Geheimen. Iedereen heeft ze. Diegenen die zeggen dat ze geen geheimen hebben, hebben vaak de ergste geheimen. Het is niet gemakkelijk om met geheimen om te gaan. Wil je het weten? Of toch liever niet? En: als je het eenmaal weet, kun je het dan voor je houden? Kun je een geheim met je mee dragen? Als je het eenmaal weet, kun je het namelijk niet meer ont-weten, tenzij je toevallig door een hoofdtrauma je geheugen verliest. Maar meestal zit je dus, eenmaal geïnformeerd, aan een geheim vast. Ik wil meestal geen geheimen weten. Als ik het niet mag door vertellen, dan vertel het me maar niet. Dat is niet omdat ik niet kan zwijgen, want dat kan ik best wel goed. Ik vind het alleen uiterst vervelend. Zeker als het iemand anders raakt.
Onze dochter heeft het fenomeen Geheim onlangs ook ontdekt. “Ik heb een gehéim…!” fluistert ze dan in mijn oor. “En het is heel erg geheim en heel spiekem!” Ik heb er overigens wel over nagedacht om haar te vertellen dat het stiekem is en niet spiekem, maar ik vind spiekem stiekem veel leuker klinken, dus daar wacht ik nog even mee. Dat blijft dus nog even mijn geheim. Haar geheimen omvatten meestal overigens ergens ver weg verstopte knuffels die papa niet mag vinden, een boterhamkorst die in de prullenbak is beland, of een geheim voor de kat of de hond. Ik vind het prachtig dat ze nog mag oefenen met dit soort onschuldige geheimen.
Geheimen kunnen ook erg verraderlijk zijn. Stel je voor, iemand die je redelijk goed kent, zegt tegen jou “Ik wil je iets vertellen, maar het is wel geheim.”. Aangezien je die persoon redelijk goed kent, stem je daarmee in, waarna diegene jou opbiecht dat hij zijn aardige vrouw al twintig jaar besodemieterd met haar enige zus, ik noem maar wat. Of hij biecht op dat die man die jaren geleden plotseling verdween uit het dorp en nooit meer terug kwam, door hem begraven is onder de appelboom. Dat soort geheimen, waarmee je helemaal niet belast wilt worden. Waardoor je je moreel niet meer lekker voelt, als je het niet doorvertelt.
Geheimen zijn in de ernstigere variant extra verraderlijk. Soms hebben ze ook wel een houdbaarheidsdatum. Bijvoorbeeld een leuk en onschuldig geheim: dat je weet dat een vriendin zwanger is, maar pas over een maand mag de rest van de wereld het weten. Tenzij ze zwanger is van haar minnaar, een getrouwde man met kinderen, dan is het weer minder leuk en onschuldig. Maar soms zijn geheimen ook voor het leven. Bedenk je dus altijd eerst goed, als iemand je vraagt of je een geheim kunt bewaren, niet alleen of je dat kunt, maar vooral ook of je dat wel wilt. Bij sommige mensen is het beter om die vraag volmondig met nee te beantwoorden.
Men vraagt mij ook wel eens, of ik een geheim kan bewaren. Dan zeg ik ja, maar dan voeg ik er wel aan toe, dat ik de afspraak met mijn man heb dat hij en ik alles met elkaar delen. Maar, zo stel ik ze dan gerust: maak je geen zorgen: mijn man kan vele malen beter geheimen bewaren dan ik.
En voor diegenen die zich afvragen wat nu het grote geheim is waar de titel naar verwijst: dat is uiteraard geheim.