Je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen, dus schrijf ik al wat tips op voor mijn kind als het later groot is.
- Ren nooit op je sokken over tegels of een parketvloer. De vloer wint altijd.
- Hou altijd je glas in je hand als je op stap gaat. Al is het maar – in het beste geval – om te zorgen dat niet iemand anders het opdrinkt.
- Als iemand tegen je zegt dat je iets niet aan je moeder mag vertellen, moet je dat juist wel doen.
- Als iemand je voor zijn karretje spant, vraag dan eerst waarom diegene het zelf niet doet. Behalve leerkrachten en bazen; daar moet je iets voorzichtiger mee omgaan.
- Als je denkt dat iets niet klopt, of je krijgt een raar gevoel in je buik, dan klopt er iets niet. Vertrouw hier op: dit is je intuïtie. Te veel grote mensen zijn dit verleerd.
- Hou van anderen, maar vooral ook van jezelf.
- Als iemand je niet goed behandelt, is het oké om weg te gaan of te stoppen met dat contact. Je hoeft je hier niet schuldig om te voelen: de persoon die jou niet goed behandelde hoort zich schuldig te voelen.
- Je mag nee zeggen. Ja, zeker ook meisjes en vrouwen. Sterker nog; oefen dit woordje goed: je gaat het helaas vaak nodig hebben.
- Blijf altijd knuffelen met dieren. Zij zijn je beste vrienden.
- Als mannen tegen je zeggen dat je “eens moet lachen”: dit hoeft zeker niet. Je mag kijken zoals je wil.
- Vorm je eigen mening. Ook als die anders is dan de mening van anderen.
Tot zover mijn tips….
Wordt vervolgd.