Er wordt zo veel over gesproken en geschreven: borstvoeding. De een is van mening dat je een slechte moeder bent als je je kind borstvoeding ontzegt, de ander moet er niet aan denken en begint meteen met flesvoeding.
Niets is zo persoonlijk als deze beslissing die iedere vrouw voor of na haar bevalling moet nemen: ga ik wel of geen borstvoeding geven?
En zelfs al wil een vrouw haar baby graag borstvoeding geven, dan nog is dit geen garantie dat ook lukt. Soms komt de melkproductie simpelweg niet op gang.
Persoonlijk vind ik dat iedere vrouw voor zichzelf moet kunnen beslissen wat zij doet.
Als zij borstvoeding wil geven moet dit mogelijk zijn of gemaakt worden, als zij dit niet wil, hoeft het niet.
De eerste weken na de geboorte van je kind ben je sowieso fysiek al kwetsbaar, zijn er vaak gebroken nachten en kraamtranen: daar hoeft niet ook nog eens de druk bij van het borstvoeding moeten geven.
Waar ik niet zo goed tegen kan, is de sociale druk die moeders opgelegd wordt. Dit begint vaak al in het ziekenhuis. Als je om een fopspeen vraagt wordt dit afgeraden vanwege tepelspeenverwarring, of zoiets. Ik kan het me niet meer precies herinneren, omdat mijn kind er non-stop heel hard doorheen huilde, omdat de borstvoeding niet op gang kwam en ze dus honger had.
Toen ik vroeg om bijvoeding via fles, werd dat ook ten zeerste afgeraden. Daar lig je dan: oververmoeid, met een hongerige en schreeuwende baby, aan te horen dat borstvoeding – die niet op gang komt – toch echt het allerbeste is voor je kind. Eh, bedankt, en nu hier met die fles….
Elke vrouw moet naar mijn mening kunnen beschikken over alle informatie om de voors en tegens tegen elkaar af te wegen. Maar elke vrouw moet ook vrij zijn in haar keuze om over te stappen op flesvoeding, wat haar reden hiervoor dan ook is.