Over rijden met een man in de auto.

“Zal ik rijden?”
“Prima.”
Prima. Dat zegt een man dan. Totdat hij op de bijrijderstoel zit. Tenminste, de mannen die ik ken in mijn leven.
Met het indrukken van het gaspedaal voor de eerste meters ontpopt menig mannelijke bijrijder zich tot een spiegel controlerende, verkrampte versie van zijn normaalgesproken relaxte zelf.

“Zag je die fietser?”
“Die waar ik net zo knap langs reed, zonder hem te vermoorden of verpletteren?”
“Nou, het was op het nippertje hoor. Ik wou bijna ingrijpen.”

Ingrijpen. Het woord alleen al! Alsof ik op ga voor mijn rijbewijs! Wat ik overigens al een triljoen jaar heb, zonder ooit een aanrijding te veroorzaken.

“Een beetje meer rechts houden.”
“Tegen de vangrail aan, bedoel je?”
“Je rijdt bijna midden op de snelweg!”
Dat is gek, ik werd net toch echt probleemloos ingehaald van links.

Ze kunnen er niets aan doen, de arme mannelijke bijrijders. Dat ligt uiteraard niet aan mij. Terwijl hij nasaal ademend peentjes zit te zweten ben ik een zeer ervaren, hoffelijke chauffeuse. So what, dat ik af en toe rem voor luie (niet vliegende) duiven en egels? Die hebben ook bestaansrecht!

Het heeft alles met controle te maken. Of het gebrek daar aan, vanaf de bijrijderstoel.
Dat is het gewoon.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.