Als je niet uit Limburg komt, maar je durft je wel te wagen aan carnaval, is het goed om een aantal dingen te weten
1. Zonder zachte G tel je niet mee
Niet-Limburgers die toch mee willen komen vieren zijn natuurlijk welkom, mits men zich aanpast aan de gebruikelijke gedragscode tijdens deze rood geel en groene dagen. Dat betekent, allereerst, zo veel mogelijk met een zachte G spreken. Lallend mag. Dubbele tong ook. Zolang die G maar zacht is. En als je dat dan echt niet lukt, dan vergeven we je dat nog wel, zolang je maar geen flauwe grapjes gaat maken over onze zachte G. We weten namelijk al jaren dat ie zacht is. Zijn we trots op.
2. De mogelijkheden en risico’s van ademen in het café
In het café is het stampvol, wat betekent dat je op de weg naar het toilet waarschijnlijk een aantal minuten niet kunt ademhalen. Dit moet je op de koop toe nemen. Het hoort er bij. Als je dan toch op een schaars moment net genoeg lichaamsruimte krijgt om te ademen, is de geur die je neus dan binnendringt vaak niet de meest frisse. Met carnaval stinkt alles een beetje. Deal with it.
3. Roetewisser!
Voordat je naar Limburg komt, bekijk dan hieronder op zijn minst Roetewisser! (ruitenwisser) van Fabrizio een aantal keer. Dit dansje moet je minimaal een beetje soepel kunnen uitvoeren, anders sta je tussen de zwiepende Roetewisser!-armen, niet wetend waarom half Limburg tegelijkertijd een rolberoerte heeft gekregen, inclusief bijpassend dansje. Mocht je te lui zijn om te zoeken, dit is de link: Fabrizio – Roetewisser. Verder hoor je te weten hoe “Iech bin zoe verleef” van Beppie Kraft gaat en is het ook handig als je Sjiek is miech dat (chique is me dat) kunt meezingen. Scoor je punten mee.
4. Polonaise
Loop je nietsvermoedend richting de bar voor een pilsje, pakt opeens iemand je bij de schouders. En diegene blijft ook nog achter je lopen! Hij laat niet los! Voordat je diegene een linkse hoek verkoopt, bedenk tijdig dat dit gaat om een onschuldige maar vooral ook zinloze kant van carnaval: polonaisevorming.
Wie het ooit bedacht heeft weet ik zelf ook niet, waarom al helemaal niet, maar de beste manier om er mee om te gaan is om een paar meter mee te lopen (als je er niet onderuit kunt) en dan er uit te stappen alsof je een bekende ziet die je dringend moet spreken. Het spijt me als je dit overkomt, het overkomt de besten.
5. We kennen je morgen (waarschijnlijk) niet meer
Door het jaar heen zijn Limburgers over het algemeen best bescheiden en op zichzelf. Dat doen wij Limburgers nu eenmaal. Maar met carnaval gaan alle remmen los, want alcohol. Dus kunnen we enorm joviaal, hartelijk en soms zelfs een beetje klef reageren. Maar vergis je niet; morgen weten we waarschijnlijk niet meer wie je bent. Dat is niet erg. Dat hoort bij carnaval. Het is niet persoonlijk.
6. Wisselende pekskes (pakjes)
Als je op carnavalszondag een leuke persoon hebt ontmoet, en je hoopt die zelfde persoon de dag er na weer te treffen, verheug je dan niet te zeer. Want sowieso, zie punt 5 (we kennen je morgen waarschijnlijk niet meer) en daarbij: Wij Limburgers hebben meestal meerdere outfits in onze carnavalskast hangen, wat betekent dat je ons vandaag ziet rondlopen als half gepelde banaan, en morgen als bloederige verpleegster. Je weet het niet. En dat is juist het leuke.
7. Jeukende pruiken en oververhitting

Als je niet veel ervaring hebt met verkleden, houd dan rekening met een aantal basis regels.
Pruiken zien er leuk uit in de winkel, maar kunnen gaan jeuken als een bezetene als je in een warm café staat te hossen. Bedenk dus altijd een plan B!
Verkleed gaan als mama beer is natuurlijk geweldig als je buiten naar een optocht staat te kijken, maar als je een café in moet zweet je je al snel te pleuris. Het geheim: Draag laagjes en pas je outfit aan op je omgeving.
8. Nooit, maar dan ook nooit!!!!! een dure jas mee
Neem overigens nooit, maar dan ook nooit een dure jas mee met carnaval; tenzij je er toch al op uitgekeken was en hem graag wil doneren aan een toevallige voorbijganger, die van dronkenschap er van overtuigd raakt dat jouw dure bruine leren jas genoeg lijkt op zijn vaalgroene jack uit 1979 en hem meeneemt.
Dat gezegd hebbende, vinden wij het natuurlijk hartstikke gezellig dat zo veel niet-Limburgers van heinde en verre komen om mee te genieten van onze jaarlijkse traditie. Welkom en…. alaaf!
Ik, als rasechte limburgse, zou het liefst tijdens carnaval het land verlaten, want voor mij is het één groot zuipfestijn en zijn mensen ineens je beste vriend die je op een normale dag met de neus in de lucht voorbij lopen. Blijkbaar geeft carnaval mensen het recht om andere op die manier lastig te vallen en ik heb daar dus een gruwelijke hekel aan.
Dus alle niet-limburgse mensen die carnaval willem vieren: alaaf !! Ik verkas wel even naar jullie woonplaats! 😂😂😂
LikeLike
Erg interessant om als niet-limburger en carnavalmaagd te lezen, haha 😀
LikeGeliked door 1 persoon