radiobekendheid, columnist en mede-eigenaar van het bedrijf Trendwatcher.com, dat zij samen met haar man Richard runt. Daarbij is ze moeder van vier kinderen en hoofdredacteur van de websites www.balancebabes.com en mama.nl. Geboren in Rotterdam in 1973, werkend en wonend met Richard en hun vier kinderen in Wassenaar. Een getalenteerde zakenvrouw met een neus voor trends, maatschappij en technologie. 

Je bent een veel gevraagd spreker. Hoe verliep jouw weg naar het podium?

“In de begin periode van ons bedrijf ging ik zelf het podium niet op. Ik vond dat niets voor mij. Er kwamen echter steeds meer aanvragen binnen voor lezingen over vrouwenzaken, waarop ik besloot het toch te doen. Mijn eerste lezing was meteen een grote: een zaal vol vrouwelijke CEO’s; de lezing moest bovendien in het Engels gegeven worden. Een echte sprong in het diepe dus, ontzettend spannend om te doen. Richard heeft me hier vanuit zijn ervaring in begeleid; ik heb er geen trainingen voor gevolgd. Na een heleboel lezingen te hebben gegeven over vrouwenzaken zoals het glazen plafond, ben ik ook langzaam steeds meer lezingen gaan geven met een technische achtergrond: ook over zaken waarmee ik vanuit mijn andere werkzaamheden (bijvoorbeeld adviestrajecten) te maken had.  Richard heeft aan de TU Delft gestudeerd: hij heeft van huis uit die technische achtergrond. Ik ben veel praktischer ingesteld en maak de vertaalslag naar de maatschappij: wat betekenen al deze ontwikkelingen voor het dagelijks leven? Hoe passen we de nieuwe technologieën toe?”
img_4705

Hoe heeft jullie bedrijf zich ontwikkeld?

“Als bedrijf zijn we snel gegroeid maar tegelijkertijd ook bewust klein gebleven. Er deden zich mooie kansen voor om ons bedrijf groter te maken, met een groter pand en personeel. Toch hebben we hier niet voor gekozen, ook vanwege onze vier kinderen. Ik ben naast zakenvrouw ook echt een familiemens. Mijn gezin staat voor mij altijd op één. Ik heb regelmatig nee gezegd tegen mooie carrière kansen. Ik zou dan zo veel in het buitenland moeten verblijven dat ik mijn kinderen amper zou zien. Dit was voor mij geen optie. Richard liet me hier overigens geheel vrij in: hij support alles wat ik wil doen.

16105560_1552721784744155_8533150096816045241_n
Lieke bij Omroep Max

Je gezin staat dus echt altijd op nummer één.

“Absoluut. Onze oudste dochter valt bijvoorbeeld buiten het onderwijssysteem. Wij hebben er een tijd voor gekozen haar toch zelf vanuit thuis  te gaan scholen. Dit jaar doet zij eindexamen aan het VMBO. Dat we haar op deze manier kunnen begeleiden kostte weliswaar veel tijd, maar ik zou het allemaal exact zo overdoen. Vanuit deze ervaring heb ik overigens ook de drive gevonden om het onderwijssysteem te wijzen op mogelijke verbeteringen. We moeten er voor vechten om kinderen die hun eigen manier van leren hebben, toch te laten leren.” 

14947892_1461215817228086_5988439113813996392_n

Samen wonen én werken. Is dat niet lastig? 

“Toen Richard en ik elkaar leerden kennen was hij al bezig met het oprichten van een eigen bedrijf, ik ben er dus vanuit mijn studententijd direct in mee gegroeid. We gingen samenwonen vlakbij een bedrijventerrein, waar we letterlijk briefjes in de brievenbus stopten van bedrijven, met de mededeling dat ze een website moesten hebben en dat wij die konden maken. Achteraf zo leuk om aan terug te denken! Richard en ik werken goed samen, onze huiskamer is ingericht in een L-vorm, waarbij de punt van de L met een glazen deur is afgescheiden: daarin zit onze werk-cockpit zoals we deze altijd noemen. Hierin werken wij samen. We weten altijd precies met welke projecten de ander bezig is, we vullen elkaar goed aan. Richard geeft me alle ruimte om te groeien. Ook met het betreden van het podium voor lezingen heeft hij me altijd gestimuleerd en gemotiveerd. Hij is dan heel trots. Ik heb geen trainingen gevolgd in het geven van lezingen, maar voordat ik het podium zelf betrad had ik wel al talloze lezingen bijgewoond en geanalyseerd, van Richard en andere sprekers. Toch is het dan weer anders om het zelf te gaan doen! Op een podium staan is confronterend; je kunt last krijgen van je eigen onzekerheden. Ik ben over die onzekerheid heen gegroeid, enerzijds door het opbouwen van steeds meer expertise en kennis, maar ook door het simpelweg te blijven doen. Wat mij in het begin hielp, was doen alsof ik een actrice was die speelde dat ze een spreker was met jarenlange ervaring. Klinkt gek, maar dat werkte onwijs goed.”

22688887_1866740123342318_2409836117543477088_n - kopie

Wat is jouw grootste talent?

“Met humor kort en krachtig informatie overbrengen. Daarnaast ben ik goed in het toepassen van de informatie op de luisteraar. Ik weet snel voor welk publiek ik spreek, wie mijn doelgroep is. Ik praat gemakkelijk, dat helpt. Ik zet de boodschap altijd duidelijk neer met concrete voorbeelden.”

Je bent van heel veel markten thuis en doet ontzettend veel. Als je vanaf vandaag nog maar één ding mocht blijven doen, wat zou dat dan zijn?

In het leven: Mijn kinderen begeleiden. Op werkgebied: Spreker zijn. Televisie maken is heel leuk maar ook eng: voor een zaal staan is veel fijner dan ik vroeger ooit zou hebben gedacht. De energie die je direct uit de zaal krijgt, de interactie met het publiek en daarop inspelen. Dat blijft uitdagend, ontzettend leuk en leerzaam. Een zaal meekrijgen geeft elke keer weer een enorme kick.”

Je richt je in je werk ook op trends rondom de feminisering van de maatschappij. Waar moeten we dan aan denken?

“Ik heb ontzettend veel lezingen gegeven over feminisering: lezingen over het glazen plafond en de work life balance. In eerste instantie was ik niet zo geëmancipeerd: ik was bijvoorbeeld de eerste van mijn vriendinnen die trouwde, ik nam Richards achternaam aan en startte als eerste met een gezin. Wel had ik een geëmancipeerde familie. Een van mijn tantes was zelfs een van de eerste gynaecologen in Nederland. Mijn moeder hamerde er ook altijd op dat vrouwen hun eigen broek moesten kunnen ophouden: mijn zus ging dan ook medicijnen studeren en werd huisarts. In de loop der jaren ben ik gegroeid in mijn emancipatie; door de lezingen die ik bijwoonde én zelf gaf, ging ik steeds meer nadenken over feminisering. Ik vind het belangrijk om onderwerpen bespreekbaar te blijven maken. Ik ben daar ook ontzettend mee aan de slag gegaan in de periode dat ik lezingen over deze onderwerpen gaf en heb een enorme liefde voor vrouwen vanuit de historie die iets groots hebben gepresteerd. Deze voorbeelden gebruikte ik dan ook in mijn lezingen. De maatschappij richt zich op een bepaalde manier in; ik vind het dan interessant om te kijken naar of iets heel gefeminiseerd of juist heel onderdanig is? Waar ligt de grens?”

23905636_1907024252647238_3138319992146646327_nWat is jullie toekomstvisie?

“Elk jaar geven wij een trendverwachting uit (gratis te downloaden op Trends2018.nl) waarin we ontwikkelingen samenvatten en op papier zetten. Richard en ik worden vaak geleefd door ons bedrijf en gezin. Eigenlijk willen we graag voor ons eigen bedrijf eens een heidag organiseren om met zijn tweeën onze toekomstvisie ook helder in kaart te brengen, maar het komt er tot nu toe nog niet van. Van de andere kant zijn we allebei ook erg flexibel en blij met hoe goed we kunnen inspelen op de behoefte vanuit de markt. Daar ligt ook onze kracht: we kijken wat er op ons pad komt. Zo vond ik het bijvoorbeeld fantastisch toen ik  politici mocht onderwijzen over wat er op technologisch gebied gebeurt: dit was echt onwijs gaaf om te doen en leverde weer een bak aan kennis en ervaring op. Onze manier van werken in combinatie met dat we klein zijn gebleven, maakt ons erg flexibel en snel. 

Die flexibiliteit past dus echt bij je bedrijf.

“Absoluut. Ook op persoonlijk vlak bleken we overigens enorm flexibel te zijn:  Vorig jaar hadden we een grote brand in ons huis, waardoor we acht maanden lang met ons gezin en bedrijf in andere huizen moesten bivakkeren. We hebben in die periode echt per dag geleefd. We moesten wel: iedere dag was het weer afwachten of het huis waar we in woonden nog wel beschikbaar zou zijn. Het was lange tijd ook maar afwachten wanneer ons eigen huis weer bewoonbaar zou zijn. Mijn kracht is om daar dan ook weer iets leerzaams uit halen. Ik vond het een waardevolle ervaring om mee te maken. Ik heb Syrische mensen Nederlandse les gegeven, die alles achter hadden moeten laten. Pas toen ons eigen huis in brand vloog, we onze eigen spullen kwijt waren, voelde ik zelf hoe je blijkbaar dus toch hecht aan je huis en spullen. Hier heb ik heel veel met de Syrische mensen over gepraat: zij lieten niet alleen hun huis achter, maar maakten daarbij natuurlijk ook nog verschrikkelijke dingen mee. Het relativeert je eigen situatie.”

Wat kunnen we nog verwachten? 

“We zijn momenteel bezig met de opstart van www.Trendwatcher.TV, omdat we zien dat veel kleine bedrijven zoeken naar een uitlaatklep in de media om zich te uiten. We willen via een eigen kanaal, Trendwatcher TV, bedrijven de kans geven om hun verhaal te doen.”

Voor meer informatie over Lieke en haar werk kun je terecht op haar website, www.liekelamb.nl

Hoe goed kun jij tegen kritiek?

Kritiek: we geven het graag, maar kritiek krijgen, dat is vaak een heel ander verhaal.

Overal waar je komt kun je kritiek krijgen: thuis, van je partner, op je werk, of zelfs van vreemden in het openbaar. Kritiek krijgen kan een vervelend gevoel oproepen: met name als deze niet zo prettig gebracht wordt.

Jezelf ontwikkelen

Toch is het goed leren ontvangen van kritiek een manier om jezelf positief te ontwikkelen. Niet alle kritiek is terecht; het is dan ook goed om kritisch (haha) te bepalen van wie je kritiek wil ontvangen.

Herhaalde kritiek

Als je bepaalde kritiek meerdere keren te horen krijgt, bijvoorbeeld dat je slecht luistert, dan is dit vaak een teken dat je daar bijvoorbeeld toch beter wel naar kunt luisteren.

Dat doe ik helemaal niet!

Veel mensen zijn geneigd bij het ontvangen van kritiek meteen in de verdediging te gaan. Dit is een menselijke, maar emotionele reactie op het gevoel dat je aangevallen wordt. Het is goed om je op zo’n momenten af te vragen:

  1. Word ik echt aangevallen?
  2. Zit er een kern van waarheid in de kritiek die ik krijg?
  3. Reageer ik nu op een redelijke manier of vanuit emoties?

Koop tijd

Weet je niet goed wat je aan moet met de ontvangen kritiek? Dat is helemaal niet erg. Bedank je gesprekspartner voor zijn eerlijkheid en geef aan dat je even wilt nadenken over wat je te horen hebt gekregen. Zo voorkom je dat je vanuit een emotie over-reageert en kun je er op een rustig moment even over nadenken.

Je hoeft niet altijd direct te reageren.

Oneens?

Zo veel mensen, zo veel meningen. Ben je het – ook na een moment van reflectie – oneens met de ontvangen kritiek? Je kunt er dan voor kiezen om de ontvangen kritiek naast je neer te leggen, of om de kritiek gever aan te spreken om desgewenst te onderbouwen waarom jij het oneens bent. Vraag je hierbij wel af, of je eerlijk en neutraal naar jezelf gekeken hebt: dit is namelijk heel moeilijk voor mensen; hun eigen gedrag objectief beoordelen. Vraag als je daar behoefte aan hebt de verzender om nadere toelichting. Misschien berust de kritiek wel op een misverstand, dat je gemakkelijk uit de weg kunt helpen.

Onterechte kritiek

Soms is kritiek echt onterecht. Sommige mensen zijn geneigd veel kritiek te gaan uiten op mensen met eigenschappen die hun jaloezie opwekken, of die gedrag vertonen dat ze zelf benijden. Als je merkt dat iemand vooral kritiek geeft om het kritiek geven, kun je wederom de kritiek naast je neerleggen, of zelf kritisch doorvragen bij de verzender wat nu precies het probleem is. Hoe ga jij om met kritiek? Geef je zelf veel kritiek aan anderen? Reageer jij verdedigend vanuit emotie op ontvangen kritiek? Laat het weten in een reactie!

Sorry, lief kind. (Een brief voor alle onderwijzers, ouders en begeleiders van Nederland)

Deze brief heb ik geschreven aan het kind in mij, maar deel ik voor alle ouders, begeleiders en onderwijzers, zodat er meer begrip en begeleiding komt voor het anders lerende kind in het onderwijs van vandaag.

Lief innerlijk kind,

Ik zie je wel hoor. Je zit dan wel opgesloten en soms zorgvuldig weggestopt in een volwassen lijf met een volwassen brein, maar je bent er nog steeds. 

Ik zie je. 

Ik maak dan wel soms grapjes over je, als ik te hard lach of te enthousiast begon te dansen op een feestje; dan gaf ik jou de schuld. “Mijn innerlijke kind komt naar boven hoor!”. Maar dat ik grapjes over je maak betekent niet dat ik je uitlach, lief innerlijk kind. Ik maak namelijk meestal grapjes over mensen waar ik van hou.  

Wat heb je het soms zwaar gehad.

Je gebrek aan concentratie werd zo vaak verkeerd opgevat; men noemde dat vaak “geen zin”, “dromerig” of “met haar hoofd in de wolken”.

Men vond dat je “eerst moest denken, dan doen.” Maar wat begrepen ze jou verkeerd; door te doen dacht jij. Je kon niet slecht leren, je leerde anders. Eerst de praktijk, dan de theorie.

Verkeerd om! zei de wereld.
Andersom! zeg ik je nu.
Jij kende geen andere volgorde; toch werd jou verteld dat jouw volgorde verkeerd was en die van de wereld goed.

Je kon niet goed studeren, zei men, wegens dat gebrek aan concentratie. Je werd een dromer genoemd, een zwever, te druk, te beweeglijk, je moest eens met beide voeten op de grond belanden. Dat jij tijdens het dromen de informatie verwerkte die je daarvoor al snel had gelezen of gehoord, wisten ze niet. Jij zelf wist dat ook niet, want daar was je te jong voor. Je wist alleen dat je wel je best had gedaan.

En dat was ook zo.

Wat had je het soms moeilijk, als je uit het raam staarde en daarop betrapt werd, terwijl je niet eens wist dat dat verkeerd was, of waarom. Dat je uit het raam staarde maar in gedachten rekensommen maakte of geschiedenisverhalen voor je ogen zag gebeuren, wist men niet. Of dat je uit het raam staarde omdat je hoorde dat een ander kind gepest werd en jij een oplossing daarvoor zocht. Ook dat zag men niet.
Het naar buiten staren was alleen een andere manier van informatie verwerken, die voor jou goed werkte.

Wat was het fijn geweest als meer onderwijzers of begeleiders jou hadden begrepen. Als iemand had gezien dat jouw manier van leren gewoon anders was, niet meer en ook zeker niet minder. Wat had het je veel ellende gescheeld als men jouw “afwezigheid” tijdens uitleg in de klas niet ten onrechte had geïnterpreteerd als desinteresse. Want dat je niet de goede kant uit keek, betekende lang niet altijd dat je niet luisterde.

Lief kind, wat heb je het moeilijk gehad. Je werd door al deze dingen naar een vervolgopleiding gestuurd die op een lager niveau lag dan wat jij aankon, dus zette de verveling door. Je bladerde door de boeken en dacht; waarom is dit zo saai? Je motivatie zakte tot een dieptepunt, dus ging je je afzetten, door bijvoorbeeld helemaal niet meer te leren, want waar bleef toch die uitdaging?

Je motivatie ging langzaam verloren ergens tussen verbale, theoretische uitleg en mensen die jou hun beperkende overtuigingen opdrongen. Helaas net zo lang totdat jij ze zelf ging geloven.

Je was geen kind dat braaf uren studeerde: Je klom in bomen, bouwde dingen, schreef verhalen of maakte muziek. Je vormde melodieën in je hoofd, schreef liedjes, teksten, gedichten, of bedacht hele nieuwe dingen met je handen. Men noemde dat afkeurend dromerig, zelfs dom of in elk geval ongeïnteresseerd, terwijl je in werkelijkheid creatief was.

De wereld gaat uit van leren op basis van theorie: pas als je die beheerst mag je in de praktijk gaan uitproberen, voelen, zien, aanraken. Jij leerde juist door eerst uit te proberen, voelen, zien en aanraken; daarna werd de theorie vanzelf behapbaar. Dat maakte je niet minder slim (wat ze ook zeiden!); je was gewoon een beelddenker, heel visueel ingesteld. Laat het me zien, dan begrijp ik het. 

Lief kind, wat heb je moeten worstelen om je te bewijzen, omdat je wel wou maar niet mee kon met de meute. Wat was je jaloers op die kinderen die blijkbaar heel gemakkelijk de theorie tot zich namen. Wat benijdde je die kinderen, die uren lang met hun neus in de boeken konden zitten. Je voelde je heel vaak onbegrepen.

De onmacht die ontstaat omdat mensen er van uitgaan dat je niet wilt, is groot. Zo groot, dat je hem mee zult nemen in je volwassenheid, als er geen begeleider komt die begrijpt hoe jouw brein werkt.

Nu ben ik volwassen, lief kind. Ik ben nu een vrouw van 37 jaar en ik zeg namens alle volwassenen sorry tegen jou, lief kind. Je was gewoon een hartstikke leuk Pipi Langkous kind: “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.”.

Je was een doener, een maker, een oplosser, een bedenker. Je nam niet alles zomaar aan, je verzette je er zelfs tegen als je iets niet logisch of rechtvaardig vond, of dacht dat het beter kon. Nog zoiets waar niet alle begeleiders van kinderen goed tegen kunnen: kritiek van een kleiner mens.

Sorry lief kind, namens alle volwassenen, die jou niet geloofden, niet vertrouwden, niet begrepen of je standjes gaven. Je was anders dan de rest, je paste niet in het keurslijf van de meute, dus propte men net zo lang aan je tot je er in paste, alhoewel dat was alsof je een vierkant in een cirkel propt; het kan er wel in, maar het past nog steeds niet.

Je deed alles andersom, ondersteboven, vroeger of later; maar dat maakte het allemaal nog steeds niet verkeerd.

P.S.: Wat was het fijn hè, die ene leraar die niet op je foeterde als je uit het raam keek, maar jou juist een “creatief kind” noemde.
Of die leerkracht die jouw talent zag en je stimuleerde om er meer mee te doen. Die mensen die wél zagen wat je kon, en je op jouw manier lieten leren. Waren er daar maar meer van geweest.

Liefs,

Chrisje

Leerkrachten, jullie zijn Bazen!

pens, school, colorful

Ze krijgen tegenwoordig de meest uiteenlopende problemen voorgeschoteld; leraren en leraressen. Waar vroeger de leerkracht meer op een afstand stond, is hij of zij tegenwoordig veel meer betrokken bij kinderen en hun ouders.

Diagnoses, onderzoeken, rugzakjes, speciale behandelingen, dyslexie, concentratieproblemen…. Met de betere manier van onderzoeken en diagnoses stellen worden (gelukkig) steeds meer kinderen op tijd gediagnosticeerd. Maar met deze diagnoses komen ook extra taken. Extra uitleg.

In het kader van passend onderwijs proberen scholen zo goed mogelijk het onderwijs aanbod aan te passen aan de behoeften van het kind. Waardoor leerkrachten veel flexibeler moeten omspringen met de wensen en behoeften van het kind. En dan te midden van een (vaak volle!) klas met 25 kinderen of zelfs meer.

Ik moet zeggen, ik heb er veel respect voor. Leerkrachten krijgen geen tonnen salaris voor hun werk, maar zij doen het vaak wel vol overgave en met oog voor de kinderen.

Ze horen de verhalen aan, troosten bij verdriet, moeten altijd up-to-date blijven qua vakkennis, hebben vaak na schooltijd nog tig uren werk aan vergaderingen en toetsen beoordelen, ze bemiddelen bij conflicten en moeten tussendoor ook nog er voor zorgen dat ze genoeg kennis overbrengen op onze kinderen, zodat ze klaargestoomd worden voor de toekomst. Ga er maar aan staan.

En of het nu de meest dankbare job ter wereld is…? Vaak wordt bij problemen direct met het verwijtende vingertje richting leerkracht gewezen. Ik vind dat niet terecht. Ga jij maar eens een hele werkdag voor een grote groep kinderen staan met allemaal verschillende karakters, en zie dat maar eens de hele dag onder controle te houden.

Natuurlijk gebeuren er dingen buiten hun zicht, simpelweg omdat ook leerkrachten geen ogen op hun rug hebben.

Ik vind dat men wel eens vaker wat waardering voor leerkrachten mag uitspreken. Dus heeft jouw kind zo’n fijne juf of meester / leerkracht? Laat het ze ook eens weten. Ze krijgen al genoeg ellende te horen, een keer een compliment is ook fijn. Ze zijn immers ook sleutelfiguren in het klaarstomen van onze kinderen voor de toekomst.

Aaaaaargh….! Dringende oproep aan “me” medemens!

Ik heb lang geprobeerd er niets van te zeggen. Maar dat is bij deze mislukt. Jammer dan.
Ik wil absoluut niet zeggen dat ik een grammaticaal taalwonder ben, of dat ik nooit een spelvautje maak :).

Maar waar ik dus echt horendol van word en acuut de haren van uit mijn schedel wil trekken, is dit:

■ Het is “mijn” moeder, NIET “me” moeder!

■ Het is “Dat moeten we eens doen.”, NIET “Dat moeten we is doen.”

■ Het is niet “Hun zeiden dat!” maar wel “Zij zeiden dat!” En ja, zij is met lange ij. Tenzij iemand iets zei, als in gezegd hebbende.

■ Het is overigens ook naar de kroeg gaan, niet na de kroeg gaan!

■ En het is niet “Het licht niet aan mij!” maar wel “Het ligt niet aan mij!”.

■ Het is ook niet “Ja ma…”. Het is “Ja maar…”. Als je dan toch zo nodig een Ja – maar mens wilt zijn, doe het dan in elk geval op correcte wijze.

■ Dit is echt een leuke blog, niet egt een leuke blog!

Zo. Nu kan ik er weer even tegen.
Dan ga ik nu maar is ff lekker met me boekje en glaasje wijn op de bank liggen, na me lievelingsserie kijke! 😂

KIPPENVEL: “Thank You Mom” – Inspirerend én ontroerend voor alle moeders!

Een ontzettend mooi, inspirerend en ontroerend filmpje: hoe moeders hun kinderen, mét vallen en opstaan, leren om te gaan met het leven:

BREAKING NEWS: Mindfulness leren hoeft geen geld te kosten: Leer het van mannen!

Schokkend nieuws! Vrouwen hoeven niet langer grof geld te betalen voor mindfulness trainingen en workshops. Als je goed op de mannen om je heen let, leer je het gratis en voor niks.

Vrouwen zijn meestal vaak in de weer. We piekeren terwijl we stof afnemen, we bedenken recepten tijdens het rijden naar het werk, we maken een weekplanning in ons hoofd terwijl we onze tanden poetsen. En omdat we constant bezig zijn, denken we wel eens, dat mannen dat ook maar moeten doen. Maar mannen willen dat meestal niet. Mannen zijn namelijk extreem goed in het doen van één ding tegelijk. En dat ene ding is bij voorkeur niks. Maar het mag ook best iets anders zijn.

Dan maar niet aardig gevonden worden
Als je een hele smak geld wilde gaan uitgeven aan een mindfulness cursus is mijn advies: doe eens een week je man na. Of je vriend, of je broer, of welke man in je leven dan ook.
Een groot deel van de oorzaak dat vrouwen continu in de weer zijn, is volgens mij te vinden in het verlangen om aardig gevonden te worden. Mannen geven daar niet zo veel om. Vind je hen aardig, dan geven ze je groot gelijk. Vind je hen niet aardig, nou, dan niet. Dan niet: dat lijkt me zo’n verrukkelijke gedachte!
Dus terwijl wij vrouwen ons een potje druk lopen te maken, over of de lerares van zoonlief ons wel aardig vindt, en zo niet of dat dan invloed heeft op zijn school scores, lopen mannen te denken aan he-le-maal niets. Hoe zalig is dat?

Nergens aan denken
“Waar denk je aan?” vraag ik mijn man wel eens.
“Oh, nergens aan eigenlijk.”
Jaloersmakend is het! Mannen kunnen mindful zijn, zonder daar een training voor gevolgd te hebben. Als ze televisie kijken, kijken ze dat zonder te denken dat de was nog ligt te wachten op de strijkplank, zonder te denken aan het briefje voor school.

De kunst van het mindful leven is, dat je helemaal met je aandacht bij het hier en nu kunt zijn. Dat je kunt leven in het moment. Duizenden vrouwen bestuderen dit fenomeen de laatste jaren, terwijl mister Mindfulness Himself zalig over helemaal niets nadenkend op de bank zit. Misschien moeten we hem dat maar eens wat minder vaak kwalijk nemen, en wat vaker er naast gaan zitten.

Hoe het echt is om een moeder te zijn!

moedeMoeder zijn is in het begin vooral pijnlijk, maar dat fysieke deel houdt gelukkig meestal op, (een tijdje) na de bevalling. Daarna is het vooral mooi, prachtig, zwaar en grappig, onzeker makend, verwarrend, angstaanjagend en tegelijkertijd het mooiste ooit, uitdagend maar ook vervullend. Moeders zijn nooit zonder zorgen. Of het nu kleine zorgen zijn, of grote. Moeders dragen hun kind, letterlijk en figuurlijk. Moeders stoppen pas met zich zorgen maken om hun kind(eren), op het moment dat ze hun laatste adem uitblazen, en gaan waarschijnlijk zelfs daarna nog door, vanuit het hiernamaals.

Vragen
Moeders stellen vooral veel vragen: Hoe was je dag? wil je een kusje er op? Waar heb je dat kraaltje precies ingeduwd? Waarom heb je op de muur getekend? Wil je dat ik je help met je huiswerk? Waarom zou mama nou haar telefoon in de koelkast hebben gelegd? Zal ik de juf dan vragen of dat kan? Waarom heb je de rol toiletpapier helemaal uitgerold en om je bed heen gespannen? Sta je op? Sta je nu dan op? Kom je nu echt uit bed? Je weet dat ik van je hou, toch?
Maar meer nog, beantwoorden moeders dagelijks honderden vragen. Over de gekste dingen. Van waarom de aarde draait, of rond is, tot waarom een pleister nodig is, of niet, waarom iets niet mag (een keer of dertig per dag) waarom de verf nog niet droog is, waarom die jongen haar plaagt, waarom de juf hem niet begrijpt, waar kinderen vandaan komen, waarom in je neus peuteren in het openbaar niet netjes is, waarom je goed moet eten, en zo verder (en verder, en verder, en verder…)

Moeders. Het zijn net echte mensen.
Moeders slapen vaak licht. Worden wakker zodra het alarmerende MAMAAAA uit de naastgelegen kamer klinkt. Moeders offeren zich op, gaan mee in het ritme, zouden hun leven in een seconde geven voor hun kind. Moeders lachen, huilen, kunnen leugens ruiken en boze dromen verjagen. Moeders pakken aan, nemen uit handen, vangen op, rapen op, verlenen eerste hulp, leren schrijven, leren lezen, leren rekenen, en proberen te leren los te laten. Moeders proberen de andere kant op te kijken en hun kind zelf fouten te laten maken. Moeders vergoelijken, vergeten, vergeven en verwijten bij momenten ook. Het zijn net echte mensen.

Strenge moeder
En het strengst zijn moeders niet voor hun kinderen, maar voor zichzelf. Doe ik het goed? Help ik mijn kind goed genoeg? Help ik mijn kind niet te veel? Geef ik hem of haar genoeg aandacht, of te veel? Stimuleer ik hem of haar genoeg, of moet ik hem of haar wat meer loslaten? Praat ik genoeg met de juf en de moeders op het schoolplein? Moet ik nu wel of niet ondersteunen bij de voorbereiding voor de Cito toets? Moet ik nu wel of niet iets zeggen tegen dat kind dat mijn kind pest? Moet ik wel of niet zorgen voor extra begeleiding? Geef ik nu te veel of te weinig cadeau’s, zakgeld, kleding, eten? Moet ik mijn kind nu al inschrijven voor die school, of ben ik dan beschamend vroeg? Maar als ik wacht, ben ik dan niet asociaal laat? Hoe pakken andere moeders dit aan? Vragen andere moeders wel eens om hulp? Ben ik een slechte moeder, nu ik na zeven nachten met amper slaap mijn kind een nachtje naar oma breng? Gaat mijn kind te veel naar de opvang? Of houd ik het te veel thuis? Knuffel ik mijn kind te weinig, of knuffel ik het te veel? Geef ik mijn kind genoeg complimenten of te weinig?

Snikken boven de babykleertjes
Het is het zwaarste wat er is, en het mooist. Het verschuiven van je eigen belang voor het belang van je kind gaat vanzelf, vanaf de eerste dag. Vanaf het moment dat je een kind hebt ga je shoppen voor jezelf en kom je terug met een zak vol kleren voor je kind, ga je een dagje weg voor jezelf en denk je de hele dag aan je kind, ga je werken met plezier, maar ga je met nog meer plezier daarna je kind weer ophalen. Ruik je aan babyhaartjes, gewoon, omdat ze zo lekker ruiken. Mis je de babytijd als die voorbij is, hoe zwaar die ook was. Sta je te slikken en te snikken bij het weg doen van babykleertjes, huil je bijna mee als de lievelingsknuffel kwijt is geraakt, loop je met een brok in je keel weg als je je kind voor de eerste keer naar de opvang, peuterspeelzaal of school brengt. Waar je vroeger nog met droge ogen kon kijken naar geboortes op televisie, schiet je nu vol. Het moederschap verandert je leven compleet, en het houdt je constant een spiegel voor. Ook als wat je in die spiegel ziet, confronterend of niet fijn is. Het maakt je zwakke plekken zwakker en je sterke punten krachtiger. Wie aan je kind komt, maakt de leeuwin in je los, waarvan je vroeger het bestaan misschien niet eens kende.

Achtbaan
Het is nooit voorspelbaar, geen dag hetzelfde, en hoe zeer je ook probeert alles te plannen, het loopt altijd net iets anders dan je had gedacht. Je hebt de rest van je leven vierentwintiguursdienst, zelfs als ze de deur uit zijn. Alsof het moederschap een achtbaan is: beangstigend, en net als je denkt “Waar ben ik aan begonnen?” wordt het weer zo leuk dat je zelf weer zo blij wordt als een kind. Je wordt aanbeden, op handen gedragen, weggeduwd en terug geroepen. En hoe vermoeiend en verwarrend het ook allemaal lijkt te zijn; het gaat precies zoals het moet.

PS: De naam moeder kan overal vervangen worden door vader, behalve dan wat betreft de bevalling.