Kerstmis staat voor de deur. Jammer daar aan, is onder andere natuurlijk dat het niet sneeuwt, dat je allerlei films in de zevenhonderddertigste herhaling moet kijken, en dat je eigenlijk nog helemaal niet was toegekomen aan je goede voornemens van afgelopen oud en nieuw, wat pas drie weken geleden lijkt.
Helaas prop je jezelf dus met een pijnlijk gezicht (en door jezelf af te zetten tegen een muur) moeizaam in die jurk of dat pak waarvan je in de sale maanden geleden nog geloofde dat het tegen deze tijd wel zou passen, plan je je agenda vol met familie bezoeken en vraag je je af waarom je geen vakantie geboekt hebt naar een zonnig oord.
Als je kinderen hebt, dan heb je nog een uitdaging er bij. Want jouw dwarse ik ben twee en ik zeg nee variant gaat echt niet zitten peuzelen aan konijn of kalkoen (“IKKE WILLE MAC DONALDS MAMA!”) dus moet je daar ook iets handigs op verzinnen (zou die nog Olvarit lusten als alternatief voor zeven gangen bah?).
Toch hè. Wij gingen een keer een week weg met kerst. Met kind. En we gingen niet eens ver weg, het was redelijk dichtbij. We waren daar een week en eerst dacht ik: joepie! Rust! Vrijheid!
Geen wifi, geen drukte, geen geren van hot naar her!
Maar na een paar dagen werd ik toch best wel een beetje verdrietig. Want kerstmis zonder je eigen boom, je familie en je gratis wifi signaal, dat is toch eigenlijk helemaal om te janken.
Dus: hop! Wurm je in die jurk of dat pak, gooi een potje Olvarit in je tas en ga naar je familie. Geniet van de kerstboom en elkaar. Je hebt immers nog een jaar om al die andere dingen te doen. En je weet maar nooit: misschien maak je deze kerst wel herinneringen die je de rest van je leven zult koesteren, als die mensen er niet meer zijn.