“Ik kan toch helemaal geen blog schrijven over de #metoo beweging,” zei ik tegen mijn vriendin. “Ik ben nooit verkracht of aangerand. Alleen wel eens vaker ongewenst betast. Het kroeg werk; je kent het wel, je kont grijpen of je borsten. Of dat ze ongemakkelijk en veel te dichtbij je komen staan.”
“Maar dat is toch eigenlijk ook al te erg voor woorden, dat we het normaal zijn gaan vinden dat we in de kroeg betast worden of bij onze private parts gegrepen worden?” antwoordde ze. En toen werd het heel stil in mijn auto. Verrek. Dat is inderdaad helemaal niet normaal!
Ik heb nog nooit maar dan ook nooit een kerel ongevraagd bij zijn geslachtsdelen gegrepen. Sterker nog, ik moet er niet aan denken.
Mijn gedachten gingen verder terug in de tijd. Borsten gegrepen in cafés. Kont geknepen in het langslopen. De jongen die in het café het dames toilet binnen kwam rennen en me zonder aankondiging of toestemming vol op mijn mond kuste en zijn tong in mijn mond stak, omdat hij een weddenschap met zijn vrienden om dat te doen.
De collega van tig jaar terug die toen ik mijn haar had geverfd, verlekkerd vroeg of dat het enige haar was dat ik geverfd had. De collega die zijn bed taferelen en overwinningen tot in detail opnoemde terwijl ik aan gaf dat niet te willen weten.
Het is eigenlijk wel erg, wat we normaal zijn gaan vinden. Wat we oogluikend toestaan omdat ons verteld werd dat we ons niet moesten aanstellen.
Goed voorbeeld voor de jongens en meisjes. Het is oké om een meisje bij haar borsten of kont te grijpen. De grens van het toelaatbare vervaagt. Het verkeerde voorbeeld wordt ongemerkt gegeven. Ik heb me voorgenomen om, wanneer het weer gebeurt, het niet meer af te doen met “ach, dat gebeurt in de kroeg nu eenmaal.” Ik doe het bij anderen ook niet, het heeft met respect en persoonlijke grenzen te maken. En wie me dan een bitch of aansteller vindt als ik van me af bijt, zal me eigenlijk worst wezen. Het vergoelijken en gedogen is juist een van de redenen dat sommige mannen dit denken te kunnen maken.