Vandaag begon als een mooie dag. We gingen naar buiten en daarna nog even snel om een boodschap. Ik had zin in de rest van de dag; meestal met dit mooie weer gaan we dan nog ergens naar een park, of naar een meer om te zwemmen, of iets anders leuks doen. Ik was er helemaal klaar voor.
Maar wat begon als een mooie dag, begint nu in snel tempo een nachtmerrie te worden. Ze moesten nog heel even een boodschap halen, zei ze tegen hem. Alleen een pak zout en een paar flessen frisdrank. Dus lieten ze me hier achter. Alleen. Opgesloten. Warm. Heet. De eerste minuten ging het nog wel een beetje; de auto staat in de schaduw en het raampje op een kier.
Maar ergens in de afgelopen minuten veranderde deze auto, waar ik me normaal zo fijn in voel, in een bakoven. Het wordt steeds warmer en ik voel me steeds ellendiger. Ik zweet enorm en krijg steeds minder lucht. Ik heb me nog nooit zo angstig en benauwd gevoeld. Ik kom er ook niet uit; ze hebben me opgesloten. Hoe konden ze dit nu doen?
Ik hoop telkens dat ik ze terug zie komen, maar ondertussen duurt het steeds langer en word ik steeds zwakker. Ik heb geroepen om hulp, maar ik heb er inmiddels geen lucht meer voor. Het voelt alsof iets heel hard mijn keel dicht knijpt.
Ze zouden maar een paar minuutjes weg blijven, zei ze. Dat heeft ze beloofd. Ik voel me zo opgesloten en alleen.. Ik wou dat ze me meegenomen hadden.
Het blijft maar duren. Ik ben bang dat het niet goed met me gaat aflopen; ik heb geen kracht meer om te roepen of te proberen te ontsnappen. Ik begrijp niet wat er met me gebeurt, maar ik zal maar gaan liggen. Ze zullen zo hopelijk wel komen.. hopelijk gaan we dan nog naar een park of naar een meer.
Maar eerst moet ik mijn ogen even sluiten. Het is gewoon te heet. Even maar….