Ik maak niet vaak ruzie. Echt niet. Sporádisch. Maar als ik ruzie maak, dan doe ik het ook goed. En goed betekent in mijn geval (wie zich erin herkent mag zich melden): met heel wat oude koeien, gesnotter, voldoende stemverheffing en een argumentenstroom die zo onontkoombaar en snel langs dendert dat iemand erg knap is als hij die nog feitelijk op waarheden kan controleren.
Waar ze vandaan komen, die argumenten, verwijten en oude koeien? Al sla je me dood. Fysiek voel ik ze ergens vanuit mijn tenen omhoog kruipen. En het probleem is: als ik eenmaal een keer echt boos word, raak je nog niet zo makkelijk van me af. Dan bijt ik me vast als een valse poedel en ga ik door totdat alles er uit is.
Oh, en totdat ik gelijk heb gekregen. Want uiteraard word ik alleen boos als me Groot Onrecht is aangedaan, of als ik zeker weet dat ik gelijk heb en verdien, maar het niet krijg. Wat dan weer gelijk staat aan Groot Onrecht natuurlijk.
Maar afgezien van die paar Valse Poedel incidenten per jaar ben ik heel gemakkelijk om mee samen te leven.
Vraag het maar aan mijn echtgenoot: hij zal me gegarandeerd gelijk geven.