Vroeger bestonden ze volgens mij niet eens: binnenspeeltuinen. Je had alleen buiten speeltuinen en als het koud was, was er geen binnenspeeltuin; dan had je gewoon een dikke jas aan en een muts op. En als het regende? Nou, dan ging je toch buiten spelen, maar werd je nat.
Ik was gek op de speeltuin naast ons huis. Ik won wedstrijdjes wie het langs op de kop kon blijven hangen aan een stang. Toen lagen er ook nog geen dikke plastic matten onder die stang, dus ik viel regelmatig akelig hard op mijn hoofd. Ik heb er geloof ik niet veel bijzonders aan overgehouden, behalve dan misschien een iets lager cito-advies aan het eind van de lagere school. Gelukkig heb ik niet zo’n best geheugen meer sinds die tijd, anders zou ik daar vaker verdrietig om zijn.
Enfin. De binnenspeeltuin. Je betaalt vijf zuurverdiende euro vijftig voor een kan aanleng ranja waar voor 99,99 procent kraanwater in zit en 0,01 procent ranja. Je eet een tosti die slapjes in je hand bungelt als je hem oppakt, zoekend naar je kind dat zich ergens ondersteboven in die gigantische bouwwerken bevindt, ballen schietend naar andere kinderen in de ballenbak. Het geluid van tig kinderen die schreeuwen, blèren en huilen vormt zich tot één constante massa-ruis in je communicatie met andere volwassenen. Dus kijk je wat om je heen, kauwend op je taaie tosti.
Het zou me niets verbazen als binnenspeeltuinen ooit nog eens de oerbron blijken te zijn van bijna alle Nederlandse griepepidemieën en tevens de oorsprong van het Noro-virus. Een flesje vloeibare ontsmettingsalcohol zou eigenlijk een vereiste moeten zijn in mijn handtas op zulke gelegenheden. Over flesjes alcohol gesproken: ik wilde eigenlijk nooit meer gaan, naar zo’n binnenspeeltuin. Totdat een bevriende moeder me mee loodste naar de catering corner en met geheimzinnige gebaren mijn aandacht vestigde op de kleine flesjes witte wijn die in de koeling stonden. Eindelijk was daar dan toch een lichtpuntje in deze met snotjes en ongewassen handjes besmeurde weekendkinderopvang!
Maar toch; als het even kan ga ik met mini-me naar een kinderboerderij, een buitenspeeltuin of gewoon het bos in. Frisse lucht voor alles!