Overbezorgd. Dat was ik het eerste jaar dat ik moeder was. De babyfoon zat zo ongeveer aan mijn oor vast gegroeid dat eerste jaar. Daarna ben ik er stiekem nooit mee gestopt, met overbezorgd zijn. Het lijkt wel zo van de buitenkant. Ik heb er wel beter mee leren omgaan, dat knagende gevoel van voortdurende angst in mijn onderbuik.
Vroeger had ik vertrouwen in de meeste mensen. Sinds ik moeder ben geworden vertrouw ik de meeste mensen niet. Dat komt door onder andere Amber Alert, alle verhalen over ontvoeringen, misbruik, dood gepeste kinderen, foto’s op Facebook van ongelukken en zo. Ik word er helemaal akelig van.
Toch weet ik diep in mijn hart, dat de beste manier van vasthouden loslaten is. Dat de betekenis van liefde loslaten is. Dat ze er niet beter van zou worden als ik een helikopter moeder zou zijn die iedere beweging nauwlettend in de gaten houdt.
Ik wil haar niet leren dat ze altijd op mij moet vertrouwen; ze moet uiteindelijk op haar eigen gevoel gaan vertrouwen. En ze verdient mijn vertrouwen in haar. Ze verdient dat te leren. Dat onderbuik gevoel krijgen, haar intuïtie ontwikkelen en zichzelf leren verdedigen. En dat leer je een kind nu eenmaal niet als het in een luchtbel woont; in een vacuüm van veiligheid blijft de buitenwereld eng.
Dus laat ik stap voor stap los. Met tegenzin, maar dat laat ik niet merken. Dat hoort mijn probleem te zijn, niet het hare. Stukje bij beetje geef ik haar meer en meer vrijheid, die past bij haar leeftijd. Ik sleur mezelf over mijn eigen angsten heen. Als ik het zwaar vind, hoef ik alleen maar te zien hoe trots ze glundert als ze iets zelluf mag doen, dan weet ik weer waarom.